Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 46
(1997)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 366]
| |
Jan Koenot
| |
De mythische verbeeldingJe bent geen mens als je niet meer droomt. Niet dat de wereld altijd zo slecht is, maar je bent afgestompt of blind als je niet aanvoelt dat het anders kan. De menselijke perceptie van de werkelijkheid stoelt op contrastervaringen. Een van de basisstructuren van ons bewustzijn is het onderscheid tussen hier en elders, verleden, heden en toekomst, mogelijkheid en werkelijkheid, onvolkomenheid en volmaaktheid. De werkelijkheid is geen gestolde massa, maar een dynamisch, open, veelzijdig geheel, waarvan de mythische verbeelding verborgen en onontgonnen mogelijkheden verkent. In mythische verhalen stelt de mens zich ‘het andere’ voor: de oorsprong waar hij nog niet bij was, de toekomst die hij verhoopt, de hogere wereld van de goden en de onderwereld van de doden. Dat andere is altijd meer dan de dagelijkse realiteit: schuldelozer, gelukkiger, machtiger, standvastiger. Het lijkt wel of mensen de kwetsbaarheid, zondigheidGa naar eind1 en vergankelijkheid van hun conditie niet kunnen verwerken zonder verwijzing naar een wereld waar het anders is. In religieuze rituelen - zowel in archaïsche vormen als in de monotheïstische godsdiensten - wordt de band tussen deze en de andere wereld hersteld en gevierd. Sjamanen zijn mensen die in dromen, visioenen of door ervaringen van bezetenheid de tocht naar de overkant hebben doorgemaakt en er niet aan dood zijn gegaan. Op dit contact met de wereld van de goden en van de overledenen stoelt hun gezag. Zij zijn degenen die de verbinding tussen het zichtbare en het onzichtbare voltrekken. Uit een vergelijking van de culturen die door etnologen bestudeerd werden, kunnen we afleiden dat het menszijn bepaald wordt door dit heen-en-weer reizen tussen het zichtbare en het onzichtbare, het vatbare en het onvatbare, het zelf en het andere. Het bewustzijn van de eigen identiteit, als bevolkingsgroep, als individu, als mens ontwikkelt zich slechts in en door de confrontatie met het andere. Rituelen rond geboorte, volwassenwording en dood dienen om met die andere krachten zodanig te onderhandelen dat er een eigen identiteit kan groeien.
Rembrandt, 1929.
Judas brengt de 30 zilverlingen terug. De gestalten die door de mythische verbeelding vorm krijgen - goden, monsters, voorouders - moeten voldoende op de mens gelijken, opdat een identificatieproces mogelijk wordt. Maar ze moeten ook voldoende van hem verschillen, om daadwerkelijk als beeld van het andere te fungeren. Terwijl de mens gevangen zit in angsten, bedreigingen, oorlog en ballingschap droomt hij van onsterfelijke en gelukzalige goden. Toch verwijzen de mythologische verhalen voortdurend naar menselijke problemen: haat, ontrouw, incest, moord - de moeilijke verhouding van een mens tot de anderen - waanzin, zelfverminking, zelfmoord - de moeilijke verhouding van een mens tot zichzelf. In de mythische verbeelding krijgen de uitdagingen en kwalen van het gewone leven de proporties van het bovenmenselijke, het gewicht van een lotsbeschikking en de glans van het wonder. | |
Verbeelding in de klassieke cultuurIn elke cultuur ontplooit de mythische verbeelding veelvuldige strategieën van ontsnapping en idealisering. De fantasmen van het individu vinden een weerklank in de collectieve vormen, waarvan religie en kunst de twee voornaamste zijn. Tussen religie en kunst liggen allerlei gradaties van continuïteit en discontinuïteit. Met de ontwikkeling van het kritische filosofische denken in de Griekse Oudheid verhuisden de goden van de religieuze mythologie naar de tragedie. Ook de bekering van Germaanse of Indiaanse bevolkingsgroepen tot het christendom verjoeg religieuze voorstellingen in de wereld van de literatuur en van de beeldende kunsten. De vraag naar het ontologisch statuut van de mythische wezens - welke werkelijkheid wordt door de naam van die oude goden genoemd? - en naar de verhouding tussen archaïsche mythen en christelijke openbaring laat ik hier onbesproken. Ik houd het bij het antropologische uitgangspunt. Relevant is in dit opzicht voornamelijk dat de mythische verbeelding de actuele gebeurtenissen betrekt op een andere realiteit, die op afstand ligt, in tijd en ruimte. | |
