we ontzettend veel rond om tentoonstellingen te zien, in Amsterdam, Parijs, Londen, Düsseldorf... Zo probeerden we ook ons geluk in de kunsthandel. Samen met Jan Hoet tekende ik ook verscheidene strips. Letterlijk: links, rechts en in het midden... Bij Vooruit. De Goede Pers Averbode. De Standaard en De Ronsenaar. Ik tekende de figuren. Jan de achtergronden. We tekenden alle twee graag. Jaren lang zijn we samen opgetrokken, ook toen Jan Hoet conservator werd, honderden openingen en vernissages heb ik in beeld gebracht...
Je was dus ook een bevoorrecht getuige van allerhande nieuwe tendensen in de kunst. Maar fotografie lijkt een figuratieve kunst, terwijl er zoveel andere, non-figuratieve trends in de moderne kunstwereld ontstaan zijn. Hoe sta je daar tegenover?
Rony Heirman: Vooraf dit: fotografie is niet per definitie een figuratieve kunst, een foto is niet zomaar een beeld-op-zich. En de fotograaf is ook niet gebonden aan het zuiver figuratieve. Ik heb zelf weliswaar nooit echt geëxperimenteerd met speciale composities en dergelijke. Maar, iedere foto is anders. Duizend dezelfde afdrukken maak ik niet. Vooraleer ik één foto publiceer, maak ik tientallen afdrukken, en dan selecteer ik er één van: er zijn altijd nuances, toonverschillen, gradaties, lichtaccenten, enz. Tussen de opname en de editie is er een heel proces: de beelden worden enigszins gemanipuleerd, wat bijgestuurd, er komt bijvoorbeeld een donkere toets rond het hoofd van het model, je speelt met een stuk lichtinval, enz. En wat de abstracte kunst betreft: ik vind dat Raveels abstracte werken gewoon prachtig zijn. Ik vind zijn abstracte periode zelfs de beste. Maar hier speelt de subjectieve smaak natuurlijk mee. Sommige dingen zie ik graag, andere minder. Ja, dat is nu eenmaal normaal.
Je gebruikt daar het woord ‘manipuleren’ - wat is voor jou een goede portretfoto?
Rony Heirman: Wel, als ik een foto van iemand genomen heb en ik denk: kijk, ik herken daarin de kunstenaar in zijn doen en laten, zó heb ik hem gezien, zó heb ik hem gekend, dát beeld heb ik van hem, wel dan vind ik dat een geslaagde foto. Daar waar iemand uitkomt, zoals hij in mijn ogen was...
En je modellen of opdrachtgevers, hevestigen die je soms in je keuze?
Rony Heirman: Zoals ik daar net zei, met bepaalde kunstenaars heb ik jaren samengewerkt. Dat bewijst wel dat ze mijn werk appreciëren. Met mannelijke kunstenaars heb ik zelden problemen..., maar dames..., er is altijd iets... ‘ik zie er zo moe uit..., och mijn haar zat niet goed..., en mijn ceintuur zat te hoog..., en 't is van te dicht...’, of ‘je ziet zo goed mijn rimpels’, enzovoort. Natuurlijk wil ik wel de kunstenaars op hun voordeligst weergeven. Ik ben geen sensatiefotograaf; het miserabilisme vastleggen dat trekt me niet aan. Foto's van sukkelaars, marginalen, psychiatrische patiënten, ja... dat is altijd raak, maar dat doe ik niet. Ik fotografeer mensen liever op een blij moment. En overwegend kunstenaars natuurlijk.
Je was lang docent fotografie aan het Hoger Instituut Sint-Lukas in Brussel. Had je zoiets als een bepaalde boodschap voor je studenten?
Rony Heirman: Wel, ik zei altijd, je moet je eigen werk een beetje relativeren. Maak niet teveel drukte over die beeldjes, het zijn tenslotte maar prentjes. We zijn geen chirurg of ingenieur - als die hun werk fout doen, dan hangen er mensenlevens van af - mijn werk ook is in feite gegroeid uit een hobby: ik was graag in die kunstwereld, ik nam graag die foto's. Maar, we moeten daar niet te veel drukte rond maken.
Het tijdschrift ‘Vlaanderen’ bestaat vijftig jaar. Voor dit nummer heb je dan ook vijftig foto's geselecteerd. Een moeilijke opgave?
Rony Heirman: Het grote probleem is natuurlijk dat ik er maar vijftig mocht selecteren. Dit jaar ben ik zelf vijfenzestig. Al die jaren ben ik in het kunstcircuit actief geweest. Ik ken tientallen goede kunstenaars... Ik verontschuldig me bij voorbaat al bij die honderden anderen die ik ook had willen opnemen. Ja, het spijt me echt dat ik zo'n scherpe selectie moest maken. Dat is altijd moeilijk. Maar ik heb een gevarieerde keuze proberen te maken: ik moest natuurlijk rekening houden met mijn eigen oeuvre dat ik in al die jaren bij elkaar gefotografeerd heb, ik heb ook een aantal nieuwe opnamen gemaakt, ik moest ook aandacht schenken aan verscheidene kunstdisciplines. Ja, het is natuurlijk een subjectieve keuze geworden.
Deze uitspraken werden ontleend aan interviews afgenomen door R. Jooris, M. Kemps, J. Van Hove en J. Vermeulen.