Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 47(1998)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] Dichter te gast Roger M.J. de Neef Inwoners van het lichaam Ik ken de inwoners van het lichaam Ik draag ze met me mee ze zijn in me thuis. Ik ken de reizen van de grote van de kleine bloedsomloop Ja, ik ken het oproer van het bloed. Daarom noem ik de lever en de maag, de hersenen, de nuttige nieren met hun toenaam. Vertrouwelijker kan het niet; Ik sta op goede voet met alle inwoners van mijn lichaam. Zeg maar: ik ken ze ten voeten uit want onder de voeten houdt gewoonlijk alles op, begint de andere wereld. Even goed ken ik ze uit het hoofd want boven het hoofd groeien wolken bevriezen de sterren. En om al deze redenen ken ik, verwen ik mijn armen. Echt, ik hou van mijn armen met daartussen het tweestromenland en daar woon jij. Kerkuil Van al wat vogelvrij vliegt verkies ik de kerkuil omdat die mij het meest naar jou verlangen doet. Zijn gezicht heeft de vorm van je hart naast de witheid van de witte raaf Slechts jou kan hij me tonen zonder verlies van zijn gezicht. Hierom, hartje, kies ik de kerkuil. Alleen 's avonds verlaat hij zijn toren En met jou op zijn gezicht bevliegt hij de overkant van het licht. Handwerk Liefde is handwerk Ik giet je uit als licht en knoop het met je schaduw dicht. Uit de bundel in voorbereiding: ‘De kou van liefde’. Vorige Volgende