[pagina 367]
| |
Het bloeiende intellectuele en culturele leven van de Renaissance wordt door een voortdurende enscenering van die afstand gekenmerkt. De belangstelling voor de Oudheid bracht alle facetten van het heden in verband met een wereld op afstand: historisch en politiek (de toenmalige gebeurtenissen versus de Romeinse geschiedenis), filosofisch en ethisch (Montaigne b.v. citeert continu denkers uit de Oudheid), religieus (verwijzing naar het leven van Jezus, van martelaren en heiligen uit het verleden). In de schilderkunst is de dubbele invloed van de christelijke godsdienst en de Griekse mythologie alomtegenwoordig. Cranach de Oude, Titiaan, Rubens, Van Dyck, Jordaens, Rembrandt, Poussin hebben zowel van mythologische als van christelijke motieven aangrijpende voorstellingen nagelatenGa naar eind2. Geslachtsverandering, androgynie, offer, fataliteit of onmogelijkheid van de liefde, haat, moord, dionysische extase en uitdaging van de dood zijn thema's die uit antieke bronnen worden geput (zoals de Metamorfosen van Ovidius). Ze geven de lotgevallen van het hier-en-nu een symbolische lading, accentueren de confrontatie met het mysterieuze, het ‘andere’ dat erin beleefd wordt. In zijn essay over de symbolische verbeelding in de Franse letterkunde van de zeventiende eeuw noemt Thomas Pavel de functie van die verbeelding voor de ontwikkeling van het bewustzijn reeds in de titel, L'art de l'éloignementGa naar eind3. Een mens, een cultuur komt maar tot zichzelf door afstand te nemen van de onmiddellijke omgeving en zich te confronteren met een realiteit in de verte, i.c. de transcendente God van het christendom of de mythische gestalten uit de Oudheid. De transcendente God noemt Pavel een ‘générateur de subjectivité’, omdat de verhouding tot die bovenmenselijke God de mens dichter bij zichzelf brengt. Ook de literaire voorstellingen van heidense helden en goden bevrijdden de mensen uit de benepenheid van een middelmatig bestaan en richtten hun blik op een ruimere horizon en een deugdelijker (deugdzamer en degelijker) bestaan. | |
Symbolisch deficitIn vergelijking met de klassieke cultuur lijdt de huidige tijd aan een ‘symbolisch deficit’ (zoals men spreekt van democratisch deficit; of er tussen beide enig verband bestaat, laat ik in het midden). Symptomatisch is de verzwakking van de klassieke mythologische thematiek in de hedendaagse plastische kunsten. Bij Delvaux, Picasso en Francis Bacon speelt die nog wel mee, maar sinds de ready-mades van Duchamp kunnen banale voorwerpen uit het dagelijkse bestaan evengoed de status van kunst verwerven, als ze maar in een bepaalde context worden geplaatst. De surrealisten zochten naar een nieuwe mythische taal, maar Amerikaanse schilders als Rothko en Pollock, die door het surrealisme beïnvloed waren, ondervonden dat de oude mythische figuren niet meer aanslaan en gingen dan maar over op een nietfiguratieve stijl, het abstract-expressionisme. Twombly en Kieper verwijzen nog steeds naar oude Griekse of Germaanse mythen, maar voor de meeste toeschouwers blijft hun werk hermetisch geslotenGa naar eind4. Heel wat videowerk gaat niet verder dan een vorm van Sebstdarstellung en in veel installaties toont de kunstenaar niet meer dan zijn eigen privé-mythologie. De doeken van Alberola, Polke of Jasper Johns wemelen van symbolische figuren, maar die stammen meestal uit de eigen westerse historische en artistieke traditie. De factor afstand en alteriteit ontbreekt. De traditionele religieuze en mythologische voorstellingen zijn niet meer richtinggevend voor het hedendaagse collectieve bewustzijn. Ook de geseculariseerde versies ervan (de grote verhalen van de politieke ideologieën) hielden geen stand. Nietzsche noemde reeds de westerse mens ‘mytheloos’. De huidige samenleving verwijst alleen nog naar zichzelf. Problemen worden zo efficiënt mogelijk behandeld, op grond van rationele criteria, zonder verwijzing naar een symbolische achtergrond. Ons werelddeel is de mythologische oorsprong van zijn eigennaam vergeten. Europa is een financieel en economisch probleem, en geen godenkind meer. De medialisering van de samenleving is een
Jackson Pollack, Reflectie van de Oude Beer, 1947. A'dam, Stedelijk Museum.
