| |
| |
| |
Luc Decorte
Gerubriceerde bibliografie 1976-1997 ‘over’ Maurice Gilliams (Antwerpen, o20 juli 1900 - † 18 oktober 1982):
A. Algemeen:
a) biografie:
- | De Belder J.L. en Gilliams M., Een portret-album van Maurice Gilliams. Beveren, Orion-Colibrant, 1981, 162 blz. |
| |
b) bibliografieën:
- | De Jong M.J.G., Bibliografische afdeling in Maurice Gilliams. Een essay. Amsterdam, Meulenhoff, 1984, blz. 331-336. |
- | Van Assche H., (Bibliografie van Maurice Gilliams, erelid) in Mededelingen Vereniging van Vlaamse Letterkundigen. Driemaandelijks tijdschrift, februari 1976, nr. 86, blz. 21-29. |
- | Vander Loo F., Proeve van bibliografie van en over de dichter Maurice Gilliams. Deurle, Colibrant, 1976, 175 blz. (Cf. de boekbeoordeling mét aanvullingen van Hilda van Assche in Spiegel der Letteren. Tijdschrift voor Nederlandse literatuurgeschiedenis en voor literatuurwetenschap, 1977, XIX, nr. 1, blz. 81-92.) |
| |
c) monografieën:
- | De Jong M.J.G., Maurice Gilliams. Een essay. Amsterdam, Meulenhoff, 1984, 342 blz. |
- | De Jong M.J.G., Droom bezit geen erfgenaam. Mythe en werkelijkheid bij Maurice Gilliams. Amsterdam, Meulenhoff/Leuven, Kritak, 1993, 118 blz. |
- | Hertmans S., Het kasteel bestaat niet meer, over Maurice Gilliams. Antwerpen, Stichting Vita Brevis/Gent, Poëziecentrum, 1992, 24 blz. (Tekst van een lezing uitgesproken ter gelegenheid van de 10de sterfdag van Maurice Gilliams op verzoek van de Stichting Vita Brevis op 25 oktober 1992.) |
| |
d) gidsen, literatuurgeschiedenissen en naslagwerken:
- | Adriaens L. en De Jong M.J.G. in Kritisch lexicon van de moderne Nederlandstalige literatuur. Houten, Bohn Stafleu Van Loghum/Groningen, Martinus Nijhoff uitgevers, mei 1983 + augustus 1997, 18 + 4 blz. |
- | Andries M. in Kamers voor lezers. Vijftig Nederlandstalige auteurs uit Vlaanderen en Nederland. Deurne-Antwerpen, MIM, 1985, blz. 98-101. (Tekst aanvankelijk verschenen in Topics Magazine, 24 oktober 1984, nr. 43, blz. 74-75.) |
- | Borré J. en Van Hoof G. in Literaire gids voor provincie en stad Antwerpen. Schoten, Hadewijch, 1985, passim, inz. blz. 76-78. |
- | Brackmann C. en Friesendorp M. in Oosthoek Lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur. Utrecht-Antwerpen, Kosmos - Z & K Uitgevers, 1996, blz. 130. |
- | De Jong M.J.G. in Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, III. Haarlem, De Haan/Antwerpen, De Standaard, 1980, blz. 378-379. |
- | Driessens J.E. en Renaud in Schoonselhof. Een hommage. Rumst, Deus ex Machina v.z.w., 1993, 19943, blz. 56. |
- | Durnez G., Maurice Gilliams: Ik wil voor mijzelf zichtbaarheid verkrijgen in Vlaamse schrijvers. Vijfentwintig portretten. Antwerpen-Amsterdam, Manteau, 1982, blz. 45-50. |
- | Hazeu W. in Literaire cafés van Antwerpen. Amsterdam, Balans/Leuven, Kritak, 1993, blz. 8, 17, 30, 44 en 64. |
- | Lissens R.F. e.a. in Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde. Auteurs, anonieme werken, periodieken. Amsterdam-Brussel, Elsevier, 1986, blz. 155. |
- | Lodewick H.J.M.F. e.a. in Ik probeer mijn pen... Atlas van de Nederlandse letterkunde. Amsterdam, Bert Bakker, 1979, blz. 172. |
- | Rens L. in Acht eeuwen Nederlandse letteren. Van Van Veldeke tot vandaag. Antwerpen-Utrecht, De Nederlandsche Boekhandel, 1971, blz. 123, 133-134. |
- | Rutten M. en Weisgerber J. in Van ‘Arm Vlaanderen’ tot ‘De voorstad groeit’. De opbloei van de Vlaamse literatuur van Teirlinck-Stijns tot L.P. Boon (1888-1996). Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1985, blz. 431-434, 476-479. |
- | Suy V. in Een schilder. Dertig schrijvers. Sint-Niklaas, Uitgeverij Danthe, 1981, blz. 100-105. |
