Uittredend redactiesecretaris Robert Declerck gehuldigd
Op 31 december 2003 heeft Robert Declerck, redactiesecretaris van ons tijdschrift sinds november 1977, zijn functie neergelegd. Op 17 mei werd hij voor die jarenlange inzet gehuldigd door de redacteurs tijdens een feestmaal in de Hotel- en Toerismeschool Spermalie te Brugge, waar hem een werk van Luc Hoenraet werd overhandigd. Voordien werd hij met de kernredactie ontvangen in de ambtswoning van Paul Breyne, gouverneur van de provincie West-Vlaanderen. Hieronder volgt de huldetoespraak van de gouverneur.
Dames en Heren van Kunsttijdschrift Vlaanderen,
Binnen de talloze verplichtingen die met mijn ambt verbonden zijn, is er één soort die bijzonder aangenaam blijft: mijn blijken van waardering uit te drukken voor verdienstelijke groepen of individuën die zich jarenlang hebben ingezet voor het uitbouwen of het instandhouden van initiatieven van sociale, culturele, sportieve of welke aard dan ook. Het is dan ook niet zonder vreugde dat ik u even wil ontvangen om hulde te brengen aan de heer Robert Declerck, die meer dan een kwarteeuw redactiesecretaris van uw tijdschrift is geweest.
Uw tijdschrift heeft een bijzondere band met de provincie West-Vlaanderen. Het waren West-Vlamingen met naam en faam die in 1952 aan de wieg stonden van het tijdschrift. Ik herinner graag aan de namen van de eerste deken Stijn Streuvels, van de geestelijke vader André Demedts, van Jozef Storme, de eerste voorzitter, beeldend kunstenaar Marcel Notebaert, acteur en declamator Antoon Vander Plaetse, de ingeweken Bruggeling en musicus Renaat Veremans, de onvermoeibare kanunnik Smeets. En aan deze galerij voeg ik met genoegen de naam van de allereerste redactiesecretaris Fernand Bonneure, die nog steeds als kernredacteur ongemeen actief blijft, getuige het laatste nummer van het tijdschrift over Cultuur in Wallonie-Bruxelles. Ook toen het tijdschrift Vlaanderen ging heten, bleef de West-Vlaamse verankering sterk, o.m. door het voorzitterschap van député Werner Vens. En zelfs vandaag blijft dat voor Kunsttijdschrift Vlaanderen nog voor een stuk zo: de voorzitter en de adjunct-hoofdredacteur zijn hun provincie trouw gebleven, de uitgeweken hoofdredacteur kunnen we zijn zonde vergeven. Het tijdschrift, dat op schitterende wijze verzorgd wordt door drukkerij Lannoo, heeft al die decennia op de steun van onze provincie mogen rekenen. De driehonderd afleveringen vormen een indrukwekkende bibliotheek, die bewijst dat de overheidssteun optimaal werd aangewend.
Mijnheer Declerck, u zult meer dan wie ook beseffen wat die bibliotheek inhoudt. Nummer 162 van begin 1978 was uw eersteling, nummer 298 van einde 2003 was uw laatste worp. Het tijdschrift bestaat iets meer dan een halve eeuw, als uittredend redactiesecretaris heeft u in meer dan een kwarteeuw bijna de helft van de tot dusver 300 nummers door uw handen zien gaan. Ik vermoed dat dit een unicum is op het niveau van de grote cultureel-artistieke tijdschriften in Vlaanderen.
Drie aspecten van uw werk - zoals ik het aanvoel - wil ik daarbij even benadrukken.
Het cijfermateriaal van zo-even wijst op een bijzondere vorm van continuïteit waarvoor u borg heeft gestaan. De samenstelling van een redactie kan wijzigen. En voor het adequaat en optimaal functioneren van een tijdschrift binnen het culturele en artistieke veld is die vernieuwing noodzakelijk. Maar het is evenzeer een zegen voor een tijdschrift dat er een redactiesecretaris is op wie de redactie in alle omstandigheden en doorheen de duur van jaren kan terugvallen. Die functie garandeert doorheen alle eventuele wisselvalligheden het voortbestaan van een tijdschrift. In die functie heeft u zich op een uitmuntende wijze geëngageerd.
137 nummers van Kunsttijdschrift Vlaanderen betekenen qua volume tekst evenveel volwaardige boekdelen. Het gevarieerde karakter van een Vlaanderen-nummer vanaf het thematische gedeelte over de vaste rubrieken tot de veeleisende bibliotheek, het verzamelen van de bijdragen, de contacten met auteurs en drukkerij, het redigeren van kopijen, het bijsturen van de illustraties, de onoverzichtelijke berg poststukken: zoiets impliceert een ongewone accuratesse en werkdiscipline. Daarbij vermeld ik in het bijzonder uw gerenommeerde taalbeheersing, die u ook in andere omstandigheden dienstbaar heeft gemaakt. De kwaliteit van het tijdschrift is voor een belangrijk deel te danken aan uw engagement.
Ten derde - en voor mij niet het onbelangrijkste - is er uw benevole en voluntaire inzet geweest. Cultuurspreiding mag nog zo sterk ingeschreven staan in de beleidsplannen van overheden op alle niveaus, zonder het voluntariaat is veel van wat te velde wordt gerealiseerd ondenkbaar. Het siert u dat u naast de zorg voor uw gezin, uw werk als leraar en uw andere bezigheden - alleen uw echtgenote kan die tijdsinvestering inschatten - de vele abonnees van het tijdschrift Vlaanderen doorheen al die jaren een schitterend product heeft bezorgd. Voluntariaat klinkt vandaag wat vreemd in een wereld vol management, functionalieit en professionalisering. Wat u heeft gedaan is een zeldzaam geworden vorm van engagement.
Mijnheer Declerck, in uw continue, accurate en voluntaire inzet voor het tijdschrift moet u zich ook hebben gerealiseerd waar u zich voor geëngageerd heeft. Kunsttijdschrift Vlaanderen heeft zich in zijn decennialange traditie met wisselende accenten geprofileerd als een cultuurtijdschrift dat de vinger op de pols van het kunst- en cultuurleven in Vlaanderen wil houden. Daarbij heeft het met wisselend succes ook aandacht gehad voor een rijke traditie en een vernieuwende moderniteit. Vlaams van reflex, zeker, maar met open ogen voor de cultureel-maatschappelijke evoluties en ook voor wat er buiten de grenzen gebeurt. Christelijk van inspiratie, ongetwijfeld, maar gevoelig voor de filosofisch-ideologische verschuivingen binnen een snel veranderende en pluralistische maatschappij. Op een breuklijn van de tijden moet u als redactiesecretaris van een vooraanstaand tijdschrift die evolutie van binnenuit hebben meegemaakt en ondersteund. Ik vermoed dat doorheen al uw redactioneel en administratief werk die metamorfose, waar elk tijdschrift constant moet aan werken, voor u niet alleen een bron van bekommernis is geweest, maar ook een bron van vreugde in het besef dat u meebouwde aan iets substantieels. Ik dank en feliciteer u en uw echtgenote van harte voor deze jarenlange inzet.
Dames en heren van de redactie, ik prijs u zalig met de herinnering aan zo'n redactiesecretaris, maar ik deel tegelijk uw bekommernis om zijn opvolging. Naar ik verneem, blijft Robert Declerck aan het tijdschrift verbonden en in die zin zult u op een of andere manier nog een beroep kunnen doen op zijn immense ervaring. Laten wij alvast even een toast uitbrengen op wat hij tot dusver heeft gepresteerd.
Paul Breyne
Gouverneur van West-Vlaanderen