| |
| |
| |
Nicole Rowan
Virginia Woolf: waanzinnig geniaal, geniaal waanzinnig
‘Virginia Woolf is de grootste vrouwelijke literator van de 20ste eeuw en, samen met James Joyce, dé vertegenwoordigster van het literair modernisme.’
Van alle 20ste-eeuwse schrijvers is Virginia Woolf diegene die de meest uiteenlopende reacties opwekt. Voor haar verguizers is zij een elitaire snob die alleen over haar eigen ‘upper-middle class’ kon schrijven, haar adorerende bewonderaars daarentegen verheffen haar tot heilige en interpreteren haar zelfmoord als een offerdaad of zelfs een vorm van martelaarschap. Toch hebben die tegenstrijdige reacties één raakpunt: soms lijken geen van beide kampen echt geïnteresseerd in het aandachtig lezen van wat ze schreef. Sommige critici die haar werk wel grondig gelezen hebben, begaan de fundamentele fout de aanstootgevende commentaren van de romanpersonages die zij in het leven riep te beschouwen als haar eigen opvattingen. Sommige enthousiastelingen besteden geen aandacht aan haar romans en journalistieke geschriften, maar pluizen haar familierelaties na en storten zich op de ingewikkelde vriendschapsen andere verhoudingen tussen de leden van de ‘Bloomsbury Group’ waartoe Virginia Woolf hehoorde.
| |
Milieu
De respons die zij oproept is grotendeels te verklaren als een reactie tegenover wat zij en diegenen die haar na stonden (b)lijken te vertegenwoordigen. De Engelse klassenstructuur en de ermee gepaard gaande antipathieën bepalen in zekere mate de manier waarop zij wordt gepercipieerd. Virginia werd geboren in een geprivilegieerd milieu en ze had een aantal rijke vrienden, sommigen met een adellijke titel. De man met wie ze huwde had echter een heel andere achtergrond. Leonard Woolf was een Jood met links-politieke opvattingen, waarnaar hij handelde. Virginia steunde hem, maar terwijl hij tijd en energie stak in het realiseren van zijn idealen, was zij veel minder geëngageerd. Ze schreef artikels en recensies voor zowel linkse als rechtse kranten, maar om in volle vrijheid te kunnen publiceren zette zij, samen met haar man, haar eigen drukpers op. Naast romans schreef zij biografieën, autobiografische schetsen, novellen, essays en drama's en ook duizenden brieven en
Virginia Woolf (1882-1941)
vele volumes dagboeken. In die dagboeken schreef zij openhartig over haar eigen leven en dat van haar familie en vrienden. Ze was er zich van bewust dat zij zichzelf af en toe tegensprak en ze gaf opzettelijk die tendens mee aan personages uit haar romans. Ze gebruikte haar dagboeken ook om commentaar te leveren op de teksten die ze aan het schrijven was en om haar spontane respons te registreren op besprekingen van haar gepubliceerd werk.
Virginia Woolf werd geboren in het Victoriaanse Engeland en reeds op jonge leeftijd was ze zich bewust van de ongelijke behandeling der seksen. Ze was een feministe die tijdens haar leven het stemrecht voor vrouwen zag invoeren, en haar feminisme werd radicaler met de jaren. Ze was getuige van twee wereldoorlogen en maakte in de jaren dertig de opkomst van rechtse dictaturen mee. In haar geschriften poogde ze het politieke met het persoonlijke te verbinden. Alle eerbetoon dat haar werd aangeboden heeft ze geweigerd. Wanneer ze stierf, schreven meer dan tweehonderd mensen, vanuit de meest diverse milieus, brieven naar haar man. In die brieven, waarin over haar vele kwaliteiten werd geschreven, kwam het woord ‘vriendelijk’ het meest voor.