- | Van Aken P. in Letterwijs, letterwijzer. Een overzicht van de Nederlandse literatuur. Brussel-Amsterdam, Manteau, 1978, blz. 134-135. |
- | Van Aken P. in Anbeek T. & Janssens M., Nederlandse literatuur na 1830. Utrecht, Stichting Teleac/Brussel, B.R.T. Instructieve Omroep, 1984, blz. 131-132. |
- | Van Geelen J. e.a. in Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur. Amsterdam, Meulenhoff, 19812, blz. 70-71. |
- | Van Vlierden B.F., Maurice Gilliams in Vlaams leesboek. Poëzie, proza en literair essay tussen 1932 en 1986. Een bloemlezing samengesteld en ingeleid door Jozef Deleu en Anne Marie Musschoot. Tielt, Lannoo, 1986, blz. 414-416 (Eerder verschenen in Van ‘In 't wonderjaer’ tot ‘De verwondering’. Een poëtica van de Vlaamse roman. Antwerpen, De Nederlandsche Boekhandel, 1969, blz. 105-108). |
| |
e) opstellen (beschouwingen, essays, feestreden, herinneringen, enz.):
- | Adé G., Het voorwerp in de tekst van Maurice Gilliams in Appel. Driemaandelijks literair tijdschrift, 1977, II, nr. 4. |
- | Adé G., Maurice Gilliams in Septentrion. Revue de culture néerlandaise, 1980, IX, nr. 3, blz. 24-33. |
- | Adé G., Maurice Gilliams, Prijs der Nederlandse Letteren in Mededelingen Vereniging van Vlaamse Letterkundi- |
| |
| |
| gen. Driemaandelijks tijdschrift, mei 1981, nr. 107, blz. 11-13. |
- | Adé G., Schilderijen vertalen in verhalen. Maurice Gilliams en Suzanne Lilar over Pieter Pauwel Rubens en zijn beide vrouwen in Dietsche Warande & Belfort. Tijdschrift voor letterkunde en geestesleven, 1992, CXXXVII, blz. 594-603. |
- | Adriaens L., Maurice Gilliams in Muziek en Woord. Periodiek uitgegeven door B.R.T.-3, 1976, II, nr. 20, blz. 1. |
- | Adriaens L., Maurice Gilliams, een kleine monografie in Streven. Cultureel maatschappelijk maandblad, 1980-1981, XLVIII, blz. 523-534. |
- | Bernlef J., Maurice Gilliams: de man achter het venster in Op het noorden: essays. Amsterdam, Em. Querido's Uitgeverij, 1987, blz. 124-131 (Eerder verschenen in Raster. Tijdschrift in boekvorm, 1980, nr. 16, blz. 27-30, onder de titel ‘De man achter het venster. Voor Maurice Gilliams’). |
- | Bernlef J., De tekst Gilliams in Idem, blz. 131-136. |
- | Boenders F., Gilliams' ars longa in Tekens van lezen. Over schrijvers en schrijven. Baarn, Ambo/Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1985, blz. 15-31. (Gewijzigde versie van De tragedie der volledige zelfkennis. De niet-aflatende poging van Maurice Gilliams om het onuitspreekbare te achterhalen in Vrij Nederland/Boekennummer, 13 september 1980, blz. 18-19, 26 en Acht notities bij ‘Vita brevis’ in Raster. Tijdschrift in boekvorm, 1980, nr. 16, blz. 31-36.) |
- | BorgersGa naar eind27 G., De man achter het venster in Haagse Post, 5 juli 1980, nr. 27, blz. 68-70. |
- | De Crée M., De man voor het venster in Muziek & Woord, 1990, XVI, nr. 191, blz. 7-8. |
- | De Jong M.J.G., Romantisch modernisme en wijsneuzige kritiek in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 1982, XXXV, blz. 774-790. |
- | De Jong M.J.G., Fragmenten over Gilliams in Kreatief. Driemaandelijks literair- en kunstkritisch tijdschrift, 1982, XVI, nr. 5, blz. 30-41. |
- | De Jong M.J.G., Het engagement van Maurice Gilliams (†) in Dietsche Warande & Belfort. Tijdschrift voor letterkunde en geestesleven, 1983, CXXVIII, blz. 45-55. |
- | De Jong M.J.G., Een belangrijke literaire kunstgreep: ‘Symbolische transpositie’. Van zuster Bertken tot Stéphane Mallarmé in Literatuur. Tijdschrift over Nederlandse letterkunde, 1985, II, nr. 5, blz. 268-275. |
- | De Jong M.J.G., Une plante pétrifiée: (de l'inspiration mystique à l'hermétisme social) in Le présent du passé. Essais de littérature comparée. Namur, Presses Universitaires de Namur, 1994 (Langues et Littératures: nr. 1), blz. 155-175, 417-420. |
