Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 46
(1997)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 373]
| |
Koenraad Hinnekint
| |
Een mysterieus aureoolIn onze cultuur wordt ‘muziek’ heel vaak geassocieerd met betekenissen die een exclusief karakter toekennen aan een bepaalde omgang met muziek. Hierdoor bezit de muzikale beleving een uitgebreid spectrum aan herkenbare codes of attitudes die typisch zijn voor een specifieke (sub)cultuur. Ook de omgang met popmuziek wordt door dit mysterieus aureool omgeven. Als auditieve prikkel heeft popmuziek het exclusiviteitscontract met de ‘muzen’ definitief verbroken. Die muziek wordt immers gekoppeld aan verschillende technologische of sociaalculturele evoluties. Ze bezit een slagkracht, die niet enkel de perceptie van het subject verandert, maar in vele gevallen ook de structuur van het object mee bepaalt. Muzikale parameters worden dan onderhevig aan factoren die met het traditioneel muziekbegrip niets hebben te maken. Zoals reeds aangegeven volstaat het elementaire ‘zender-ontvanger’-model niet meer om de auditieve of visuele waarneming van popmuziek te beschrijven. De overdracht gebeurt namelijk via maatschappelijk geïnstitutionaliseerde media, waardoor het object slechts een schakel lijkt in een groot raderwerk. De andere schakel - het waarnemend individu - wordt bovendien geplet onder een ‘media-wals’ waar men moeilijk kan aan ontsnappen. De omgang met popmuziek moet dan ook worden gesitueerd binnen een maatschappelijk te begrijpen ketting van productietransmissie en receptie waarbij het handelend subject een bijzondere plaats krijgt toebedeeld. | |
Op zoek naar een modelIn zijn theorie omtrent het handelingssysteem muziek probeert GrossmannGa naar eind1 het muzikale communicatiegebeuren als een deelaspect van een maatschappelijk handelingssysteem te beschrijven. Deze benadering lijkt ons - zeker in het perspectief van de perceptie van popmuziek - bijzonder interessant daar zij niet zozeer het muzikale object en haar specifieke structuur in het centrum plaatst, maar dit proces probeert te situeren binnen een ruimer kader. De auteur richt zich immers niet op een esthetisch postulaat, maar wel op concrete, door het subject gerealiseerde en in een sociale context te situeren interactieprocessen.
Model van muzikale communicatie (Grossmann)
Party in The Institute of Contemporary Art in Londen.
Het basismodel van deze theorie onderscheidt vier handelingssystemen: productie, bemiddeling, receptie en verwerking. Voor een goed begrip proberen we deze handelingssystemen kort te verduidelijken. Tijdens een muzikale productiehandeling wordt een akoestisch product gerealiseerd. Het resultaat van dit handelingsverloop kan zich zowel in de directe klankproductie alsook in een grafische weergave (bvb. een partituur) profileren. Een muzikale bemiddelingshandeling ontstaat, wanneer deze producten naar andere subjecten worden overgebracht. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een directe en indirecte bemiddeling (al dan niet gebruik makend van een extra medium). Een muzikale receptiehandeling komt tot stand wanneer iemand op basis van een receptieve handeling een betekenis geeft aan hetgeen hij waarneemt. Dit leidt | |
[pagina 374]
| |
uiteindelijk tot het vierde handelingssysteem. De waargenomen prikkel en de daaraan gekoppelde betekenis kan namelijk verder worden verwerkt. Dit gebeurt tijdens een muzikale verwerkingshandeling. In elk handelingsverloop zijn telkens 5 verschillende niveaus terug te vinden: de context waarbinnen de handeling plaatsvindt, de deelnemers aan het handelingsverloop, de intentionaliteit van de handeling, het akoestisch resultaat van de
Pukkelpop '96, Hasselt.