Deze korte inleiding leek mij nodig om Virginia Woolf enigszins te situeren. Verder wil ik mij concentreren op een aantal van haar werken, maar ik moet beginnen met één en ander te vertellen over haar leven. Dit lijkt mij onontbeerlijk om de rijkdom en de diepte van haar geschriften te kunnen vatten. In een aantal romans verwerkt zij immers de ‘documentaire’ feiten uit haar leven tot materiaal voor haar fictie.
| |
Familie
Laat ik beginnen met Virginia zelf aan het woord te laten. In A Sketch of the Past (1939) schrijft zij: ‘Wie was ik dan? Adeline Virginia Stephen, de tweede dochter van Leslie en Julia Prinsep Stephen, geboren op 25 januari 1882, afstammend van veel mensen, sommigen beroemd, anderen obscuur; geboren in een milieu met vele connecties, geboren niet uit rijke ouders, maar uit welstellende ouders, geboren in een zeer communicatieve, geletterde, brievenschrijvende, bezoekende, welbespraakte, laat-negentiende-eeuwse wereld.’
Talland House in St Ives (Cornwall). Virginia Woolf bracht er de zomermaanden van haar jeugd door en gebruikte veel herinneringen eraan in To the Lighthouse (1927).
| |
| |
Onder de ‘vele connecties’ moet in de eerste plaats haar grote en complexe naaste familie worden verstaan. Zowel haar vader als haar moeder waren eerder getrouwd geweest en hadden hun partner zien sterven. Haar moeder, Julia, kwam uit een artistieke familie. Uit haar eerste huwelijk met een beloftevol advocaat had zij twee zoons en een dochter. Virginia's vader, Leslie, had één dochter uit zijn vorig huwelijk met de dochter van de Victoriaanse
Virginia Woolf (geboren Adeline Virginia Stephen, links) en haar zuster Vanessa met wie ze levenslang een heel hechte band had (St Ives 1892).
romanschrijver William Makepeace Thackeray. Samen zouden Julia en Leslie nog vier kinderen krijgen, twee zoons en twee dochters; Virginia was het jongste meisje. Vermeldenswaard is dat haar halfzuster, Laura Stephen, eerder onevenwichig was en dat haar vader, vrezend dat zij de waanzin van haar grootmoeder van moederszijde - iemand die dus geenszins verwant was met Virginia - had overgeërfd, haar apart hield van de andere kinderen,
Drie hoofdfiguren van de Bloomsburygroep: Lytton Strachey, Duncan Grant en Clive Bell.
met haar eigen kindermeisje. Toen Virginia vijf jaar was, werd Laura weggehaald van de familie en verder opgevoed op het platteland. In hoeverre dit alles een invloed heeft gehad op Virginia's mentale instabiliteit, is moeilijk te achterhalen.
Haar leven lang heeft Virginia de nauwste banden gehad met haar zus Vanessa. Zelf beschreef ze hun relatie als ‘een intieme samenzwering’. Het is dan ook niet verwonderlijk dat wanneer Virginia besloten had zelfmoord te plegen, zij afscheidsbrieven achterliet voor twee mensen: haar man Leonard en Vanessa. Woolfs vader, Leslie Stephen, was een vooraanstaand literator, uitgever van eerst The Cornhill Magazine, en, later, van The Dictionary of National Biography en bovendien auteur van talrijke kritische, biografische en filosofische studies. Onder zijn vrienden die geregeld bij hem thuis op bezoek kwamen moeten de Engelse dichter-romancier George Meredith en de Amerikaanse romanschrijver Henry James vermeld worden. Ook haar moeder had literaire connecties. De dichter Alfred Lord Tennyson was een geregeld bezoeker in haar ouderlijk huis, evenals de beroemde actrice Ellen Terry.
Een blijvend portret van hun ouders is volgens Vanessa terug te vinden in Virginia's roman To the Lighthouse (Naar de Vuurtoren), geschreven in 1927, vele jaren na hun dood. Elke zomer van 1882 tot 1894 verlieten de Stephenkinderen het huis in Hyde Park Gate, Londen en brachten zij drie maand door in Talland House, aan de kust van Cornwall. Het was een laatnegentiende-eeuws landhuis, waarvan Woolf een idyllisch beeld naliet in To the Lighthouse. Zowel in Cornwall als in Londen, van 1891 tot 1895, brachten de kinderen wekelijks
| |
| |
een familietijdschrift uit, de Hyde Park Gate News. Reeds op jonge leeftijd bleek Virginia's schrijftalent.