- | De Jong M.J.G., Het ‘Journaal van de Dichter’ in Maurice Gilliams: Journaal van de Dichter. Samengesteld en uitgeleid door M.J.G. de Jong & ingeleid door Paul de Wispelaere. Antwerpen, Manteau, 1997 (Klassieken uit Vlaanderen: 3), blz. 297-308. |
- | De Vree F., Eenzaamheid is de kern van het werk van Gilliams in NRC Handelsblad, 24 juni 1980. |
- | De Vree P., Overwegingen bij de vader-zoon verhouding bij Maurice Gilliams in Radar, 1982, nr. 21, blz. 9-13. |
- | De Wispelaere P., Ontmoeting met Maurice Gilliams in Maurice Gilliams: Journaal van de Dichter. Samengesteld en uitgeleid door M.J.G. de Jong & ingeleid door Paul de Wispelaere. Antwerpen, Manteau, 1997 (Klassieken uit Vlaanderen: 3), blz. 7-13. |
- | Dubois P.H., De vragende stem van een monoloog. (Notities bij de dagboekaantekeningen van Maurice Gilliams) in De verleiding van Gogol. 's Gravenhage - Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1976 (Nieuwe Nijgh Boeken: 75), blz. 85-92. |
- | Dubois P.H., Bij het erelidmaatschap van Maurice Gilliams in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1975-1976, 1977, blz. 16-19. |
- | Dubois P.H., Waarheid is sterker dan illusie. Over Maurice Gilliams in Ons Erfdeel. Algemeen-Nederlands tweemaandelijks cultureel tijdschrift, 1980, XXIII, blz. 500-508. |
- | Dubois P.H., Maurice Gilliams. Antwerpen 20 juli 1900 - Antwerpen 18 oktober 1982 in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1982-1983, 1984, blz. 45-62. |
- | Dubois P.H., Over Maurice Gilliams in Drie beschouwingen over Maurice Gilliams. (Antwerpen), De Stichting Maurice Gilliams v.z.w./Leuven, Kritak/Amsterdam, Meulenhoff, 1988, blz. 11-16. |
- | Dubois P.H., Aan de tijd ontheven. Profielen van Maurice Gilliams in De Vlaamse Gids. Tweemaandelijks literair tijdschrift, 1997, LXXXI, nr. 3, blz. 28-37 (Wordt najaar 1997 opgenomen in zijn ‘persoonlijke literatuurgeschiedenis’ Over de grens van de tijd, een verzameling opstellen die bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar te Amsterdam het licht zal zien). |
- | Durnez G., Maurice Gilliams, verdediger van TimmermansGa naar eind28 in Een mandeken vol bloemen. Jaarboek 1983 van het Felix Timmermans-Genootschap. Samenstelling: Louis Vercammen. Lier, Van In, 1983, blz. 153-158. |
- | Ebertowski M., Maurice Gilliams: de grote onbekende in De Nieuwe Linie, 9 juli 1980. |
- | Haerynck M., ‘De man voor het venster’: splinters ingelijst. Een psychoanalytische benadering van het literaire oeuvre van Maurice Gilliams in Ons Erfdeel. Algemeen-Nederlands tweemaandelijks cultureel tijdschrift, 1991, XXXIV, blz. 396-403. |
- | Hazeu W., ‘Succes laat mij koud als vis’ in Hervormd Nederland, 12 juli 1980. |
- | Insingel M., Maurice Gilliams voor ongelovigen in Woorden zijn oorden. Haarlem, In de Knipscheer, 1981, blz. 63-71 (Eerder verschenen in Dietsche Warande & Belfort. Tijdschrift voor letterkunde en geestesleven, 1974, CXIX, blz. 141-145). |
- | Insingel M., Maurice Gilliams: als het bezoek vertrokken is in Dimensie. Driemaandelijks literair tijdschrift, 1980-1981, V, nr. 2, blz.18-19. |
- | Jespers H.-F., Aan Maurice Gilliams in Het bed van Procrustes. Schetsen en verkenningen. Antwerpen, Soethoudt, 1978, blz. 59. |
- | Jespers H.-F., Gaston Burssens, Paul Snoek en Maurice Gilliams: marginalia bij een briefwisseling in Deus ex Machina. Driemaandelijks tijdschrift voor hedendaagse kunst, 1992, XVI, nr. 63, blz. 3-14. |
- | Michiels I., Maurice Gilliams en Antwerpen in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 1977, XXX, blz. 406-417. |
