Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 50
(2001)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 126]
| |
Wij huldigen/Wij gedenken Lode Herreman 70‘Lode Herreman, kunstschilder, beeldhouwer, tekenaar, een verwonderd man’, zo luidde de titel van de monografie die in 1991 n.a.v. de 60ste verjaardag van deze veelzijdige kunstenaar verscheen. Deze kunstenaar wordt binnenkort zeventig, is nog altijd een verwonderd man en daarom kunstenaar. De verwondering is nl. voor hem het kleine hek dat leidt tot het mysterieuze domein van wat kunst is, d.i. de expressie in kleuren en/of vormen van datgene waarover de kunstenaar verwonderd is. In het geval van Herreman komt die verwondering voort uit een volkskosmologische benadering van de hem omringende werelden, waarin de mens - zoals alle organisch leven - ontstaan is uit een tijdloze energie en ‘metamorfoseert’ van opbouw naar afbouw, van leven naar sterven, doordat hij door zijn geest en verbeelding deze evolutie vat en beleeft, de mooie momenten ervan probeert vast te houden, zichzelf probeert te vertijdlozen. Maar het besef van schoonheid gaat noodzakelijk gepaard met het besef van de neergaande lijn in de evolutie, de afbouw van de schoonheid, de dood. Schoonheid is derhalve een illusie, een mooie illusie. Schilderen, beeldhouwen, tekenen is die illusie een gestalte geven. Herreman weet dat het om een illusie gaat en omgeeft daarom de mooie mens (vrouw) in zijn werk - de mens in zoverre hij deelneemt aan de vitale motoriek, de genesis van het leven - met symbolen die de illusie ontmaskeren: de zeepbel, de slang, de cirkel. Schoonheid is niets anders dan mooie schijn, maar mooie schijn kan best mooi zijn! Lode Herreman neemt een heel aparte plaats in onder de schilders van de Vlaamse Ardennen. Hij lijkt me te weinig schools om bij een of andere school aan te leunen. Zoals hij zijn kosmologie zelfstandig opgebouwd heeft, heeft hij ook zelf (na zijn kunstacademische opleiding in Oostende en Oudenaarde) zijn weg in de schilderkunst uitgetekend. Kleuren komen ‘uit het potje’ als de gevoelens, zegt Lode. Soms zijn ze intens, heftig, soms koud, bijna kil, uitdagend, ironisch droef, schuw, arrogant, een zeldzame keer vriendelijk, innemend, aarzelend liefdevol. Ze leiden een vrij zelfstandig leven, botsen soms tegen elkaar, roepen soms elkaar op, volgens wetmatigheden die door de kunstenaar zelf niet te voorspellen zijn. Herreman heeft aan zijn experimentele trend tijdens zijn opleiding wel een zekere liefde voor de geometrische lijnen en vlakken overgehouden, maar zijn uitgesproken voorkeur gaat naar de gebogen lijn, de ovulaire vorm, de cirkel. Hij had een abstract schilder kunnen zijn, maar hij is het niet. Wat hij in de abstracte kunst mist is het expliciete en vaak zelfs het discursieve van een filosofisch geïnspireerde boodschap. Hem komt de figuratie (die van oudsher vaak met een symboolwaarde beladen werd) helemaal van pas. Zijn figuren zijn nooit solitair op het doek, ook al zijn het soms uitvergrotingen; ze bevinden zich ofwel in een soort kosmisch kader ofwel dragen ze in, op, naast, boven of onder zich de figuratief verkleinde vormen van de componenten van zijn kosmische levensvisie: de schede (of het oog van de naald, de tunnel ook, waardoor de mens als levend wezen op de wereld komt), de slag, de spiegel, het vuur, de waterdruppel en de zeepbel (soms moeilijk te onderscheiden), het wapen (dat de kringloop van leven en dood verhaast, de mooie illusie abrupt vernietigt en daarom de meest dwaze bijdrage is van de mens in het kosmisch bestel). Deze componenten zijn o.a. vanwege de herhaling in zijn oeuvre, symbolen die ook al aanstekelijk mooi, herinneren aan ‘het eeuwig tijdelijke’ van de schoonheid. (Terkerkelaan 29, 9700 Oudenaarde) Dries De Bleecker | |
Noël Matthys 75Noël Matthys werd op 10 oktober 1926 in Overboelare, deelgemeente van Geraardsbergen, geboren en woont er nog steeds, midden in de natuur, waardoor de wisselingen van de seizoenen door hem van zeer nabij worden ervaren. Hij kreeg zijn opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten in Aalst onder leiding van wijlen Modest Van Mulders (kunstschilderportrettist). In het werk van Noël Matthys onderscheidt men een lange periode van zoeken en artistieke rijping in het spoor van de Vlaamse Expressionisten, vervolgens zijn persoonlijke opgang in een eerder intieme en poëtische sfeerschepping, sterk geïnspireerd door geboorte, leven en dood, een vaak fascinerend, soms dramatisch intens proces dat tevens de betrekkelijkheid van alle aardse dingen laat zien. Laten wij besluiten, hier uit zich een talent dat, zelfbewust, zijn eigen weg heeft gevonden. (Hogeweg 180, 9500 Geraardsbergen) r.v.l. | |
Persvoorstelling nr. 285 ‘Vormgeving in Vlaanderen’Op vrijdagmiddag 16 februari 2001 werd in het Gentse Museum voor Sierkunst en Vormgeving de try-out van de tentoonstelling ‘100 jaar vormgeving in Vlaanderen’ voorgesteld. Deze reistentoonstelling, gemaakt in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap, vertrok na 8 april naar Porto en zal straks ook in Helsinki te zien zijn. Tijdens die presentatie kreeg het C.V.K.V. ook de gelegenheid om het nummer over ‘Aspecten van meubeldesign’ voor te stellen. De inhoud en de bedoeling van dit themanummer werden achtereenvolgens door samensteller-architect Marc Dubois en conservator Lieven Daenens toegelicht. jlm |
|