ander voorbeeld. De rationele aanpak van alle facetten van het leven heeft de mythische verbeelding niet helemaal verdord. Maar in plaats van gestalte te geven aan een wereld op afstand, richt die zich thans op de wereld van het hier-en-nu. De publiciteit bekleedt de objecten van het dagelijkse leven met een symbolische lading. Technisch equivalente merken (BMW, Mercedes en Audi b.v.) krijgen een verschillende gevoelswaarde. De publiciteit houdt ook de mythe van het eigentijdse leven als zodanig in stand. Reclame voor een bepaald merk is altijd tegelijk reclame voor hetzelfde product van een ander merk, voor een levensstijl, het modem comfort. Toen Europa nog in tweeën was gedeeld, sprak de westerse levensstijl tot de verbeelding van de Oostbloklanden: voor hen toen nog de mythe van een andere wereld. Ons laten de levensgrote affiches met hun gemaakte glimlach niets anders zien dan een geromantiseerd beeld van onze eigen cultuur. De mythische verbeelding werpt zich op de vedetten uit de wereld van de film (Greta Garbo, Marilyn Monroe) en van de sport. Het mana, de magische kracht die in 1997 Jan Ullrich de eindzege in de Tour de France bezorgde, stroomde over op het Duitse volk in zijn geheel en meer in het bijzonder op Deutsche Telecom, de sponsor. Alsof de overwinning van de renner ook het bedrijf tegen de concurrentie onoverwinnelijk had gemaakt. De atleet, het volk en het bedrijf zien zichzelf in de spiegel van een verheerlijkt zelfbeeld, maar het mana circuleert daarbij volledig binnen de eigen wereld, onder het logo van een kapitalistische grootmacht. De verbinding met een andere, onbekende, mysterieuze wereld ontbreekt. Het was Roland Barthes reeds in de jaren vijftig opgevallen dat de nieuwe media, vooral reclame en televisie, een tendens tot sacralisering van objecten en persoonlijkheden van de eigen omgeving vertonen. De mens sluit zich op in zijn eindige wereld. Het andere, vreemde, ondoordringbare wordt opgeslorpt en weggewerkt. Door de symbolen van de hedendaagse cultuur met een aureool te omringen wekken de media de indruk dat de burgerlijke levenswijze een vanzelfsprekend, natuurlijk en bevredigend gegeven is, terwijl ze eigenlijk het voorlopige, nog onafgewerkte product is van de geschiedenis, d.w.z. van de menselijke vindingrijkheidGa naar eind5. In La Société du Spectacle stelt Guy Debord dat de hedendaagse mens helemaal opgaat in de onmiddellijke bevrediging van zijn behoeften en in het spektakel van zijn eigen actualiteit. Als werkelijkheid geldt | |
[pagina 368]
| |
nog alleen wat als spektakel wordt opgediend. De media maken van een economisch systeem dat zichzelf tot doel heeft, een spektakel dat uitsluitend naar zichzelf verwijst. De hedendaagse samenleving ontmoet slechts zichzelf in de spiegel van een wereldomvattend spektakel dat de grenzen tussen het ik en het andere, waarheid en leugen, schijn en werkelijkheid vervaagt. Debord noemt dit een toestand van ‘veralgemeend autisme’Ga naar eind6.
Francis Bacon.