- | Missinne L., De zoektocht naar binnen. Van ‘ivoren torenschrijvers’ tot eindeloos woordgeklodder in De Vlaamse Gids. Tweemaandelijks literair tijdschrift, 1997, LXXXI, nr. 3, blz. 3-7. |
- | Musschoot A.M., ‘A Living Idea in Time’. The Work of Maurice Gilliams in The Low Countries. Arts and Society in Flanders and the Netherlands. A Yearbook (1996-1997). Rekkem, Stichting Ons Erfdeel, 996, blz. 230-234. |
- | Poll K.L., Prelude voor een oeuvre in Op het eiland van nu. Gedachten over het bijzondere en het algemene. Amsterdam, Meulenhoff, 1984, blz. 61-64 (Enigszins gewijzigde tekst van NRC Handelsblad, C.S., 3 oktober 1980). |
- | Robberechts D., Maurice Gilliams. Brief naar de redactie van Raster in Heibel. Driemaandelijks literair en kultureel tijdschrift, 1980-1981, XV, nr. 2, blz. 13-15. |
| |
| |
- | Rombauts E., Maurice Gilliams als secretaris van de academie in Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1976, afl. 2, blz. 308-313. |
- | Roose L., Toespraak gehouden ten huize van de heer Maurice Gilliams op 29 april 1980 in Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1981, afl. 3, blz. 476-478. |
- | Rubinstein R., Teleurstelling in Twee eendjes en wat brood. Amsterdam, Meulenhoff, 10981, 109842, blz. 125-127 (Eerder verschenen in Vrij Nederland, 13 december 1980). |
- | Schmook G., Maurice Gilliams bouwheer in Dimensie. Driemaandelijks literair tijdschrift, 1980-1981, V, 2, blz. 40-41. |
- | Simons L., Geëngageerde en nietgeëngageerde literatuur in Cultuur en verdraagzaamheid. Blauwdruk voor praktische tolerantie. Tielt-Amsterdam, Lannoo, 1976, blz. 23-30 (Eerder verschenen oner de titel ‘Pleidooi bij wijze van laudatio’ in Dietsche Warande & Belfort. Tijdschrift voor letterkunde en geestesleven, 1974, CXIX, blz. 187-190). |
- | Simons L., De Stichting Maurice Gilliams v.z.w. in Drie beschouwingen over Maurice Gilliams. (Antwerpen), De Stichting Maurice Gilliams v.z.w./Leuven, Kritak/Amsterdam, Meulenhoff, 1988, blz. 7-9. |
- | Sitniakovsky I., Schrijvende kluizenaar bekroond in De Telegraaf, 4 oktober 1980. |
- | Ten Berge H.C., Op de terpen van het zwijgen. Kanttekeningen bij het verzamelde werk van Maurice Gilliams in De verdediging van de poëzie en andere essays. Leiden, Martinus Nijhoff/Vereniging voor Onderwijs, Kunst en Wetenschap, 1988, blz. 59-82 (Eerder verschenen in Raster. Tijdschrift in boekvorm, 1980, XVI, blz. 37-47). |
- | Todts H., Maurice Gilliams en Henri de Braekeleer. Alleen de schilderijen zeggen mij de waarheid in Standaard der Letteren, 7 januari 1989. |
- | Van de Maele R.J., Maurice Gilliams, of schrijven aan de innerlijkheid in Kruispunt. Literair kwartaalschrift, 1982, XXI, nr. 83, blz. 29-41. |
- | Van de Maele R.J., Maurice Gilliams -Tussen evasie en invasie in Appel. Driemaandelijks literair tijdschrift, 1983, VIII, nr. 1, blz. 10-15. |
- | Van Dijck L., AMVC verwerft archief Maurice Gilliams in Cultureel Jaarboek Stad Antwerpen, 1989, VII, blz. 157-160. |
- | Van Elslander A., Maurice Gilliams in Terugblik. Opstellen en toespraken van -. Gent, Rijksuniversiteit-Seminarie voor Nederlandse Literatuurstudie, 1986, blz. 235-236 (Tekst uitgesproken op 17 november 1980 in de Aula van de R.U. te Gent t.g.v. de herdenking van 50 jaar vernederlandsing van de Gentse Universiteit. Bij die gelegenheid werd Gilliams doctor honoris causa van de R.U. Gent.) |
- | Van Houts J., De zegen van het leven in Het Parool, 27 juni 1980. |
- | Van Itterbeek E., Kontoeren van Gilliams' literaire wereld in Ons Erfdeel. Algemeen-Nederlands tweemaandelijks kultureel tijdschrift, 1978, XXI, blz. 260-264. |
- | Van Loey A., (Hulde Maurice Gilliams) in Jaarboek van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Gent, 1976, blz. 146-147. |