In tegenstelling tot hun broers die een traditionele opleiding genoten overeenkomstig hun familiestatus, werden de meisjes thuis onderwezen door hun moeder en door een reeks leraars en gouvernantes. In grote mate leidde Virginia zichzelf op, met behulp van de buitengewoon rijke bibliotheek van haar vader. Maar ze beschouwde
Virginia Stephen trouwde in 1912 met Leonard Woolf. Zijn literair werk handelde onder andere over zijn koloniale loopbaan op Ceylon.
haar eigen studie als duidelijk minderwaardig ten opzichte van die van haar broers; aan die ongelijkwaardige opvoeding zou zij steeds met bitterheid blijven terugdenken.
De eerste grote tragedie in haar leven gebeurde toen ze dertien was; haar moeder stierf, 49 jaar oud. Woolf zelf noemde dit overlijden de meest traumatische ervaring uit haar leven. Ze zou pas van de schok herstellen, nadat zij erin geslaagd was de geest van haar aanbeden moeder uit te drijven door haar op te voeren als Mrs Ramsay in To the Lighthouse. Twee jaar na de moeder overleed Virginia's halfzus Stella Duckworth. Ook dit verlies ervoer ze als bijzonder pijnlijk.
In één van haar autobiografische geschriften daterend van meer dan twintig jaar na de feiten, bericht Virginia over de seksuele intimiteiten haar opgedrongen door haar halfbroers George en Gerald Duckworth na de dood van haar moeder. Zij was toen vijftien, de mannen meer dan tien jaar ouder.
Toen in 1904 haar vader stierf werd Virginia geconfronteerd met tegenstrijdige gevoelens. Enerzijds ervoer ze zijn overlijden als een soort verlossing, want ze werd erdoor in staat gesteld te gaan schrijven, iets wat volkomen ondenkbaar was geweest tijdens zijn leven. Anderzijds voelde ze zich ellendig. Ze begon last te krijgen van zware hoofdpijnen, hoorde stemmen, sprak onsamenhangend en verloor het contact met haar omgeving. Het kwam zelfs tot een zwakke zelfmoordpoging, toen ze zich uit het raam wierp dat echter niet hoog genoeg was om echt kwaad aan te richten.
| |
Bloomsbury
In de zomer van 1904 gingen de Stephenkinderen in de Londense Bloomsburywijk wonen, in de buurt van het British Museum. Daar leed Virginia aan een vorm van manische depressie, waarvoor haar complete rust werd voorgeschreven. Hoewel lezen en schrijven haar verboden waren, schreef ze toen haar eerste krantenartikel voor The Guardian. Het ging over het huis van de Brontëzussen in Haworth, een plaats die Virginia recent had bezocht. Het effect op haar gezondheid was zo gunstig dat zij een aanbod aanvaardde om, onbezoldigd, avondles te geven aan arbeiders en arbeidsters. Ze onderwees Engelse literatuur en geschiedenis en maakte gebruik van haar reiservaringen in Italië.
Uit die periode dateren ook de ‘donderdagavondbijeenkomsten’ georganiseerd door Virginia's broer Thoby, die zijn Cambridgevrienden uitnodigde om over de meest uiteenlopende onderwerpen te praten. Dit gezelschap zou uiteindelijk uitgroeien tot wat bekend werd als de ‘Bloomsbury Group’, waarvan de meest vooraanstaanden waren: Lytton Strachey, de vermaarde biograaf, die in Eminent Victorians (1918) een aantal heilige huisjes omverwierp, recent nog opgevoerd in de film Carrington; de verlichte economist John Maynard Keynes; de kunstcriticus Clive Bell, Virginia's latere schoonbroer; Leonard Woolf, literator en socialistisch politicus; de schilder Duncan Grant; E.M. Forster, die faam zou verwerven met romans als A Room with a View en Howard's End, om de meest populaire te noemen. Aanvankelijk namen Vanessa en Virginia niet deel aan de gesprekken, maar zij werden geconfronteerd met een vorm van vrijheid die tot dan onvoorstelbaar was geweest. Van nachtelijke discussies over schoonheid en waarheid evolueerde de groep naar openhartige analyses van hun eigen seksualiteit, vooral van de homoseksualiteit die de school- en studietijd van velen van de mannen had gekarakteriseerd. Voor de jonge vrouw, die de schrijfster Virginia Woolf zou worden, betekende dit het einde van de Victoriaanse periode met haar verdoken onderdrukking van het vrouwelijk intellect en haar openlijke veroordeling van ieders seksualiteit.
