Samenstelling Chris Torfs en Stefan van den Bossche
Poëtisch bericht
Iedereen mag gedichten ter selectie sturen aan: Tijdschrift ‘Vlaanderen’, Redactiesecretariaat, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6, 8700 Tielt. Alle ingezonden gedichten moeten in machineschrift (tikmachine of printer) en in tweevoud afgeleverd worden. Neem voor ieder gedicht een ander blad en schrijf op ieder blad uw naam en volledig adres. Ingestuurde gedichten worden niet teruggezonden en over ingezonden werk wordt niet gecorrespondeerd, noch getelefoneerd. Aan de auteurs van gepubliceerde gedichten wordt achteraf een bewijsexemplaar gestuurd en een honorarium uitbetaald: vermeld daartoe bij iedere inzending uw bank- of postrekening.
Slak
Hindemith. Het huis een woord
waarin ik niet meer woon.
naar de naaktheid waarachter
de ogen. De spiegel luistert
naar de vuistslag van zwijgen.
De piano onder alle dingen
weer ding. De tijd vergist zich.
De Dichter
Het haalt niets meer uit wanneer ik
de dichter vindt zelden het woord.
Zijn oog verdwijnt achter spiegels van
glas achter langgerekt geluid dat niemand
Hij verdeelt zichzelf in stukken van
tijd en zoekt naar het iets voor de beste
plaats: een meeuw op Gibraltar is niet
In zijn hoofd groeien bloemen en kervende
zinnen als een uitslaande brand. Er komt geen
eind aan het licht. Het pijnigende, dansende
lijf staat met verzen beschreven:
De enige minnaar vertwijfeld op zoek
naar het niet geschreven vers.
Naast het leven
Uit de villa op de berg stromen stemmen.
Er staat een vrouw, vreemd vertrouwd,
onder de booglamp op het terras.
Buiten de herberg in het dal drinken we
rusteloos in de schemering.,
waar het leven woont als de dood.
Kamer
De stad is nog niet verkaveld.
Tussen cement en halfronde bogen
leiden duiven een gesmoord bestaan.
Wie hier voorbijgaat kiest
blindelings zijn woorden.
Zoals de vrouw dat dagelijks doet op
weg naar een gaver vertroosting over
stapstenen die luid weerkaatsen.
Eén armslag is binnen bereik. Geen
Ze ziet kastanjelaars botten de
roestige sneeuw de kalk op de weg.
Kamillethee in heldere glazen en hoeveel
namen van mensen achter het raam.
Ze herkent zichzelf in het eenzaam
gebaar achteloos neergelegd
om de hoek. Verschanst voor te lange
winters verzamelt zij weefsels van
Wellicht vult zij leemten met vriendschap