- | Van Meensel J., Alleenspraak der eenzamen. Gilliams: schrijven als heilige handeling in De Standaard, 4-5 oktober 1980. |
- | Westerlinck A., Groet aan Gilliams in Dimensie. Driemaandelijks literair tijdschrift, 1980-1981, V, 2, blz. 39. |
- | X., Maurice Gilliams, een superieur schrijver in Het Vaderland, 5 juli 1980. |
| |
f) interviews met de auteur Maurice Gilliams:
- | Ceriez M., Maurice Gilliams: het woord zelf is een stoplap geworden. Een laureaat in de letteren in De knikker en het spel. De jaren 70 volgens Knack. Brussel, Elsevier, 1981, blz. 167-170. (Eerder verschenen in Knack, 15 oktober 1980, nr. 42, blz. 85-88.) |
- | Claes G., ‘Waarom uitgeven? Ik schrijf voor mezelf...’ in Gazet van Antwerpen, 11 juli 1980. |
- | De Jong M.J.G., ‘Devenir un auteur posthume’ in Tirade, 1983, XXVII, nr. 284, blz. 113-128 (Het betreft het laatste interview met Maurice Gilliams). |
- | X., Het moet met zwaluwstaartjes in elkaar zitten in NRC Handelsblad, 25 juli 1980. |
| |
interviews over de auteur Maurice Gilliams en zijn werk:
- | Cleenewerck K. en Sartor F., Ik spring weer over de plassen (Interview met Klaas Rusticus, regisseur van de film ‘Elias’) in Film en Televisie, 1991, nr. 415, blz. 18-19. |
- | Jacobs P., Waar zijn de sleutels tot de puzzel? Verbrand ‘voor het slapengaan’ (Interview met Leen van Dijck, adjunct-conservator van het A.M.V.C., i.v.m. Gregoria) in Het Nieuwsblad-De Gentenaar, 31 oktober 1991. |
| |
g) herdenkingsbijdragen:
- | Adé G., Maurice Gilliams. Tachtig jaar en staatsprijs in De Nieuwe/Boeken, 18 juli 1980, nr. 31, blz. 4-6. |
- | De Vree P., De komische trekken van een tragicus. Maurice Gilliams tachtig in Knack-special, 3 september 1980, nr. 36, blz. 92-94 (Ook verschenen in Elseviers Magazine, 19 juli 1980). |
- | Jespers H.-F., Portret van een 70-jarige jongeman als académicien in Het bed van Procrustes. Schetsen en verkenningen. Antwerpen, Soethoudt, 1978, blz. 35-36 (Eerder verschenen in Avenue, september 1971, blz. 42b-44b). |
- | Van Herreweghen H., Herdenking van Maurice GilliamsGa naar eind29 in Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1983, afl. 1, blz. 530-534. |
| |
h) in memoriams Maurice Gilliams:
‘Wij stijgen van 't gedroomde
Tekst op het rouwprentje van Maurice baron
- | Adé G., Mijnheer Maurice, wat zei Gerard toen? in De Zwijger, 27 oktober 1982, nr. 42, blz. 7. |
- | Baudouin F., Maurice Gilliams' laatste maanden in Standaard der Letteren, 19 november 1982, blz. 2. |
- | Ceriez M., Ik ben van massieve dingen gaan houden in De Nieuwe/Boeken, 4 november 1982, nr. 80, blz. 15. |
- | Coupé C., Lijkrede Maurice Gilliams in Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1983, blz. 77-79. |
- | De Jong M.J.G., In memoriam (Gedicht) in Kreatief. Driemaandelijks literairen kunstkritisch tijdschrift, 1982, XVI, nr. 5, blz. 29. |
- | D(e) K(eyser) F., Maurice Gilliams' zorg om zichzelf te zijn in Het Laatste Nieuws, 20 oktober 1982. |
- | Depondt P., De afzijdigste auteur in onze letteren. Bij de dood van Maurice Gilliams in De Nieuwe, 21 oktober 1982, nr. 963, blz. 7. |
- | De Vree F., Maurice Gilliams. Een leven geheel gewijd aan kunst in NRC Handelsblad, 19 oktober 1982. |
- | D'Haese J., Ook voor Maurice Gil- |
| |
| |
| liams kwam de zwaardvis in 't Pallieterke, 28 oktober 1982. |
- | D(urnez) G., Maurice Gilliams, inspirator van de moderne stroming in onze letteren in De Standaard, 20 oktober 1982. |
- | Elno K., ‘Het zilveren karveel’ in De Nieuwe/Boeken, 4 november 1982, nr. 80, blz. 14. |
- | Geerts L., ‘Aangezien ik niet van letterkunde houd’. Bij de dood van Gilliams en Lebeau in Het gras in de duinen. Opstellen over literatuur.
