Studio Brussel als antenne
Studio Brussel is voor de muziekindustrie in dit land ook een soort antenne van wat goed in dit marktsegment ligt. De wekelijkse luisteraarslijst De Afrekening is voor platenmakend Vlaanderen bijvoorbeeld de gedroomde thermometer voor wat het jonge volkje lust of niet. En dat sijpelt onvermijdelijk ook door naar of van eilandjes als BasSta!, Keinijg en Krapuul de Lux en uiteindelijk ook naar de dagelijkse muziekprogrammering. Het feit dat de hele zender één groot communicerend vat is, komt én de luisteraar, én de platenproducent én de artiest ten goede. dEUS kan net zo goed in BasSta! 's avonds als in Het Museum om 11 uur 's morgens, k's Choice is 's morgens vroeg te horen in Het Startblok, maar komt ook 's middags aan bod in het popnieuws.
Bovendien helpt Studio Brussel als sponsor van concerten en festivals en als verslaggever ook mee aan een muziekvriendelijk klimaat, niet alleen voor Vlaamse, maar ook voor buitenlandse groepen, die hier graag komen en vaak hier het eerst doorbreken, vooraleer ze op het thuisfront succes kennen. Alle actoren op het muziekfront kennen het aanspreekpunt. In Studio Brussel vinden zij - in hun eigen woorden - een natuurlijke bondgenoot.
Een zender als Studio Brussel is zonder enige overdrijving een unicum. De zender biedt de muzieksector een instrument dat velen in Europa en daarbuiten ons benijden: een zender die 24 uur per dag dezelfde gezonde mix serveert van het artistiek interessantere deel van de mainstream tot de extreemste randfenomenen. Waar anders ter wereld word je 's morgens getrakteerd op een frisse douche met beats en riffs, die even daarvoor nog schoorvoetend 's avonds werden geïntroduceerd als het nieuwste neusje van de zalm?
Met name Nederland, dat voor de radiomakers hier in de jaren 60 zowat als toonbeeld gold van wat pop-radio moest zijn, kijkt jaloers over de grens naar wat hier met weinig middelen wordt waargemaakt. Zowel radiomakers als luisteraars zijn het holle gewauwel van dj's over fletse plaatjes meer dan zat.
Radio is ook een medium in constante evolutie. De muzikale invulling van Studio Brussel anno 1997 is niet te vergelijken met die van tien jaar geleden en allicht ook niet met die van het jaar 2000. De spirit is dan wel dezelfde gebleven, je mag als jonge zender de ontvankelijkheid en de alertheid nooit verliezen. Alleen de relativering wordt wat groter als je de muziekwereld al een tijdje volgt.
Als je aanneemt dat na het kiemen van de rock-'n-roll met Bill Haley, Buddy Holly en later Elvis Presley, de Beatles & Stones-generatie een vertrekpunt was voor de naoorlogse populaire jongerenmuziek, dan moet je constateren dat sindsdien, volgens bepaalde golfbewegingen de muziek is geëvolueerd. In de jaren 80 kon het niet machinaal genoeg, dan weer regeerde de disco-manie, de grunge greep dan weer resoluut terug naar de punkgedachte, zij het met meer oog voor dynamiek-verschillen.
Ook psychologisch is er één en ander veranderd, niet zozeer in het radiobeeld, dan wel in de muziekbeleving.
De grote generatiekloof uit de jaren 60 bestaat de facto niet meer. Toen was rock nog een icoon voor het verzet van zich progressief voelende jeugd tegen het verstarde conservatisme van hun ouders. Nu gaan vaders met hun zonen samen naar Torhout Werchter en dansen moeders met hun dochters op dezelfde house-deun.
Radio was toen een medium dat vol was van de rebellie die ook uit de muziek van die tijd sprak: de piratenradio's voorop, Radio Luxemburg, zelfs AFN, en bepaalde cult-programma's op de openbare omroepen. De doe-het-zelf-gedachte werd later doorgetrokken in de vrije radio's. De teamgeest bleef, het goedbedoelde amateurisme werd omgeturnd tot onmerkbare professionaliteit. Het tijdperk van de piratenradio's is verdwenen, en het kan merkwaardig lijken dat de favoriete jongerenzender binnen de openbare omroep is te situeren.