De groep was dus van groot belang voor Virginia, maar nergens in haar geschriften is er sprake van beate bewondering. Haar beschrijvingen van de avonden die ze samen doorbrachten zijn hilarisch. Het is duidelijk dat zij die jonge mannen veel te zelfgenoegzaam vond. Echt van belang voor Virginia was dat zij een groep vormden die haar en Vanessa niet in de eerste plaats zagen als mogelijke huwelijkskandidaten, maar dat zij ‘au sérieux’ werden
In 1917 verschijnt de eerste publicatie van de Hogarth Press, de privé-uitgeverij van Leonard en Virginia Woolf. In 1919 publiceren ze Kew Gardens van Virginia Woolf met een kaftontwerp van haar zuster Vanessa.
genomen en konden meedenken over moeilijke onderwerpen. Deze jongelui waren niet bedreigend; ze hadden geen plannen met de jonge vrouwen en dit was voor de nerveuze, kwetsbare en gekwetste Virginia een enorme opluchting. Ze voelde zich ook geenszins de mindere. Niettegenstaande het feit dat de mannen beter geschoold waren en meer ervaring hadden opgedaan in de buitenwereld, beschouwde Virginia zichzelf als meer beproefd en getoetst door de trauma's en schokken van het leven dan zij. Vanaf 1910 veranderde de groep van karakter doordat er meer mensen uit een wijdere kring bijkwamen. Waarschijnlijk was de schilder Roger Fry de invloedrijkste nieuwkomer. Later zou Virginia Woolf zijn biografie schrijven.
De groep had geen gemeenschappelijk programma en schreef geen manifest. Wat hen verbond was de behoefte tot ver- | |
| |
Virginia Woolf (1930). In deze periode schreef ze aan Ethel Smyth: ‘Mijn angst voor het echte leven heeft me altijd in een nonnenklooster gehouden.’ (22 juni 1930) en ‘...2 of 3 keer alles bijeen, voelde ik me fysisch aangetrokken tot een man...’ (15 augustus 1930).
nieuwing van het huiselijke, intellectuele, culturele en politieke leven. Zij stelden zich tot taak de Victoriaanse familie en de Victoriaanse cultuur, gestoeld op een arrogant imperialisme, te vernietigen. Ze wilden beide vervangen door pacifisme en estheticisme. Maar bovenal verwierpen zij gemoraliseer in kunst en literatuur.
Het gehele patroon van het familieleven veranderde totaal onder de volgende generatie, evenals de houding t.o.v. vrouwen en hun levenswijze, zowel privé als publiek. Ze veroverden het stemrecht. In dat alles toonde de Bloomsbury Group zich een belangrijke en aanstootgevende voorhoede. Ze pronkten en provoceerden met hun onconventionele seksuele relaties. Voor Virginia Woolf was het uiterst belangrijk een onconventioneel privé-leven te kunnen leiden (een niet-seksueel huwelijk met een bemoederende echtgenoot, een huwelijk dat niet stukging onder de druk van een lesbische liefdesaffaire). Woolfs werk was nauw verbonden met de historische opkomst van ‘de nieuwe vrouw’, een evolutie die weergegeven wordt in het werk Night and Day.
De leden van de groep waren vernieuwers die theorie en praktijk op vele terreinen moderniseerden: in psychoanalyse, biografie, esthetica, economie en politiek. Niet de minste van Bloomsbury's verwezenlijkingen was de introductie in Engeland van het gedachtegoed van Sigmund Freud. Zijn werk werd gepubliceerd door de Hogarth Press van de Woolfs, vertaald door Lytton Stracheys broer James. Virginia's broer Adrian Stephen en zijn vrouw Karin werden opgeleid tot psychoanalytici. In de literatuur, de psychoanalyse en de politiek, leerden de leden van de Bloomsbury Group de irrationele drijfveren en de onbewuste krachten niet te onderschatten.
| |
Huwelijk
Na deze, m.i. noodzakelijke uitweiding over de Bloormsbury Group, keer ik terug naar Virginia's biografie.
