Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 50
(2001)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 24]
| |
[pagina 25]
| |
‘Essentieel is het geloof in de kracht van intelligente vormgeving, de combinatie tussen kwaliteit, service en de prikkelende verbeelding...’
Designproducten kan men niet loskoppelen van de sociale, de culturele en de economische context. Het fabriceren van producten is meer dan een technische aangelegenheid, het is een activiteit die direct moet inspelen op evoluties in de samenleving. Toekomst gericht denken is noodzakelijk, permanent voeling houden met de nieuwe tendensen die zich ontwikkelen binnen een samenleving, is van levensbelang. Voor een bedrijf zijn vormgeving en communicatie van cruciaal belang om zich te positioneren op een snel evoluerende markt. Investeren in verbeelding, in creatief denkwerk is primordiaal om concurrentiegevoelige producten te leveren. Een mooi voorbeeld van een dergelijke attitude toont ons de recente ontwikkeling bij Bulo, het Vlaams kantoormeubelbedrijf dat in de jaren zestig door Walter Busschop werd gestart. Het eerste Bulo-product was een bescheiden opbergwagentje. In de jaren '70 & '80 groeide dit bedrijf uit Mechelen sterk en nam het een leidinggevende positie in op de Belgische markt van het kantoormeubilair. Vanaf het begin werd gekozen voor een sterke beeldcommunicatie. Bulo adverteerde in die jaren zelden in vaktijdschriften, maar was via zijn wagenpark, de zwarte auto's met de grote rode belettering, visueel aanwezig op de Vlaamse wegen. Het bedrijf van Walter Busschop had ook een grafische afdeling wat een verklaring is voor deze visuele communicatie, een strategie die zeker niet gebruikelijk was in de Belgische meubelsector. Kwaliteit en goede service waren de steunpeilers van het bedrijf, terwijl aan de vormgeving veel minder aandacht werd besteed. Vanaf het begin van de jaren negentig kwamen de drie zonen geleidelijk in de zaak. Gelijktijdig werd de vraag gesteld welke toekomststrategie men zou volgen en op welke wijze Bulo een antwoord kon geven op de nieuwe uitdaging van de aankomende open Europese markt. Eén zaak was glashelder, groeimogelijkheden konden er enkel komen door een grotere exportmarkt aan te boren. Naast kwaliteit en service moest de vernieuwde vormgeving au sérieux worden genomen. Investeren in productontwikkeling en communicatie in Europese vakbladen was van levensbelang. De bestaande collectie bezat geen sterke conceptuele kracht om te kunnen concurreren met de toonaangevende buitenlandse firma's. De collectie ‘Buloflex’ die in 1989 op de markt kwam en nog steeds in productie is, was niet geschikt om in concurrentie te treden met leidinggevende Europese bureaufirma's. Daarom werd niet gekozen om de bestaande collecties een restyling te geven, een modische opknapbeurt, maar om inhoudelijk en conceptueel te werken aan innoverende producten die aansluiten bij de actuele nieuwe visie op een werkruimte. Een belangrijke stimulerende rol in dit activeringsproces komt van Luc Vincent die als art director werd aangetrokken. Hij leverde een essentiële bijdrage in het conceptueel denkwerk en fungeerde als klankbord om de nieuwe bedrijfsfilosofie te formuleren. Zijn grote begeestering voor design en architectuur is familiaal bepaald. Zijn vader is architect en was jaren professor en directeur van het Ter Kameren Instituut in Brussel. Luc Vincent had zich reeds geprofileerd als creatieve partner tussen architecten en producenten; hij werkte onder andere voor Ricardo Bofill en Jean Nouvel. Na zijn succesvolle Bulo-bijdrage kreeg hij ook opdrachten van andere Vlaamse bedrijven zoals Obumex en Modular. De