Humanisme en de Zuidelijke Nederlanden
Het opzet van het Cultura Fonds werd mettertijd ruimer. Plantijn vormt vandaag het ankerpunt voor een collectie die zowel de geschiedenis van de boekdrukkunst als uitingen van humanisme en posthumanisme in de Zuidelijke Nederlanden belicht. Het tijdskader bestrijkt een periode van eind vijftiende eeuw tot zowat 1650.
De verzameling omvat literaire en filologische werken, wetenschappelijke traktaten, embleemboeken en gelegenheidsdrukken. De collectie bewaart een rijke verzameling ordonnanties van de stad Antwerpen, pamfletten over de Spaanse Nederlanden en twee autografen, waaronder een kwitantie met de handtekening van Plantijn. De bibliotheek verzamelt werk van geleerden die vermaard werden in het buitenland en van drukkers die actief waren in Brugge, Brussel, Gent, Dowaai, Luik, Doornik en Valenciennes.
De collectie bevat twee zeldzame incunabelen in Brussel gedrukt door de Broeders van het Gemene Leven, de eerste drukkers van deze stad. Het betreft een deel van Sportula fragmentorum van Gilles Charlier (ca. 1479) en een Brevarium Tornacense (1481-1485), meer bepaald het psalterium, dat ingebonden is in een Latijns manuscript van diezelfde Broeders van het Gemene Leven. Slechts weinig manuscripten uit dit klooster werden geïdentificeerd en van de incunabel was enkel het exemplaar uit de Brugse bibliotheek De Biekorf bekend. Dit stuk werd verworven in 1984 en hoorde toe aan de Belgische verzamelaar Jean-Baptiste Théodore de Jonghe.
Brabant komt aan bod in een geschiedenis van de hertogen van Brabant van Hadrianus Barlandus, gedrukt bij Moretus en geïllustreerd met portretten. Van de dichter Jan Vander Noot is er de geïllustreerde uitgave Lofsang van Braband uit 1580. De bibliotheek bevat werken van Cornelius Valerius, de eerste bibliothecaris van de universiteit van Leuven, pamfletten gedrukt door Michiel van Hamont en een onuitgegeven brief van Lamoraal graaf van Egmont, gedateerd Brussel 29 augustus 1566. Een handgeschreven ex-libris in Den Bibel, in 1565 gedrukt in Keulen, wijst op het eigendom van het Sint-Elisabethklooster op de Zionsberg in Brussel.
Talrijke werken hebben illustraties van de Galles, van De Sadeleer, Adriaan Collaert, Abraham van Diepenbeek en Martinus Vos. We vermelden de Gentse druk van lardin d'armoiries van Jean de Lauten, met houtsneden van wapenschilden, en de catalogus van gouden munten uit het penningkabinet van hertog Karel van Croÿ, uitgegeven in 1615 door Jacques de Bie. De collectie geeft ook een beeld van het Antwerpse geïllustreerde boek en van de bedrijvigheid van jezuïeten en andere kloosterordes ten tijde van de Contrareformatie.