Antwerpen, Contact/Amsterdam, In de Knipscheer, 1993, blz. 91-96 (Aanvankelijk verschenen in De Nieuwe/Boeken, 4 november 1982, nr. 80, blz. 13-14). |
- | Geldolf W., De uitvaart van Maurice Gilliams in De Standaard, 3 december 1982. |
- | Leys O., In memoriam M. Gilliams in Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1983, afl. 1, blz. 64-66. |
- | Soetaert R., De kou en de warmte van Gilliams in De Morgen, 20 oktober 1982. |
- | Sterckx P., Maurice Gilliams zonder weemoed in De Vlaamse Gids, 1982, LXVI, nr. 6, blz. 53-54. |
- | Van Elzen S., Afscheid van een dichter, een perfektionist. Bij de dood van Maurice Gilliams in Knack, 27 oktober 1982, nr. 43, blz. 52. |
- | V(erhegghe) W., In memoriam Maurice Gilliams 1900-1982 in Open Deur, 1982, XIV, nr. 8, blz. 195. |
- | X. (M.K.), Ook een prinsengraf voor dichter Maurice Gilliams in Gazet van Antwerpen, 20 oktober 1982. |
| |
i) tijdschriftafleveringen gewijd aan Maurice Gilliams:
- | Cf. Dietsche Warande & Belfort. Tijdschrift voor letterkunde en geestesleven, 1974, CXIX, nr. 2, blz. 81-191 (cf. de boekbeoordeling door L. Adriaens in Ons Erfdeel, 1974, XVII, blz. 426-428.) |
- | Cf. Raster. Tijdschrift in boekvorm, 1980, nr. 16, blz. 6-47. |
- | Cf. Dimensie. Driemaandelijks literair tijdschrift, 1981, V, nr. 2, blz. 1-42. |
| |
j) (onuitgegeven) licentiaatsverhandelingen i.v.m. Maurice Gilliams voorgelegd aan Belgische universiteiten:
- | Adriaens L., Het eenzaamheidsmotief in het proza van Maurice Gilliams en Rainer Maria Rilke. Katholieke Universiteit Leuven, 1967-1968. |
- | Buyens M., De dichter Maurice Gilliams. Een benadering van de bundels ‘Tien gedichten’ (1939-1954) en ‘Bronnen der slapeloosheid’ (1954-1958). Université Catholique de Louvain, 1987-1988. |
- | Canart Chr., Een benadering van Maurice Gilliams' Winter te Antwerpen. Université Catholique de Louvain, 1976-1977. |
- | Coene A.M., Gelijkenissen en verschillen in het werk van Maurice Gilliams (Winter te Antwerpen) en Ivo Michiels (Dixi(t). Universitaire Instelling Antwerpen, 1979-1980. |
- | De Houwer A., De kunst van het essay bij Maurice Gilliams. Université Catholique de Louvain, 1983-1984. |
- | Dufrane D., Maurice Gilliams en de schilderkunst. Vrije Universiteit Brussel, 1985-1986. |
- | Roggeman W., Een gedicht. ‘Tweespraak in de herfst’ door Maurice Gilliams. Analyse en synthese. Universitaire Instelling Antwerpen, 1976-1977. |
- | Taquet E., Elias of het gevecht met de nachtegalen (1936) door Maurice Gilliams. Een intrinsieke benadering van enkele structurele aspecten. Rijksuniversiteit Luik, 1975-1976. |
- | Vanderhoeven E., Elias of het gevecht met de nachtegalen, de roman sonate van Maurice Gilliams. Universitaire Instelling Antwerpen, 1981-1982. |
- | Vandevoorde H., Het nieuwe journaal bij Maurice Gilliams en Willy Roggeman. Rijksuniversiteit Gent, 1981-1982. |
- | Vandevoorde W., M. Gilliams' ‘Elias’ en R.M. Rilkes ‘Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge’. Een vergelijking van de thematische structuur. Rijksuniversiteit Gent, 1984-1985. |
- | Van Uytfanghe M., Varianten van Maurice Gilliams' ‘Elias of het gevecht met de nachtegalen’. Rijksuniversiteit Gent, 1972-1973. |
| |
doctorale scriptie i.v.m. Maurice Gilliams voorgelegd aan een Belgische universiteit:
- | Adriaens L., Gilliams herschrijven. Een poging tot progressieve lektuur van Maurice Gilliams' scheppend proza. Katholieke Universiteit Leuven, 1978-1979 (2 dln., 642 blz.)Ga naar eind30. |
| |
k) radio- en tv-uitzendingen gewijd aan de figuur en het werk van Maurice Gilliams:
- | Cf. Adriaens L., Dubois P.H. e.a. in Dossier Drie. B.R.T.-Radio 3, donderdagen 13 mei (= ‘Het oeuvre van Maurice Gilliams’), 20 mei (= ‘Zijn gedichten’), 27 mei (= ‘De essays’) en 3 juni (= ‘De structuur van Elias’) 1976, telkens van 14 tot 15u. |
- | Cf. Bekkers L., Cornelis J., Veydt L. (=Adé G.) e.a. in Het gedroomde boekGa naar eind31. B.R.T.-Televisie 1, 9 januari 1980, 20.40u.-21.25u. (Cf. Auwera F., Het gedroomde boek in De Nieuwe, 12 oktober 1979, nr. 811, blz. 14-15, Boenders F., Ode aan Gilliams in K & C. Maandblad uitgegeven door het Paleis voor Schone Kunsten Brussel, 1978-1979, XII, nr. 11, blz. 24, D(e) R(oey) J., De drieëenheid van Gilliams in beeld in Knack, 2 januari 1980, De Vree F., Dichter Gilliams in voortreffelijk BRT-programma in NRC Handelsblad, 8 januari 1980 en Soetaert R., Een bewierookt bestaan in De Morgen, 13 oktober 1979.) |
- | Cf. Boenders F., De Vree F., Michiels I. e.a. in Leesteken. B.R.T. - Radio 3, dinsdag 14 augustus 1990, 18.30-19.30u. |
- | Cf. De Vree P., Dubois P.H., Janssens M. en Michiels I. in De vijfde windstreek, B.R.T. |
- | Televisie 1, 8 december 1975. |
| |
B. Bijzonder:
a) essays, inleidingen, opstellen i.v.m. Gilliams' poëzie:
‘Reeds lang ben ik de mening toegedaan: dat een dichter volledig tegenwoordigheid verkrijgt in een “aantal” van zijn verzen, het mogen er twintig of honderd zijn.’
