Elf jaar Vlaamse boeken voor 14+
Herman de Graef
Hoe staat het met de boeken voor veertienplussers in Vlaanderen? Wie daarover nadenkt, verdwaalt vlug in het beruchte bos dat de bomen niet meer laat zien. Een onderzoek naar de thematiek in die boeken kan wat paden trekken en richtingen aangeven.
Om het bos transparanter te maken, beperk ik me tot de verhalende boeken van Vlaamse auteurs gepubliceerd in het laatste decennium van de vorige eeuw en het eerste jaar van dit millennium, en algemeen geschikt geacht voor ‘veertien- tot zestienjarigen’. Dat voor veel boeken het leeftijdsadvies niet eensluidend is, maakt het wat moeilijk voor wie een boek zoekt voor een veertienplusser, maar het bewijst ook dat veel auteurs hun boeken niet voor een bepaalde leeftijdsgroep schrijven, maar dat ze vooral een gaaf boek willen maken. De achterflap van
Mijn zus draagt een heuvel op haar rug van Ed Franck (Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Jeugdliteratuur 2001) meldt dat dit ‘indringend portret’ van een meisje ‘voor jong en oud’ bestemd is. Schrijver Bart Moeyaert en tekenares Gerda Dendooven bezorgen met
De gans & zijn broer (in
De Standaard Magazine) kinderen én volwassenen al maanden leesplezier. Met
Broere bewees Bart Moeyaert overigens al dat een goed ‘jeugdboek’ geschikt is voor alle lezers die hun jeugd niet vergeten zijn. Dat Hans Herbots' film
Falling met succes in het bioscoopcircuit liep, toont dat Anne Provoost in
Vallen een thematiek en een epische vorm bedacht die niet alleen jongeren aanspreekt. Tekenend voor de internationale waardering van literair verzorgde jeugdboeken is de recente toekenning van de prestigieuze Britse Whitbreadonderscheiding voor ‘het boek van het jaar’ aan Philip Pullmans
The amber spyglass, het sluitstuk van zijn trilogie voor de jeugd. Jongeren in de jury bewezen dat dit boek van hoog literair niveau ook voor hen toegankelijk was. Over het onderscheid tussen volwassenenboeken en jeugdliteratuur zegt Pullman:
Ed Franck, Beatrijs
‘Boeken voor volwassenen gaan vaak over futiele en nutteloze zaken, terwijl kinderen wensen dat er over ernstige zaken geschreven wordt. Meestal denken schrijvers net het tegenovergestelde.’
In de voorbije elf jaar waren in Vlaanderen honderd en acht nieuwe boeken voor 14+ van zesenvijftig Vlaamse auteurs (wat meer mannen dan vrouwen) duidelijk op de markt en in de pers aanwezig. Met elf boeken was Ed Franck het productiefst. Ook Marita de Sterck, Luc Vanhaecke, Karel Verleyen, Katrien Vervaele en in mindere mate Patrick Bernauw, Dirk Bracke, Jaak Dreesen, Els Gallin, Paul Kustermans, Gie Laenen, Bart Moeyaert, Anne Provoost en Luc van Tolhuyzen publiceerden verscheidene boeken.
In die periode vonden in Vlaanderen in de pers ‘slechts’ een zestigtal jongerenboeken uit Nederland enige weerklank. Het gaat daarbij vooral om bekende namen als Imme Dros, Evert Hartman, Anton Quintana, Karlijn Stoffels, Ted van Lieshout. Blijkbaar zijn de mindere goden de grens niet overgestoken. Verder kregen Vlaamse 14+-lezers toen nog een goede honderdvijftig in het Nederlands vertaalde boeken aangeboden, vaak van gerenommeerde auteurs als Aidan Chambers, Anna Fienberg, Norma Fox, Harry Mazer, James Moloney, Cynthia Voigt, Arnulf Zitelmann...
Van 1991 tot 2001 verschenen er dus voor Vlaamse veertienplussers een driehonderd boeken. Dertig boeken per jaar lijkt misschien niet veel, maar jonge lezers vinden ook hun gading bij de succesboeken voor 12+ én gaan daarnaast al op verkenning op de volwassenenmarkt, zeker voor detectives, fantasyverhalen, sciencefiction...
In 1990 publiceerden Marita de Sterck en Marc van Bavel hun Leeswijzer 14-16 jaar, een keuzelijst van jeugdboeken met daarbij werkmodellen voor het onderwijs. Veel toen vertrouwd klinkende namen staan niet meer op mijn lijst. Onder hen Nicole Boumaâza, Mireille Cottenjé, Katrien Seynaeve, Gaston van Camp, Gil vander Heyden, Julien van Remoortere. Andere bekende auteurs van toen - o.m. Ed Franck, Paul Kustermans, Gie Laenen, Bart Moeyaert, Willy Spillebeen,