‘Figuur in een land’, 1948. De term ‘symbolisch deficit’ ontleen ik aan Marc Augé. Volgens hem hebben culturen altijd mythische voorstellingen voortgebracht waarin de eigen belevingswereld werd betrokken op een andere wereld. Dit vermogen tot symboliseren, d.w.z. tot het ontwerpen van een mythische horizon die een referentiepunt biedt om de eigen situatie te interpreteren en de sociale omgang te regelen, lijkt in onze cultuur te haperen. De collectieve verbeelding heeft de traditionele religieuze mythen en ideologische verhalen niet vervangen door een nieuwe mythe. Wat overblijft zijn de media, die de grens tussen werkelijkheid en fictie, tussen ernst en spel opheffen (denk aan de Golfoorlog). Op tv komt het ene na het andere, zonder onderscheid. Politieke, intellectuele of artistieke persoonlijkheden moeten als tv-verschijningen slagen om te bestaan. Het tv-programma bepaalt het dagritme en tv-beelden beïnvloeden mentaliteit en levenswijze. Nochtans zijn er andere beelden mogelijk, die niet alles tot hetzelfde herleiden, die de mensen iets anders voorhouden dan een spiegel van zichzelf, die een ontmoeting met de anderen en met het andere openhoudenGa naar eind7. | |
Afstand en driftenMythen en riten bevrijden de mens door afstand te scheppen tussen hem en zijn directe ervaringswereld. Zo wordt vermeden dat hij afhankelijk wordt van zijn begeerten en van het beeld dat hij spontaan van zichzelf en van anderen maakt. Mythen plaatsen de eigen ervaring in een perspectief waarin het verrassende meespeelt. Riten verhinderen dat we opgaan in de onmiddellijke bevrediging, die niets anders meer zoekt. Volgens Alain Ehrenberg is de hedendaagse mens onderhevig aan onzekerheid en labiliteit, juist omdat er geen andere instantie meer is tegenover dewelke hij zijn eigen persoonlijkheid kan ontwerpen. Televisie wekt een valse indruk van intimiteit en heft de noodzakelijke afstand tussen het ik en de anderen op, terwijl de toevlucht tot tranquillizers en drugs de noodzakelijke afstand tussen het ik en de eigen innerlijkheid verkleint. Nochtans is er zonder afstand geen ware ontmoeting met anderen en met zichzelf mogelijkGa naar eind8. Malraux heeft opgemerkt dat de uitbaters van de media goed beseffen dat ze publiek aantrekken als ze inspelen op de archaïsche drang naar seks en bloed, die vroeger ‘demonisch’ werd genoemdGa naar eind9. Maar, terwijl tv-kijkers dagelijks hun portie seks en geweld voorgeschoteld krijgen en er heimelijk van genieten - al zullen ze de volgende dag wel klagen over de erbarmelijke programma's -, verwacht de Belgische bevolking in de zaak-Dutroux alle heil van een administratieve hervorming van de politiediensten en het juridisch apparaat. Alsof ministeriële besluiten volstaan om monsterachtig gedrag uit de maatschappij te bannen en de bevolking zich de moeite kan besparen de archaïsche dorst naar seks en bloed in zichzelf te erkennen om ervan los te komen. Gewenning aan de anonieme stroom van televisiebeelden werkt het zelfbewustzijn niet in de hand, in tegenstelling tot mythen en riten die een cathartische uitwerking hebben, omdat ze de mens confronteren met bevreemdende machten die uitdrukkelijk de strijd tussen goed en kwaad symboliseren. Als niets meer verwijst naar een andere wereld, als wij slaven worden van het hier-en-nu, komen we niet tot een helder besef van wie wij zelf en van wie andere mensen zijn. Om niet vast te lopen in conformisme en al onze dromen op te geven, hebben we mythische voorstellingen nodig. Nooit, stelt Thomas Pavel in de slotzin van zijn essay, zullen de mensen ermee instemmen slechts één enkele wereld te bewonen, die van henzelf. | |
Rockhelden als mythische godenDe titel van de song van Spacemen 3 die als motto boven dit artikel staat, ‘Take Me To The Other Side’, verwoordt een impuls die de hele rockcultuur bezielt: bevrijd mij uit de kooi van het dagelijkse leven, breng mij naar de overkant. ‘Een van de redenen waarom mensen naar muziek luisteren is dat muziek hun een beeld geeft van een andere wereld, en hetzelfde gebeurt wanneer mensen drugs gebruiken: het geeft hun een beeld van een wereld buiten de wereld waarin ze leven’, aldus Jarvis CockerGa naar eind10. Het ‘geven van een beeld van een andere wereld’, dat is precies de functie van de ‘mythische verbeelding’, zoals die hierboven beschreven werd. De hedonistisch klinkende slogan ‘seks, drugs en rock-'n-roll’ verbergt een mythische dimensie. Haar mythische lading is allicht maar één aspect van de rockcultuur, maar wel een belangrijk. Wat zou de muziek zijn zonder de sterren? Rock is groot geworden samen met tv. Tegelijkertijd is er een eigen muziekpers ontstaan, waarin de lotgevallen van de zangers uitvoerig worden beschreven. Gewone feiten krijgen er een epische dimensie. Mensen die in de kijker staan, omdat ze nu eenmaal muzikaal talent hebben, nemen de gestalte aan van nieuwe goden. Om tot het pantheon van de rockmythologie toegelaten te worden, moeten ze wel beproevingen doorstaan (onder meer het humeur van journalisten en de opdringerigheid van de media). Liefst gaan ze
In 1956 trouwde Marilyn Monroe met auteur Arthur Miller. Een huwelijk van korte duur.