Maurice Gilliams
- | Aafjes B., Over het verleden van Columbus in De dichter van de sarcophaag en andere opstellen. Samengesteld door W. Hazeu i.s.m. Bertus Aafjes. Baarn, De Prom, 1989, blz. 53-61 (Eerder verschenen in Criterium, 1941, II, blz. 691-696). |
- | Adriaens L., Gedicht geopend. Poëtische verbeelding, rijkdom en armoede bij Maurice Gilliams in Dietsche Warande & Belfort. Tijdschrift voor letterkunde en geestesleven, 1991, CXXXVI, blz. 310-312 (Over het gedicht ‘o Beet van kindertanden’ uit Bronnen der slapeloosheid/Gedichten 1918-1958, 1965). |
- | Boenders F. in Kunst als intieme ervaring. Over de stille kracht van poëzie. Leuven, Davidsfonds, 1993, blz. 18, 26. |
- | De Belder J.L., De dichter Maurice Gilliams in Ons Erfdeel. Algemeen-Nederlands tweemaandelijks kultureel tijdschrift, 1964, VII, nr. 3, blz. 14-17. |
- | De Jong M.J.G., Poëzie en poëzietheorie bij Maurice Gilliams in Op grond
|
| |
| |
| van de tekst. Opstellen aangeboden aan prof. dr. Karel Meeuwesse, ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar (...) aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen (1960-1982), samengesteld onder redactie van de Vakgroep Nederlandse letterkunde van de twintigste eeuw van de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Utrecht, HES Uitgevers, 1983, blz. 127-136. |
- | Dewilde J., Het Marialeven: de moeder en de zoon in Muziek & Woord, 1991, XVII, nr. 207, blz. 6. |
- | Dubois P.H., De gedichten van Maurice Gilliams in Muziek en Woord. Periodiek uitgegeven door B.R.T.-3, 1976, II, nr. 21, blz. 6-8. |
- | Dubois P.H., Waarheid is sterker dan illusie. Over Maurice Gilliams in Ons Erfdeel. Algemeen-Nederlands tweemaandelijks cultureel tijdschrift, 1980, XXIII, blz. 500-508. |
- | Ekkers R., (Maurice Gilliams: Verzamelde gedichten) in Leeuwarder Courant, 24 september 1963. |
- | Fens K. in De tweede stem. Over poëzie. Amsterdam, Em. Querido's Uitgeverij, 1984, blz. 23-25 (Over het gedicht ‘Sterven te Antwerpen’). |
- | Gijsen M., Maurice Gilliams: Eenzame vroegte en De flesch in zee in Verzameld werk, VI. Amsterdam, Meulenhoff Nederland/'s-Gravenhage-Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1977, blz. 46-50 (Eerder verschenen in De Standaard, 30 juli 1931). |
- | Hoornik E., Maurice Gilliams in Kritisch proza. Tekstverzorging en verantwoording van K. Lekkerkerker. Amsterdam, Meulenhoff, 1978, blz. 30-34 (Over de bundel ‘Het verleden van Columbus’). |
- | Insingel M., Gedroomde kaars. Maurice Gilliams: Gedichten 1919-1958 in Woorden zijn oorden. Haarlem, In de Knipscheer, 1981, blz. 11-24 (Eerder verschenen in Jeugd en Cultuur, 1965-66, XI, blz. 72-80). |
- | Kusters W., (Over het gedicht ‘Vertelsel’ uit de bundel ‘Het werk der leerjaren’) in NRC Handelsblad, 10 augustus 1985, blz. 7. |
- | Kusters W., Bid niet voor het geraamte in De geheimen van wikke en dille. Aantekeningen over poëzie. Amsterdam, Em. Querido's Uitgeverij, 1988, blz. 108-111 (Aanvankelijk verschenen in De Gids, 1985, CXLVIII, blz. 128-129. Over het gedicht ‘Sterven te Antwerpen’). |
- | Ligtvoet F, Poëzie van Gilliams verwondt en geneest (Over Het verleden van Columbus) in De Volkskrant, 11 oktober 1985. |
- | Sötemann A.L., Van Nijlen, Gilliams en het menselijk tekort in Dietsche Warande & Belfort. Tijdschrift voor letterkunde en geestesleven, 1989, CXXXIV, blz. 767-773. |