In 1906 werd zij geconfronteerd met een nieuwe traumatische ervaring. Na een trip naar Griekenland die de vier Stephensen hadden ondernomen, overleed haar broer Thoby plotseling ten gevolge van tyfuskoorts. Zoals het verlies van haar moeder, zal deze nieuwe familietragedie Woolfs esthetisch groeiproces wellicht hebben vertraagd; ongetwijfeld werd haar eigen geestelijke gezondheid erdoor verzwakt. Waarschijnlijk is dit de reden waarom ze pas na haar huwelijk met Leonard Woolf in 1912 erin slaagde voldoende energie op te brengen om haar eerste roman te voltooien, The Voyage Out, (De Heenreis) (1915), een boek waaraan ze zeven jaar had gewerkt vooraleer het uiteindelijk werd gepubliceerd.
Slechts een jaar voor haar huwelijk had Virginia Stephen de voor haar pijnlijke vergelijking gemaakt tussen haarzelf en haar zus Vanessa - getrouwd, moeder en een productieve schilderes -: ‘29 zijn en ongetrouwd - een mislukkeling zijn - kinderloos - geestelijk gestoord ook, geen schrijfster’. Maar wanneer ze Leonard Woolf huwde, na het fiasco van een 24-uur durende verloving met de homoseksueel Lytton Strachey, blijkt ze het gevoel te hebben gehad een echtgenoot te hebben gevonden met wie ze perfect gelukkig kon zijn. Hoewel hun relatie op sommige punten ongewoon was - seksueel was ze zo goed als onbestaande - waren de ‘Woolves’, zoals Leonard en Virginia in hun vriendenkring werden genoemd, zonder de minste twijfel een uitzonderlijk compatibel koppel. Leonard Woolf, een voormalig koloniaal ambtenaar en, zoals zijn vrouw het zei, een ‘Jood zonder centen’, was zijn overgevoelige maar toch met sterke literaire ambities begiftigde vrouw hartstochtelijk toegewijd. Hij verzorgde haar tijdens de periodes waarin ze geestelijk gestoord was en steunde haar bij haar werk toen ze opnieuw gezond werd.
In de jaren na haar huwelijk werkte Virginia meer en meer intensief aan haar vorming als schrijfster. Ze publiceerde een reeks romans die van haar in het midden van de jaren twintig één van de bekendste en meest innovatieve literatoren in Engeland hadden gemaakt. The Voyage Out, waarin een vrouw, Rachel, zich afvraagt hoe ze huwelijk en onafhankelijkheid kan verbinden - volgens Strachey een zeer, zeer on-Victoriaanse roman - werd gevolgd in
Handschrift van Virginia Woolf. Rolverdeling van het stuk Freshwater met familieleden en vrienden als acteurs (Mitzi was het aapje van de familie Woolf!).
| |
| |
1919 door Night and Day, waarin het gemoedsleven van een jonge schrijfster, geestelijk verwant met Virginia zelf, wordt geëxploreerd. Relatief conventioneel naar vorm en inhoud, liet dit boek niet vermoeden dat veel experimenteler werken op komst waren. Jacob's Room (1922) is een collage van discontinue scènes, een antioorlogs roman, een opzettelijk gefragmenteerde meditatie over het leven en de dood van een jongeman die opvallende gelijkenissen
A Room of One's Own (1929) was de neerslag van enkele literaire lezingen. Het boek is in vele opzichten de eerste vorm van feministische literatuurkritiek. Kaftomslag van Virginia's zuster Vanessa Bell.
vertoont met Woolfs broer Thoby. Mrs. Dalloway (1925) is een gedurfd gestructureerde analyse van het Londense society leven na Wereldoorlog I. Het tijdsschema is 24 uur in het leven van Clarissa Dalloway, een vrouw van middelbare leeftijd, de echtgenote van een parlementariër, die een feest voorbereidt en geeft op het moment dat een oude vriend, die ze had kunnen huwen, terugkeert uit India. Het is een voor de hand liggende gelegenheid voor haar om zich te bezinnen over het verleden. Ook haar gekke dubbelganger wordt opgevoerd, Septimus Warren Smith, een aan shellshock lijdende oorlogsveteraan, die paradoxaal functioneert als Clarissa's andere ik. In die roman dringen we binnen in de menselijke geest en het menselijk hart, in de innerlijke wereld van het personage. Het gezichtspunt verschuift van de geest van het ene personage naar die van een ander.