| |
[pagina 369]
| |
door ervaringen van alcohol en drugs. Wie er levend uit komt, heeft gezag, zoals de sjamanen van de oude culturen die in hun, vaak ook door drugs geïnduceerde visioenen, door het dodenrijk waren gegaan. Barthes' opmerking dat fotografie voor jonge toneelspelers een initiatieritueel is waardoor ze de status van een boven de gewone stervelingen verheven archetype krijgen, geldt ook voor de rockwereld. Jonge groepen moeten voor het oog van de camera de gekste poses aannemen. (Half)naakt in zwem-, modder- of champagnebad is een van de gangbare rites. Alle klassieke motieven van Ovidius worden door de rockhelden geïncarneerd. Noel en Liam Gallagher illustreren het thema van de eeuwige broedertwist, Brian Molko van Placebo het tweeslachtige wezen, en, toen ze nog concurrenten waren, belichaamden Blur en Oasis de spannende rivaliteit tussen de goden. Elvis Presley, Brian Jones, Jimi Hendrix, Jim Morrison, Ian Curtis en Kurt Cobain - om maar enkele namen te noemen - zijn de martelaren die geofferd werden op het altaar van de tempel, en nog steeds schittert hun ster aan het firmament. Maar ook Foo Fighters, waarvan zanger David Grohl het Nirvanaavontuur heeft overleefd, Manic Street Preachers, die ondanks de spoorloze verdwijning van Richey Edwards voortdoen, en The Charlatans, die hun verbijstering en verdriet na de dood van hun keyboardspeler omzetten in een krachtiger en overtuigender muziek, dragen de aura van halfgoden wier levensvuur de dood heeft getrotseerd. Commerciële berekeningen, vriendjespolitiek, manipulatie door de media, psychologische persoonlijkheid van de muzikanten, al die reële en soms ontluisterende aspecten tellen niet mee, wanneer men opgaat in de mythe. Onlangs trad Oasis op in het voorprogramma van U2. Nuchter bekeken kwam dit voor beide groepen gunstig uit: U2 laat graag zijn betrokkenheid op de actualiteit blijken en Oasis, die in ruzie lag met Amerika, kreeg een unieke kans om weer door de voordeur binnen te komen. Maar de foto's van Bono en Noel Gallagher in het reuzenstadion werken in op de mythische verbeelding: op de Olympus ontmoet de ouder wordende vadergod een jongere kroonpretendent. | |
Muziek als een woordloze mytheMaar er is een ander register waarin de mythische verbeelding speelt: dat van de muziek zelf. Rock is een krachtige taal die woorden en beelden overstijgt en zowel het mysterie als de tragiek van het leven vertolkt. De menselijke belevingswereld wordt in klanken opgenomen waarin ook het onbegrijpbare, het ongrijpbare, het onbekende meezinderen. De muziek brengt de dimensie van het andere, dat niet tot de vertrouwde en beschikbare wereld te herleiden valt, tastbaar aanwezig. De mythische verbeelding speelt op twee vlakken: dat van de sterrencultus en dat van de muziek. In de sterrencultus lijdt ze aan het euvel dat ik reeds in verband met tv en andere moderne media ter sprake bracht: het gebrek aan afstand. In tegenstelling tot de oude mythologieën, de christelijke heiligenverering en het klassiek theater, waar de aandacht gericht was op voorouders of opvallende figuren uit het verleden, verheerlijkt de rockmythe tijdgenoten van ons, die volop actief zijn, dezelfde kleren dragen als wij, dezelfde wereld delen en wier levensverhaal nog niet is voltooid. Daardoor kan er gemakkelijk verwarring ontstaan tussen mythe en realiteit. Het onderscheid tussen de zanger als mythisch personage van het rockpantheon en als reële mens met een eigen leven valt voor heel wat fans moeilijk te erkennen. Zij zien hun helden niet zoals die zich zelf voelen (‘When you see me on your tv, I'm alone’, mijmert Gaz Coombes van Supergrass op hun jongste cd). Wie zich identificeert met de beelden van de media, loopt het gevaar de dimensie van het altereren