eerste ontwerpers die Bulo inviteerde, waren de interieurarchitecten Claire Bataille en Paul ibens. Zij grepen terug naar het archetype van een werktafel; een eenvoudig rechthoeking werkblad dat in hoogte verstelbaar is en ondersteund wordt door vier kruisvormige poten. Zoals reeds in het artikel over hun werk is benadrukt, is de eerder ongebruikelijke vorm van de poten een afgeleide van hun onderzoek naar een houten bouwsysteem in de jaren zeventig. Voor de poten werd gekozen voor recycleer aluminium. Naast de vorm van de poten is het vooral de naam H2O die het product vasthoudt in het geheugen. H2O verwijst naar het heldere, het pure van de vorm, zo essentieel als water. Bulo is één van de eerste Europese bedrijven die resoluut koos om het kantoorbureau te ontdoen van haar ‘bureel’ karakter, een meubel dat exclusief in een kantoorruimte zijn plaats vindt. De schrijftafel van Bataille & ibens kan ook terechtkomen in het woonhuis als eettafel. Daarmee sluit het ontwerp aan bij de steeds groter wordende tendens om de grens tussen woon- en werksfeer te vervagen. Naast de technische en de esthetische kwaliteiten van het ontwerp heeft het succes veel te maken met het antwoord op deze maatschappelijke verschuiving hoe men het kantoorwerk wil profileren. Origineel bij de H2O was de integratie van de Costanza-lamp van Paolo Rizzatto, succesvolle hedendaagse variant van een klassieke schemerlamp. De keuze voor deze lamp versterkte ook het huiselijk karakter. De H2O werd voor de eerste maal gepresenteerd tijdens de Biënnale Interieur Kortrijk 1994 en sprak door het helder concept en tijdloos karakter direct aan. Sindsdien kreeg dit product een wereldwijde verspreidng. In 2000 werd een versie uitgebracht in glanzend aluminium en met een linonium deklaag, een model dat eerder bestemd is voor directiekantoren. | |
[pagina 26]
| |
b
h2o collectie Foto Verne m m2 collectie Met als verlichting de U-Line lamp van Maarten Van Severen Foto Verne o pub & club collectie stoelen Foto Verne Producten ontwikkelen is ook verrassende antwoorden bieden, het risico nemen om andere wegen in te slaan. In 1996 lanceerde Bulo de M2, een ontwerp dat een trendbreuk betekende met het traditioneel kantoormeubel. De M2 werd ontwikkeld door het designteam van Bulo onder leiding van Etjen Vanderheyden. Jarenlang was een bureau een rechthoekig blad met rechts of links de plaats voor de schrijfmachine of later voor een computer. De M2 neemt radicaal afstand van de L-opstelling, het plaatst de computer centraal. Nu alles via het beeldscherm gebeurt lag deze optie voor de hand. De naam van het meubel verwijst naar de essentie van het concept, de oppervlakte van het werkblad. De M2 heeft een elegante ruimtelijke aanwezigheid door het zwevend karakter; het werkblad steunt maar aan één zijde op de vloer. De klassieke poten zijn verdwenen. Het werkblad, de handige boxvormige opbergruimte en de voetsteun vormen constructief één geheel. Ongetwijfeld is de M2 één van de intelligentste industriële producten die in Vlaanderen in de jaren '90 werden ontwikkeld. In de voorbije jaren werden kleine aanpassingen aangebracht om de diversiteit aan mogelijkheden te vergroten. Met de reeks ‘Smarts’, waarbij is gekozen voor felgekleurde werkbladen, zoekt Bulo naar een jeugdig publiek voor dit innoverend product. De afdeling productontwikkeling van Bulo stond echter voor een uitzonderlijk probleem. De strikte Nederlandse en Duitse DIN normen betreffende de verstelbare hoogte waren belemmerende factoren om de M2 in die landen verkocht te krijgen. In plaats van de hoogte aanpasbaar te maken werd gezocht naar een oplossing waarbij met een verstelbaar voetvlak, gecombineerd