To the Lighthouse (1927) gaat over twee dagen gescheiden door een kloof van 10 jaar. De eerste is een vooroorlogse zomeravond waarop het Ramsay gezin, in hun vakantiewoning op Skye, een mogelijk bezoek plant aan de vuurtoren de volgende morgen. Wanneer de avond valt, maakt het weer het steeds onwaarschijnlijker dat het bezoek zal kunnen doorgaan. De verwachtingen en ontgoochelingen van de kinderen en de gevoeligheid of onverschilligheid waarmee hun ouders daarop reageren, worden subtiel geëxploreerd. Wanneer tijd en oorlog het gezin niet hebben gespaard - de moeder en twee van de kinderen zijn overleden - maken de twee overblijvende kinderen, nu volwassen, met de vader deze wel zeer symbolische uitstap in het laatste deel van het boek. De roman is deels een nostalgisch gedenkschrift over Woolfs eigen kindertijd, toen het gezin de zomers doorbracht aan de kust van Cornwall, deels een kritiek op de Victoriaanse zeden, die door de opstandige Virginia Stephen als verstikkend, vooral voor de meisjes, werden ervaren.
In de periode waarin zij deze boeken schreef richtten de Woolfs ook hun eigen uitgeverspers op. De hele onderneming was gestart als een hobby, maar groeide algauw
De ontmoeting met Vita Sackville-West betekende een keerpunt in Virginia Woolfs leven. Vita Sackville hier in Sissinghurst met een foto van V. Woolf op haar bureau.
uit tot een belangrijk gegeven in het culturele landschap.
| |
Vita
Hoewel Virginia Woolf een centrale figuur geworden was in het Londense literaire leven, bleef zij zichzelf zien als een outsider, in de eerste plaats, omdat ze een vrouw was. Vanaf het begin - haar kritische essays bewijzen dat - was zij geobsedeerd door de idee dat zij een uitsluitend vrouwelijk esthetisch erfgoed moest reconstrueren, dat een tegengewicht zou vormen ten opzichte van de mannelijke traditie. Wanneer zij in bet begin van de jaren twintig een jonge schrijfster ontmoette, Victoria (Vita) Sackville-West, en hals over kop op haar verliefd werd, intensifieerde dit in grote mate haar betrokkenheid bij levens en werken van vrouwen. Vita Sackville-West was een telg uit een oude aristocratische familie. Ze was een lesbische dichteres en romancière, die reeds enkele jaren getrouwd was met de biseksuele diplomaat Harold Nicolson, van wie ze twee zonen had. Ze was grootgebracht op het indrukwekkende landgoed Knole, en de tragedie en schande was dat, omdat ze een vrouw was, ze dit domein waarvan ze zoveel hield, niet kon erven. Bij de dood van haar vader in febru- | |
| |
ari 1928, ging het over naar haar oom. In zekere zin om Vita, die intussen de grote passie geworden was in het leven van Virginia Woolf, te troosten, schreef zij Orlando: A Biography (1928). Het is een parodische biografie van een 400 jaar oud personage dat Vita voorstelt, die in de 15de eeuw geboren werd als jongen en pas in de 17de eeuw een vrouw wordt. In dit fantastisch zich over vier eeuwen afspelend verhaal wordt niet alleen de geschiedenis weergegeven van de familie Sackville-West, maar ook de ontwikkelingsgang van de Engelse literatuur van de Renaissance tot de 20ste eeuw. Het boek wordt wel eens de langste liefdesbrief in de literatuur genoemd.
Woolfs gevoelens voor Vita hebben wellicht ook de aanzet gegeven tot een boek dat een soort ‘zuster’ is voor Orlando, A Room of One's Own (Een Eigen Kamer) (1929), een verhelderend uitgebreid essay over ‘vrouwen en fictie’ dat de eerste publicatie is op het gebied van de feministische literatuurkritiek in de Engelse taal. De hoofdstelling die Woolf in dit boek uiteenzet is dat een vrouw geld moet hebben en over een eigen kamer moet beschikken om fictie, romans dus, te kunnen schrijven.