te miskennen en zich blind te staren op een fictieve verschijning die als ideaal (zelf)beeld fungeert. Volgens een recent bericht van De Standaard aanbidden duizenden Japanse tieners een zeventienjarige zangeres die op tv optreedt als een echte, levende popster. In feite is ze een schim, een virtueel idool, het product van gesofistikeerde multimediasoftware. Een aantal zangers zijn geboren sterren en dragen hun mythisch aureool met gemak. Anderen worstelen met paranoia en gedragen zich liefst als anti-helden. Nirvana, The Stone Roses hadden er last mee, Oasis tot nog toe niet. Zoals voor de fans is ook voor de muzikanten het ontbreken van een symbolische afstand gevaarlijk. Als ze zich met de mythe van seks, drugs en rock-'n-roll vereenzelvigen, dreigen ze terecht te komen in een spiraal van roes, waan en zelfvernietiging. Paradoxaal genoeg moet de rockmythologie op afstand blijven, om ontspannend en inspirerend te zijn, als een symbolische voorstelling van een leven dat vrijer, uitbundiger en zaliger is dan wat ons op aarde beschoren is. Als het verschil tussen realiteit en mythe verdwijnt, kan de mythe integendeel verslavend, beperkend en deprimerend werken. Heel wat rocksterren gaan door een fase van inzinking heen, omdat ze niet geleerd hebben met het onderscheid tussen mythe en realiteit te leven. Uiteindelijk is de muziek als pure klankwereld, die beelden en woorden wegveegt en een energie uitdraagt die het individueel menselijke overstijgt, de enige redplank. Groepen als Sonic Youth, R.E.M., Spiritualized, Radiohead, Supergrass, die de rockmythologie liefst zo veel mogelijk relativeren, zoeken het vooral in de kwaliteit van hun songs. De ontmythologiserende tendens die evenzeer deel uitmaakt van de rockcultuur als de mythologiserende verbeelding, houdt de muziek zelf als een woordloze mythe overeind. Postrockgroepen als Labradford en BoweryElectric verkiezen een low profile, omdat voor hen alleen de muziek telt. Dat was ook al zo voor Joy Division (geen foto's van de groep op de platenhoezen, geen persoonlijke bekentenissen in interviews, enz.). Juist daardoor verwerven die groepen overigens een sterkere mythische persoonlijkheid, omdat ze afstand bewaren en zich met een aura van geheimzinnigheid omhullen. De leuze ‘Never meet your heroes’ vermijd een directe ontmoeting met je helden, beoogt hetzelfde resultaat: verwar de magie van de muziek niet met de persoonlijkheid van de muzikanten (ook maar mensen met hun schaduwkanten), bewaar de mythe gaaf, laat de muziek losbarsten uit de ondoorgrondelijke bronnen van een mysterieuze wereld, herleid de wondere gloed die uit de gitaren stroomt, niet tot de saaie menselijke wereld, waar de mythische klanken uit willen bevrijden. Het is weer dezelfde paradox: om je sterren echt te ontmoeten, om de boodschap die ze in de klanken neerleggen tot je eigen intimiteit te laten doordringen, moet de afstand bewaard blijven. Valse nabijheid brengt alleen maar fictieve ontmoetingen teweeg. | |
Een leefbare mytheIdeologieën vertonen de jammerlijke neiging om de droom uit te schakelen, betreurde Allen Ginsberg, de beroemde dichter van de beat generation, en hij noemde het katholicisme, het puritanisme, het marxisme, het kapitalismeGa naar eind11. Rock brengt de droom weer binnen in de heden- | |
[pagina 370]
| |
daagse cultuur, en dat is een winstpunt. Omdat de muziek met de moderne media verweven is, dreigt de dimensie van alteriteit, die in de klanken zelf zit, verloren te gaan in de flitsende beelden van de tv en de glamourfoto's van de magazines, spiegels waarmee een narcistische maatschappij zichzelf vleit. Ook de mythische kracht van rock verwatert in het grote spektakel. Toch staan er voor de hedendaagse mens ook andere mogelijkheden open.