met de hoogteregeling bij kantoorstoelen de gevraagde norm kan worden bereikt. Een andere voordeel van het M2-concept is de oppervlaktebesparing bij het herinrichting van werkruimtes. Gebruikmakend van de M2 komt er meer ruimte vrij voor koffieruimte, zones voor gemeenschappelijk gesprek of vergaderingen. Daarmee wordt de differentiatie aan werksferen in een kantoorgebouw vergroot. Tevens is de M2 geschikt om als werkpost een plaats te krijgen in de privé-woning. Door de originaliteit van het concept is de M2 een groot commercieel succes geworden; vooral in het buitenland werd de M2 enthousiast onthaald. Zowel met de H2O als met de M2 heeft Bulo een marktpositie ingenomen die men zes jaar geleden nauwelijks voor mogelijk had gehouden. Cijfers spreken voor zichzelf, de H2O en de M2 betekenen nu 80% van de bedrijfsomzet. Bulo had in 1999 een zakencijfer van 1,6 miljard Bfr. | |
[pagina 27]
| |
ann demeulemeester
‘table blanche’ Foto Verne Voor de H2O-collectie ontwierpen Bataille & ibens een bureaustoel. In 1998 werd de ‘Pub & Club’ gelanceerd. De ‘Pub’ is een kantoorstoel bekleed met een ribfluwelen stof, een bekleding die veel meer een band heeft met kledij dan met meubelstoffering. Juist door deze keuze krijgt het zitobject, naast zijn comfort en technische kwaliteiten, ook een visuele herkenningwaarde waardoor het product zich differentieert ten opzichte van andere creaties. De ‘Club’ heeft een lederen bekleding. Bij de Pub & Club koos men niet voor een ‘technocratische’ uitdrukking van een bureauzetel. Bulo wil veeleer intimiteit bezorgen aan een werkstoel. Binnen het dynamisch innovatieproces van Bulo is de reeks ‘Carte Blanche’ van groot belang. Het basisidee bestaat erin creatieve persoonlijkheden te inviteren om op een zo vrij mogelijke wijze ideeën te ontwikkelen, ongedwongen een visie van hun ideale werktafel te formuleren. Hoe ziet een werktafel voor u eruit, los van de erg bindende normen? De resultaten van dit initiatief zijn verfrissend en hebben zeker bijgedragen tot de dynamische imagovorming van het bedrijf. Architect bOb bob van reeth
‘r-born’ tafel gefotografeerd samen met de ‘t-bone’ stoel uit 1988 Van Reeth ontwierp de strakke en beheerste ‘R-bOrn’ tafel, de intimitische tafel van Annabelle d'Huart kreeg de naam ‘Studiolo’ en de wereldbefaamde Franse architect Jean Nouvel tekende een lange werktafel met de naam ‘Quasi Normal’. Dit ontwerp werd verder uitgewerkt en werd in 2000 grepresenteerd als de nieuwe directiecollectie ‘Normal’ van Bulo. Binnen de Carte Blanche-collectie zijn er nog andere creaties: de elegante langwerpige ‘Spine’ tafel van Evelyne Merckx en de ‘Schraag’ van Maarten Van Severen. Het ontwerp van Van Severen sluit aan bij een streven naar grotere mobiliteit en een terugkeer naar de essentiële vorm van een tafel. Wellicht werd het eigenzinnigste ontwerp bedacht voor Ann Demeulemeester, de wereldbefaamde Antwerpse modeontwerpster. Haar Table Blanche-idee sloot perfect aan bij het opzet van de reeks. Zij koos voor een eenvoudige, archaïsche houten tafel, bekleed met wit geschilderde canvas. Dit ontwerp is erg autobiografisch; zij is afkomstig uit Waregem, dezelfde stad waar het bedrijf Claessens is gevestigd, een Europese leider op het gebied van schildersdoek. Ditzelfde materiaal heeft zij aangewend als muurbekleding van haar winkel, gelegen aan het Antwerpse museumplein. Hij werd in 1999 geopend. Textiel, meubel en interieur komen bij elkaar. De befaamde Italiaanse industriëel Alberto Alessi was zo onder de indruk van deze Bulo-tafel dat hij aan Ann Demeulemeester in 1996 vroeg een ontwerp te maken voor zijn collectie, een project dat echter niet leidde