Scutenaire, Lecomte, Nougé. Met het overlijden van Jane Tony werd de naam gewijzigd in Grenier Tony. Daar komen Belgische en buitenlandse schrijvers samen. De groep heeft zich intussen verruimd en staat ook open voor de multiculturele maatschappij van vandaag. Emile Kesteman en Jean Dumorier zijn er de toegewijde steunpilaren. Het tijdschrift van de Grenier draagt de titel Les Elytres du Hanneton (het dekschild van de kever).
Het huis aan de Waversesteenweg 150 is sinds 57 jaar de zetel van de Association des Ecrivains belges de langue française (AEB). France Bastia is de huidige voorzitter, Emile Kesteman ondervoorzitter.
Op de tweede verdieping van dit gebouw is het Maison Internationale de la Poésie (MIP) gevestigd, geleid door Arthur en Moussia Haulot, en worden verschillende poëtische initiatieven afgewerkt zoals Tribune Politique, Journée Mondiale Poésie-Enfance en ook de Internationale Biënnales van de Poëzie. Deze laatste werden gesticht door het tijdschrift Le Journal des Poètes. Dit blad ontstond in 1931 door Pierre-Louis Flouquet en werd geleid door Arthur Haulot en Philippe Jones. Het blad staat open voor dichters van de hele wereld en publiceert slechts onuitgegeven teksten en kritische artikels over recent verschenen bundels.
Deze Biënnales zijn de meest gewaardeerde tak aan de boom van de poëzie. Dit initiatief van P.L. Flouquet en A. Haulot ontstond in 1951 in Knokke, later in Luik (oorspronkelijk was de naam Rencontres
Où êtes-vous hommes de tous les jours?
Où cachez-vous vos aimables figures?
Vous rentrez dans le lit de vos amours
et vous dormez selon votre habitude
vous ignorez tout ce que la nature
humaine peut avoir de différent
et moi cependant comme un chien errant
je traverse la nuit à la recherche
de ce qu'est la vraie vie dont je me rends
compte qu'elle échappe à toute recherche
et ce matin en m'éveillant je pense
à ce qu'il faudrait que je fasse pour
me sauver de la route où se dépense
ce temps qui pousse mes nuits et mes jours
lors remontant sur une chaise j'ouvre
ma tabatière pour voir la lumière
l'espoir à nouveau rentre dans mon être
et je me dis: oui j'aurai la vraie vie
un jour enfin je saurai la connaître
et je n'aurai plus jamais à souffrir
Waar zijn jullie, dagdagelijkse mensen?
Waar verbergen jullie je vriendelijk gezicht?
Weer in 't liefdesbed kruipen is wat jullie wensen
en zoals gewoonlijk slapen jullie vast
jullie hebben niet het minste inzicht
in al de verschillen die de menselijke natuur uitvond
en ik steek niettemin als een loslopende hond
naar het ware leven dat zoals ik ondervond
ontsnapt aan al wat ik zoek
en vanmorgen ben ik bij het ontwaken bereid
om na te gaan wat ik zou moeten betrachten
om aan de weg te ontkomen van deze spilzieke tijd
die mijn dagen opstoot en mijn nachten
als ik nog eens op een stoel klim
en ik het dakraam open om het licht te zien
is er weer hoop in mij te bekennen
en zeg ik bij mezelf: ja ik zal het ware leven bekomen
op een dag zal ik het eindelijk leren kennen
en nooit meer pijn moeten lijden
Vertaling: Lucienne Stassaert
Arthur Haulot (1913), gedreven dichter, declamator en organisator van de Biënnales van de Poëzie (Knokke, Luik) aan het woord tijdens een vergadering van de vereniging L'Arbre à Paroles, 1996.
Européennes de Poésie). Haulot is zelf dichter en een gedreven declamator. Reeds in 1951 verklaarde hij: het is tijd geworden voor de mensen die nog van vrijheid genieten, te bevestigen dat ze ervan houden. Zijn poëzie is getuigenis, communicatie, warme mededeelzaamheid; een geïncarneerde poëzie die voor elke lezer toegankelijk wil zijn. In 1956 schreven de Biënnales een Grand Prix uit, waarvan het secretariaat in handen is van Fernand Verhesen, nog een groot dichter uit die jaren. Hij bekleedt een uitzonderlijke plaats in ons cultureel leven, niet alleen omwille van zijn eigen werk, maar tot voor kort als animator van het Centre International d'Etudes poétiques dat een Courrier van hoge kwaliteit publiceerde en als directeur van de Bibliothèque Internationale de Poésie in het Musée de la Littérature. Bovendien is hij de onvermoeibare vertaler van werk uit de Spaanstalige wereld en een denker die voortdurend begaan is met zin en essentie van de poëzie.
Mededirecteur van Le Journal des Poètes ten slotte is Philippe Jones, die vooral een essayist is met diverse studies over hedendaagse beeldende kunsten, maar die ook prozaschrijver en dichter is. Zijn bundels zijn gekenmerkt door de weerklank, de blijvende en duurzame gevoelswaarde van de witte ruimte waarop de woorden worden neergeschreven. Een poëzie van strenge zuiverheid, absolute oprechtheid, met een grote gevoeligheid in de perceptie en een merkwaardige helderheid in de analyse. Een trillende, want altijd menselijke poëzie.
Nog in Brussel is te vermelden het Théâtre-Poème, ontstaan uit de Jeunesses Poétiques, die sinds 1969 een rol spelen in de vernieuwing van de poëzie. De leidiing berust bij Monique Dorsel, die sinds jaren een merkwaardige inzet vertoont, ook met haar tijdschrift Le Mensuel littéraire et poétique.
De Franstalige poëzie in België is dus wel taai en levenskrachtig, want alle stromingen zijn er vertegenwoordigd rondom creatie, ondervraging en individualisme.