R.E.M.
De ontwikkeling van het menselijk zelfbewustzijn - cultuurhistorisch mede gestimuleerd door de christelijke traditie en de Verlichting - heeft de mensheid bevrijd van het verleidelijke, maar tegelijk angstwekkende beeld van vreemde mythische wezens. De droom van een andere wereld is er nog, maar we weten dat die niet te zoeken is in een gefantaseerde godenwereld. Wij hebben genoeg aan onze eigen mensenwereld en onze aangeboren drang naar een andere, betere, levendigere en liefdevollere werkelijkheid, waarvoor theorieën en fantasieën tekortschieten. De moeilijkheid is dus alleen maar, dat we nog wel dromen van een andere wereld, maar dat we er ons geen voorstelling meer van kunnen maken. Daarom is muziek zo belangrijk, omdat ze meesleept naar een andere horizon, zonder iets uit te beelden. Het specifieke van rock als mythe in muziek is juist dat we hier te maken hebben met een vorm van mythische verbeelding zonder beelden, zonder voorstellingen en verhalen, en waardoor mensen niettemin, op een wijze die ze als zinvol ervaren, in hun affectief bestaan geraakt worden en - in een houding van verzet, genot of overgave - communiceren met de grote werkelijkheid waarin ze ademen en die hen aan alle kanten te boven gaat. Van Gogh roemde Hals, omdat hij nooit christelijke of mythologische taferelen heeft geschilderd, en alleen maar portretten, van burgers, van ‘het oude viswijf lachend als een heks’, ‘de mooie zigeunerhoer’, de levensgenieter, de vissersjongen, kwajongens en muzikanten: hij ‘schilderde de mensheid’Ga naar eind12. Ook de rockiconografie zou men als een ‘peinture de l'humanité’ kunnen bekijken. Ambivalente signalen worden er niet in vermeden, maar de beste portretten laten ook iets oplichten van de onaantastbare waardigheid van iedere mens. De obsessies en passies die de foto's en video's bevolken, vormen het uitgangsmateriaal, waarvan de muziek de gedrevenheid in een beeldloze energie omzet, om ons verder te leiden. De oprukkende klanken zijn er in en door en voor ons, en toch daveren ze van een vreemde en overweldigende kracht, die ons aan onze kleine wereld ontrukt. Voor wie ervoor open staat, is rock een leefbare mythe, waarin hij diep verankerde impulsen kan herkennen, maar die hem tegelijk uit de contradicties en onvolmaaktheden van het hier-en-nu bevrijdt en meetrekt naar de overkant, recht in het onbekende. | |
LoversDuring the first pogrom they
Met behind the ruins of their homes -
Sweet merchants trading: her love
For a history-full of poems.
And at the hot ovens they
Cunningly managed a brief
Kiss before the soldier came
To knock out her golden teeth.
And in the furnace itself
As the flames flamed higher,
He tried to kiss her burning breasts
As she burned in the fire.
Later he often wondered:
Was their barter completed?
While men around him plundered
And knew he had been cheated.
Leonard Cohen
(Uit Let Us Compare Mythologies, (1956)
| |
GeliefdenBij de eerste jodenvervolging ontmoetten zij
elkaar achter de ruïnes van hun huizen -
Lieve kooplui onderhandelend: haar liefde
ruilend voor een geschiedenis vol gedichten.
En aan de hete ovens slaagden
zij er op een listige manier in
een vlugge zoen te wisselen vóór de soldaat
kwam om er haar gouden tanden uit te slaan.
En in het gapen van de oven
Toen de vlammen hoger torenden,
Trachtte hij haar brandende borsten
te kussen toen ze brandde in het vuur.
Later vroeg hij zich meermaals af
Of de koop wel echt gesloten was?
Terwijl mannen aan het plunderen sloegen:
zij wisten dat men hem bedrogen had.
Vertaling: Dirk Rommens
|
|