Na deze enigszins exuberante werken versomberde Woolfs leven en werk. Hoewel haar vriendschap met Vita nooit compleet werd verbroken, vervaagden de contacten, en nooit zou Virginia nog dezelfde
In 1958 verscheen een Nederlandse vertaling van A Room of One's Own. (Uitgave G.A. Van Oorschot, Amsterdam)
Virginia Woolf in 1932. Kort ervoor verscheen The Waves dat een hoogtepunt vormde in haar literaire experimenten.
zelfde echt erotische passie beleven. Haar werk The Waves (De Golven) (1931) - in de golvende beweging van het water had ze altijd al de eeuwigheid herkend - toont Woolf op het hoogtepunt van haar avantgardistische experimentele vermogens. Zelf noemde ze dit boek een ‘poem-play’; het is het minst mimetische, minst realistische van al haar werken. Het bestaat uit een reeks meditatieve lyrische monologen uitgesproken door zes centrale personages, maar elke figuur is op één of andere manier, een aspect van de centrale menselijke identiteit; allen worden gekweld door de vroegtijdige dood van een dubbelzinnig heroïsche jongeman, Percival genaamd, die betekenisvol verwant is met Woolfs gestorven broer Thoby. Eén van de personages, Bernard, een schrijver, is één van Virginia Woolfs meest bewuste zelfportretten. Met dit werk wil zij aantonen dat wat een leven echt uitmaakt, gewoonlijk over het hoofd wordt gezien door biografen; in tegenstelling tot hen, besteedt zij dus geen aandacht in het boek aan ouders, sociale groepen, werk, huiselijk leven, huwelijk en dies meer. Het is een hard boek over harde onderwerpen: waanzin en wanhoop, oud worden, verlies en zelfmoord. Het beweegt zich tussen verrukking en wanhoop.
Veel succes kende Virginia Woolf met haar werk The Years (1937), een zogenaamde familiekroniek, maar eigenlijk een deconstructie van de familiekroniekroman. Informatie, betekenis en narratieve continuïteit worden de lezer onthouden.
| |
Engagement
In Three Guineas (1938) waarvan de titel refereert aan de geldelijke bijdragen die haar gevraagd werden voor allerlei politieke goede werken, gaat het over sociale en politieke aangelegenheden, waarbij Virginia zich nauw betrokken voelde. In juli 1937 was Vanessa's zoon Julian gedood in de Spaanse Burgeroorlog, waar hij vocht aan de zijde van de antifascisten. In tegenstelling tot zijn moeder en tante, geloofde hij dat de beschaving moest verdedigd worden tegen het fascisme tot elke prijs, oorlog inbegrepen. ‘Op dit moment anti-oorlog-zijn betekent zich onderwerpen aan het fascisme, antifascist zijn betekent bereid zijn tot oorlog’, zo schreef hij. Op vele punten is Three Guineas een antwoord op de argumenten van haar neef; het is het meest boze boek dat Virginia ooit schreef. Ze uit in dat boek op compromisloze wijze haar ideeën en gevoelens over de mannelijke geest, over oorlog en fas- | |
| |
cisme. De vraag die het boek probeert te beantwoorden is: hoe kunnen de dochters van ontwikkelde mannen helpen oorlog te voorkomen? Aangezien Woolf de verborgen connecties zag tussen de Westerse patriarchale structuren en Hitlers gekaplaarsde nazi's die in naam van het Vaderland Europa vertrappelden, was zij ervan overtuigd dat vrouwen, eens zij de mannelijke wereld waren binnengedrongen, hun positie als outsiders moesten bewaren om niet gecorrumpeerd te worden door rijkdom, prestige en macht, die het mannelijk egotisme voeden en hun verlangen om te domineren. Patriarchaat en dictatorschap waren voor haar één en hetzelfde. Zichzelf zag Virginia Woolf als de stichtster van een ‘Sociëteit van Outsiders’.
Met het uitbreken van de oorlog en meer en meer Duitse vliegtuigen boven het Engelse luchtruim werd Virginia Woolf steeds angstiger, niet alleen met betrekking tot haar eigen gezondheid, maar ook met die van de maatschappij. Haar broer Adrian, een dokter, had haar en Leonard voorzien van een pijnloos vergif, voor het geval de Duitsers Engeland zouden binnenvallen, wat voor het koppel desastreus zou zijn, gezien het feit dat Leonard een Jood was. Maar blijkbaar was geen enkele dokter in staat haar te genezen van de
V. Woolfs dagboek biedt prachtige evocaties van honderden scènes, ervaringen, ontmoetingen, emoties en herinneringen in een eerlijk-zoekend proza, rijk aan nuances, beelden en indringende typeringen.
