Samenstelling Chris Torfs en Stefan van den Bossche
Poëtisch bericht
Iedereen mag gedichten ter selectie sturen aan. Tijdschrift ‘Vlaanderen’, Redactiesecretariaat, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6, 8700 Tielt Alle ingezonden gedichten moeten in machineschrift (tikmachine of printer) en in tweevoud afgeleverd worden Neem voor ieder gedicht een ander blad en schrijf op ieder blad uw naam en volledig adres. Ingestuurde gedichten worden niet teruggezonden en over ingezonden werk wordt niet gecorrespondeerd, noch getelefoneerd. Aan de auteurs van gepubliceerde gedichten wordt achteraf een bewijsexemplaar gestuurd en een honorarium uitbetaald vermeld daartoe bij iedere inzending uw bank- of postrekening.
Hoe het een, hoe het ander en Bořek,
hoe subliem hij het bergende blauw,
Bořek Šípek, in een glashelder leeg
vol onzichtbare strijddruis, terecht zet -
en telkens uit een tijdruimte licht valt,
er uit ronding en rechte als in tover
kristalbloesemklanken tinkelen -
van het ander, van het een en de lichtschijn
die zich invecht - geen wint, noch verliest:
een cantique, dit glashelder blauwspel -.
En ik zag boven Doornik toen ik kind was
een ballet van blauw porselein -
‘Kijk’, zei mijn vader, ‘in die éne!
ze dansen en dansen een menuet -’
Ik droeg het mee in zoiets als een speeldoos,
haast een halve eeuw lang - nu ik terug ben
met mijn zoon, en juist vóór het kwartier -
toont zijn blik hoe hij het tinkelen al hoort
uit nog lege wittulen coulissen:
proef ik andermaal dit ons te-drieën -
Het park
beginnen schaduwen te sluipen
naar huis, verloren eiland
In het park bewegen de bomen,
zoals de roerloosheid, die hangt tussen de priëlen
Uilen kraken door gebladerte,
glijden en scheren door het duister
spiegels beschilderd met gouden vissen
Ik zie je op de bodem tussen de algen en kikkers,
als een zoekgeraakte zeemeermin
‘Waarom lach je niet?’ vraag ik ‘Lach!’
Zoals het altijd blije hart van de liefdesboom
Ik ruik de geur van de lente
tussen citroenbomen en magnolia's
achter standbeelden, geheime liefde
Het lied van de merel is uit,
Maar iets houdt me tegen, ik blijf nog even,
misschien wel voor altijd, dat weet ik nog niet.