tot een product. Begin 2001 wordt in de reeks het ontwerp gepresenteerd van de andere Antwerpse modeontwerper Dirk Bikkembergs. Er is ook een project opgezet met de talentvolle Zwitserse designer Hannes Wettstein. Het werken met erg verschillende ontwerpers impliceert dat de meubelcollectie zelf gekenmerkt wordt door verscheidenheid. Bulo is niet op zoek naar een uniforme lijst tussen alle producten. Het is juist de veelheid aan individuele benaderingen die de sterkte vormt. De authenticiteit ligt niet in één lijnvoering, wel in het anticiperen op de veelheid aan beelden die kenmerkend is voor onze levenssituatie op het einde van de 20ste eeuw. | |
[pagina 28]
| |
maarten van severen
‘schraag’ Foto Verne Met grote aandacht volgt Bulo de nieuwe tendensen betreffende ‘‘Anders werken’. Begrippen als ‘home office’ en ‘desk sharing’ zijn in en hebben een ingrijpende invloed op het ontwikkelen van nieuw meubilair en het inrichten van onze werkruimtes. Het kantoor van morgen zal er geheel anders uitzien. Niet enkel de massale introductie van de computer, ook de organisatie van het werken op zich is aan een ingrijpende mutatie bezig. Om dit te illustreren besliste Bulo om haar drie afdelingen - product-ontwikkeling, grafisch ontwerp en Interieurstudies - samen te brengen. Deze hergroepering was de gelegenheid voor Bulo om te tonen hoe men denkt over de werkruimte van morgen. Het uitgangspunt is de mensen mobiel maken en niet het meubilair. Met deze configuratie wil Bulo aan toekomstige klanten tonen dat het bedrijf naast het produceren van producten intens zoekt naar mogelijke ruimtelijke configuraties. In de ruimte werd een ‘catwalk’ aangebracht, een scheidend element tussen werk- en circulatiezone. Hierdoor ontstaan meer sta-werkplekken waar men plannen kan openvouwen. Daaronder ruimte voor berging, een andere oplossing dan de klassieke kastwanden. In de herinrichting zijn er ook informele zones, een kleine leesplaats met tijdschriften. Het is een keuze voor een open bureauruimte waar vaste telefoons zijn verdwenen. Iedere personeelslid heeft een mobiel toestel.
Communicatie en een herkenbare imagovorming krijgen binnen Bulo grote zorg. Naast het ‘imagoboek’ dat een beeld geeft van de collectie bracht Bulo in 2000 het eerste ‘ervaringsboek’ uit, een uitvoerige documentatie van vijf realisaties met de H2O en de M2. De grote showroom in Mechelen werd ingrijpend getransformeerd door Luc Vincent. Daarnaast is Bulo op zoek gegaan naar buitenlandse vestigingsplaatsen, naar locaties met kwalitatieve connotaties. Geen locaties in monofunctionele zones als industrieterreinen, wel plaatsen waar wonen en werken intens met elkaar zijn verweven, waar de spirit van de collectie direct aansluiting vindt met het leven. Voor Nederland viel de keuze op een mooi pand in de Amsterdamse Jordaanwijk, in Keulen vond Bulo een schitterende industriële ruimte in het stadshart. In Londen is de showroom gelegen naast het veel bezochte Design Museum, nabij Tower Bridge. De directe binding tussen product en een kwalitatieve omgeving is het uitgangspunt. Men mag gerust stellen dat Bulo op amper zes jaar tijd een begrip is geworden op de internationale markt van het kantoormeubilair. Dit is het resultaat van de inzet van velen binnen het bedrijf en de geïnviteerde ontwerpers. Essentieel is echter het geloof in de kracht van intelligente vormgeving, de combinatie tussen kwaliteit, service en de prikkelende verbeelding die de producten moeten bezitten. Dit Vlaams bedrijf illustreert goed dat investeren in innoverende producten van cruciaal belang is. Het begrip ‘creatie’ is één van de pijlers waarop de ondernemingscultuur van Bulo rust. |
|