Handschrift van de eerste versie van de afscheidsbrief die Viriginia Woolf voor haar man schreef. Enkele uren later pleegde ze zelfmoord door verdrinking in de Ouse (28 maart 1941).
‘Liefste, Ik wil je zeggen dat je me volslagen geluk gegeven hebt. Niemand kon meer gedaan hebben dan jij deed. Geloof dat alsjeblieft. Maar ik weet dat ik nooit hierover heen zal raken: en ik verspil je leven. Het is die waanzin. Niets wat men ook zegt, kan me overtuigen. Jij kunt werken, en je zult veel beter zijn zonder mij. Je ziet dat ik dat zelfs niet kan schrijven, wat bewijst, dat ik gelijk heb. Al wat ik wil zeggen, is dat - tot die ziekte kwam - we perfect gelukkig waren. Het was allemaal dankzij jou. Niemand kon zo goed zijn, als jij was, vanaf de eerste dag tot nu. Iedereen weet dat. V. Je zult Rogers brieven aan de Maurons in de lade van de schrijftafel vinden in mijn tuinhuis. Wil je al mijn papieren vernietigen.’
‘stemmen’ die ze opnieuw hoorde. Op 28 maart 1941 stopte Virginia een zware steen in haar jaszak en liep ze in de stroom die vlakbij haar huis passeerde. Ze liet brieven achter voor Vanessa en voor Leonard waarin ze verklaarde dat ze er zeker van was opnieuw naar een depressie te evolueren en haar verstand te verliezen. Ze besloot met de geruststellende verzekering dat ze dacht dat twee mensen niet gelukkiger hadden kunnen zijn dan zij en Leonard waren geweest.
| |
Postuum
Virginia Woolfs laatste roman Between the Acts (Tussen de Bedrijven) werd postuum gepubliceerd in juli 1941. Met een knipoog naar James Joyces boek A Portrait of the Artist as a Young Man, wordt het werk wel eens betiteld als ‘A Portrait of the Artist as an Old Woman’. Het gaat inderdaad over oud worden en over het eeuwenoude gevecht tussen Eros en Thanatos, liefde en dood. Meer nog dan in haar andere romans bestaat er geen scheiding tussen toeschouwer en spelers, lezer en schrijver, personage en maatschappij, tekst en wereld. Zoals in de Socratische dialoog zijn de deelnemers de toeschouwers, en de toeschouwers de deelnemers.
Maar grootser dan al haar andere werken zijn Virginia Woolfs dagboeken, waarvan de volledige tekst vijf volumes in beslag neemt. Het geheel is een egodocument, waarin Virginia Woolf dag na dag haar schrijverschap ontrafelt. De lezer ziet uit welke minuscule kernen hele romans ontstaan en begrijpt hierdoor wat haar bijzonder ambitieuze technische en formele doelstellingen zijn, dus waar het zo moeilijk definieerbare literair modernisme in de praktijk op neerkomt. De weergegeven zowel ogenschijnlijk banale als betekenisvolle momenten - ‘moments of being’ - suggereren iets van de diepte van het bestaan. Het gebruik dat zij maakt van de ‘stream of consciousness’, de via associaties opborrelende aaneenschakeling van gedachten en gevoelens, vereiste dat zij komaf zou maken met de verhalende stijl van het realisme. De dagboeken vormden hiervoor een uitgelezen oefenterrein.
Virginia Woolf is m.i. de grootste vrouwelijke literator van de 20ste eeuw en, samen met de Ierse schrijver James Joyce, de vertegenwoordigster bij uitstek van het literair modernisme. Vaak is haar leven beschreven. Haar imago wordt commercieel uitgebuit. Ze is uitgegroeid tot feministisch icoon en haar werken worden bestudeerd aan elk hoger instituut waar literatuur deel uitmaakt van het curriculum. Was ze een snob? Haar biografe Hermione Lee noemde haar accent bekakt en klassegebonden. Was ze radicaal? Was ze socialist of elitair? Het antwoord op deze vragen is te zoeken in haar werken.
|
|