Biënnale interieur Kortrijk
‘De eerder kleine oppervlakte van de Biënnale in Kortrijk zet er toe aan een strenge selectie van bedrijven door te voeren en aldus een hoge concentratie van kwaliteit te (blijven) brengen.’
Door een samenloop van diverse toevallige factoren is de Biënnale Interieur in 1968 geboren. Het concept van deze tweejaarlijkse manifestatie is niet ontstaan na een uitvoerig marktonderzoek of na een fusie van andere initiatieven. Het startsein werd gegeven door een aantal dynamische personen die in Kortrijk het initiatief hebben genomen om een tweejaarlijks trefpunt te maken van de hedendaagse wooncreativiteit. Een ambitieus project om Kortrijk op de Europese kaart te plaatsen met een kwalitatieve manifestatie.
Vooreerst is er de bouw van het expositiecomplex ‘De Hallen’. Met geldmiddelen afkomstig uit het fonds voor de oorlogsschade kon het stadsbestuur een nieuw tentoonstellingscomplex realiseren. Het werd niet zomaar een gebouw. Het opzet was ook een ‘modelhalle’ te bouwen waarbij plaatselijke industrieën, zoals de baksteenfabrikant Koramic en het meubel- en houtverwerkend bedrijf De Coene, de lat hoog legden. De firma De Coene had zich tijdens de jaren 20-30 een Europese faam opgebouwd, toen nog onder de naam van de Kunstwerkstede De Coene. Na de moeilijke oorlogsjaren groeide De Coene in de jaren vijftig opnieuw tot een leidinggevend bedrijf, onder andere in de moderne meubelsector. De Coene fabriceerde bijvoorbeeld de moderne meubelen voor Knoll. Zonder de dynamiek vanuit De Coene was de Biënnale vermoedelijk nooit geboren.
Voor het ontwerp deed men een beroep op de architecten Guy & Francis Van Oost. Het resultaat was dat Kortrijk in 1968 het modernste expogebouw van België kreeg.
logo en affiche interieur 2000
Ontwerp Paul Boudens
Door het inventief gebruik van gelamineerde houten spanten ontstond een visuele verwijzing naar de elegantie van de gewelven in onze gotische kathedralen. De strakke lijn van de geglazuurde baksteenmuren gaf een perfect evenwicht met de gebogen houten spanten. Het idee van de grote boomstructuur was sterk geïnspireerd op het ontwerp van de befaamde ingenieur Nervi voor het indrukwekkend expositiecomplex van Turijn uit 1961. Toen de befaamde Amerikaanse designer Raymond Louwy, de eregast van de Biënnale in 1970, het gebouw zag was hij erg onder de indruk van deze elegante houten constructie. De Coene zag deze hallen als een prototype in het vooruitzicht van andere opdrachten.
Nadat het prachtig complex was opgetrokken, stelde men zich de vraag welke initiatieven men erin kon organiseren. Binnen een dynamische groep met o.a. Jozef Dejaegere, Hubert Sap, Pol Provost en nog anderen ontstond in de turbulente periode rond 1968 het idee van een Biënnale voor wooncreativiteit. Vanaf de start werd gesteld dat het geen meubelbeurs zou zijn, wel een manifestatie waar zowel professionelen als het groot publiek kennis konden maken met vernieuwende tendensen in de brede sector van de wooninrichting. Het louter commerciële werd overstegen door resoluut te kiezen om het moderne design te tonen als een wezenlijk deel van onze actuele cultuur. Toen de firma De Coene in de jaren zeventig verdween, bleef de Biënnale in feite verweesd achter. Maar toch slaagde de Stichting Interieur erin om de twee jaar een gebeurtenis met een Europese weerklank te organiseren.
Reeds vanaf de eerste Biënnale was de Italiaanse topfirma Cassina aanwezig. In de loop der jaren kreeg de aanwezigheid van belangrijke Italiaanse bedrijven een grote impact. De meubelsector uit Italië begreep vrij vlug dat Kortrijk een belangrijke schakel is in Noord-Europa. Kortrijk geniet van de zeer gunstige ligging op de kaart van Europa, maar anderzijds ervaart men de afstand tussen Kortrijk en Brussel Luchthaven als een hinderpaal voor internationale manifestaties. Maar ook toonaangevende bedrijven uit o.a. Nederland, Frankrijk en Duitsland ontdekten vlug de specificiteit van het concept Interieur. Interieur kon maar groeien door de inbreng van Belgische en in het bijzonder van toonaangevende West-Vlaamse bedrijven. Het is juist die wisselwerking tussen de dynamiek van de eigen regio en de Europese bedrijven die Interieur haar volle betekenis heeft gegeven.
Wat maakt de Biënnale Interieur nu tot een gebeurtenis, tot een niet te missen ontmoetingsplaats van het woondesign? Welke factoren hebben er toe bijgedragen dat Interieur, samen met Milaan en Keulen, een begrip is worden in Europa. Vanaf de start wilde Interieur meer zijn dan een vakbeurs voor professionelen, maar ook de niet de zoveelste consumentenbeurs. Juist het concept waarbij professionelen en een breed geïnteresserd publiek samenkomen is uniek in Europa. Met de keuze van het woord Biënnale werd reeds vanaf het begin de andere richting aangegeven. Er werd een verwijzing gemaakt naar andere Europese culturele manifestaties op het