handeling en de bewuste of onbewuste beleving door de deelnemers. Enkele voorbeelden geven aan dat deze niveaus binnen eenzelfde handelingssysteem sterk kunnen verschillen. Een studio-opname of een liveuitvoering van een popsong behoren bijvoorbeeld tot het handelingssysteem reproductie. Toch verschillen deze beide vormen van muzikale reproductie heel sterk qua context, deelnemers, intentionaliteit, alsook qua akoestisch resultaat of betekenis. Praten over de muziek die in een café wordt gespeeld of dansen op muziek in een discotheek zijn beide voorbeelden van handelingen die binnen het handelingssysteem verwerking worden gesitueerd. Het zal duidelijk zijn dat ook hier de reeds aangehaalde niveaus sterk verschillen. | |
De perceptie van popmuziekPopmuziek kan zowel muzikaal als buitenmuzikaal diverse gedaantes aannemen. De perceptie van die muziek kan om die reden onmogelijk in duidelijk te onderscheiden categorieën worden onderverdeeld. Louter muzikaal zorgen verschillende stijlen en genres reeds voor een heel gevarieerd auditief landschap. Bovendien worden bij de waarneming van popmuziek ook talrijke niet-muzikale betekenissen opgenomen. Deze functies of werkingen vormen een substantieel gegeven van deze cultuurvorm. Men mag dan ook veronderstellen dat deze (extra)muzikale context een belangrijke invloed uitoefent op de auditieve of visuele perceptie van popmuziek. Luisteren of kijken naar popmuziek kan op basis van het voorgaande een boeiende belevenis zijn. Het is als kijken in een caleidoscoop die fascinerende indrukken achterlaat. Het venster van de ‘popmuziek-caleidoscoop’ vertoont echter verschillende barsten. De steeds verder oprukkende hegemonie van markteconomische principes en technologische ontwikkelingen herleidt dit muziekgenre namelijk tot goed uitgekiende effecten die zo veel mogelijk verbruikt of geconsumeerd dienen te worden. Mensen worden dagelijks bestookt met prikkels die oor en oog - vanuit fysiologische optiek - niet kunnen begrijpen. Elke prikkel staat namelijk voor de reproductie van een eigen code die bij een typisch tekensysteem hoort. Heel wat popmuziek mag worden herleid tot gevoelens, kicks of illusies die zorgen voor een ‘geraffineerde consumentenmanipulatie’ (Braeckman). Popmuziek is een meesterlijke verleidster die ons allen continu om de tuin leidt. Oog en oor worden echter ook letterlijk in het ootje genomen. De kracht van monumentale klanktorens die duizenden decibels in de festivalweide richten; massa's lichteffecten die zorgen voor een spektakel van flitsende beelden; adembenemende acts waarin zangers, muzikanten en dansers herleid worden tot marionetten van show en techniek; de stringente tijdsbarrière waaraan elk popnummer beantwoordt: het zijn maar enkele voorbeelden van elementen die het subtiele niveau van eenvoudige prikkels voor oor en oog overstijgen en de (muzikale) verbeeldingskracht van de luisteraar in de kiem smoren. En toch blijft popmuziek ons fascineren en houdt zij onze cultuur en consumptiemaatschappij stevig in de greep. Popmuziek blijkt dan ook veel meer te bieden dan enkel maar klank of licht. | |
Betekenissen van popmuziekHet zou ons te ver leiden om alle betekenissen van popmuziek te verduidelijken. Bovendien kan popmuziek zo veel verschillende maskers opzetten dat bepaalde functies of werkingen niet duidelijk zijn af te bakenen. Popmuziek als tekst, als dans, als jeugdcultuur, als muziek, als vlucht, als kunst, als winst, als protest, als seks, drugs en rock-'n-roll,...; allemaal bepalingen die duidelijke lijnen in het poplandschap lijken te trekken. En toch zijn het slechts bakens die de betekenis van popmuziek enkel vaag kunnen duiden. Voor de doorgewinterde popfanaat zijn deze axioma's dan ook een bron van ergernis en onduidelijkheid. Over één ding worden we het misschien wel eens: popmuziek is een maatschappelijk verschijnsel dat zich in wezen - als belangrijkste doelpubliek - vooral op jongeren richt. Popmuziek en jeugdcultuur vormen a.h.w. een Siamese tweeling die zij aan zij een weg zoekt in het onpersoonlijk en kleurloos gewriemel van de massa. Historisch gezien is die jeugdcultuur - net als popmuziek trouwens - een vrij jong fenomeen. De ontwikkeling naar een zelfstandige identiteit in de maatschappij is een aparte levensfase die in geen enkele periode in de menselijke geschiedenis zo nadrukkelijk aanwezig was. In onze postmoderne samenleving profileert deze zoektocht naar sociale differentiatie zich steeds vaker in karakteristieke consumptiepatronen. Opvallend jongerengedrag wordt om die reden ingepalmd door de audio-visuele media die er een eenduidig en algemeen toegankelijk consumptieproduct van maakt. Die specifieke codes, attributen of gedragingen geven de demarcatielijn aan tussen dominante en alternatieve culturen, tussen generaties met elk hun eigen leefwereld en tussen verschillende subculturen en hun tekensysteem. Door die tekens te commercialiseren verliezen object en subject hun eigenheid. Ze worden herleid tot respectievelijk een verzameling consumptiegoederen die door (een massa) consumenten wordt verbruikt. De wet van vraag en aanbod kan weelderig floreren en het gouden kalf is nooit ver uit de buurt. Een beschrijving van jonge muziek voor het jaar 2000 - in concreto de auditieve en visuele omgang met popmuziek in onze tijd - kan niet om deze evolutie heen. De productie en reproductie van popmuziek richt zich op een massale receptie van het muzikale aanbod. Niet alleen het object zelf, maar ook de wijze waarop we het object waarnemen, wordt ons door het medium opgedrongen. Het handelingssysteem muzikale receptie wordt bij popmuziek herleid tot enkele paradigma's die de consument gemakkelijk kan hanteren. De perceptie van popmuziek vervalt op deze manier in steriele waarnemings- of gedragspatronen die de creativiteit en verbeeldingskracht van (jonge) mensen beknotten. Hoewel een groot gedeelte van de popmuziek onder deze invloedssfeer valt, zijn er toch heel wat uitzonderingen aan te geven. Daaruit blijkt eens te meer dat popmuziek zich als een vitale en boeiende cultuurvorm moeilijk laat beschrijven. |
|