- | Spillebeen W., Maurice Gilliams, Gedichten 1919-1958 in Dimensie. Driemaandelijks literair tijdschrift, 1980-1981, V, 2, blz. 1-17. |
- | Van de Perre R., Gilliams, Maurice. Het verleden van Columbus in Boekengids. Algemeen Nederlands kritisch-bibliografisch tijdschrift, 1986, LXIV, blz. 266. |
- | Van der Hoeven J., Maurice Gilliams. De gemaskerde waarheid (O.a. over Verzamelde gedichten) in Poëziekrant, 1994, XVIII, nr. 6, blz. 41-42. |
- | Vandevoorde H., De grote slapeloze in Knack, 22 september 1993, nr. 38, blz. 102-104. |
- | Van de Woestijne K., Maurice Gilliams. De dichter en zijn schaduw gevolgd van een jong reiziger in Verzameld journalistiek werk van -. Onder redactie van prof. dr. Ada Deprez. Gent, Cultureel Documentatiecentrum, 1994 (Brieven, teksten en documenten: XIV), blz. 126-131 (Eerder verschenen in Nieuwe Rotterdamse Courant, 7 november 1925). |
- | Van Itterbeek E., Maurice Gilliams, poète et autobiographe in Septentrion. Revue de culture néerlandaise, 1976, V, nr. 1, blz. 70-81. |
- | Van Ostaijen P., Maurice Gilliams. De dichter en zijn schaduw. Gevolgd van Een jong reiziger in Verzameld werk, IV. Proza 2. Besprekingen en beschouwingen. Amsterdam, Bert Bakker, 19772, blz. 291-295 (Eerder verschenen in Vlaamsche Arbeid, 1925, XV, blz. 347-351). |
- | Van Wilderode A., Maurice Gilliams: ‘De man voor het venster’ in Dienstbaar het woord. Toespraken en teksten samengesteld en ingeleid door Rudolf van de Perre. Tielt-Weesp, Lannoo, 1985, blz. 96-110 (Huldigingstoespraak gehouden te Gent tijdens de plenaire vergadering op woensdag 16 juni 1976, ter gelegenheid van zijn afscheid als Vast Secretaris, in het fraaie 18de-eeuwse Huis (Huis met hoofdletter zoals Maurice Gilliams het altijd schreef) van de Academie. De tekst verscheen eerder, onder 's schrijvers eigen naam C. Coupé, in Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1976, 2, blz. 314-325 onder de titel: ‘Maurice Gilliams, de grote alleenloper’). |
- | Van Wilderode A., De poëzie van Maurice Gilliams in Drie beschouwingen over Maurice Gilliams. (Antwerpen), De Stichting Maurice Gilliams/Leuven, Kritak/Amsterdam, Meulenhoff, 1988, blz. 17-26. |
- | Warren H., Nog steeds roept hij strijdige reacties op in Provinciale Zeeuwse Courant, 9 juli 1993. |
| |
b) essays, inleidingen, opstellen en recensies i.v.m. Gilliams' verbeeldend en beschouwend proza:
i.v.m. Oefentocht in het luchtledige (1933):
- | De Jong M.J.G., Hoon en modder. Kunstenaar en maatschappij in twee verhalen van Maurice Gilliams in Kreatief. Driemaandelijks literair- en kunstkritisch tijdschrift, 1980, XIV, nr. 5, blz. 2-15 (Het betreft de verhalen ‘In memoriam’ en ‘Libera nos, Domine’). |
- | De Jong M.J.G., ‘Oefentochten’ van Maurice Gilliams. Aantekeningen bij een bundel voorstudies in Dimensie. Driemaandelijks literair tijdschrift, 1980-1981, V, 2, blz. 20-27. |
|
|
i.v.m. Elias of het gevecht met de nachtegalen (1936):
- | Adriaens L. in Lexicon van literaire werken. Besprekingen van Nederlandstalige literaire werken 1900-heden. Groningen, Wolters-Noordhoff, januari 1989, 7 + 2 blz. |
- | Bousset H., Elias, een nachtegalenroman in Roman en onderwijs. Nieuwe benaderingsmogelijkheden van de roman in het onderwijs (Werkgroep Ufsal-Docebo). Leuven, Acco, 1979, blz. 195-209. |
- | Bousset H., Gilliams' Elias in Nederlands en Europees verband in Vlaams leesboek. Poëzie, proza en literair essay tussen 1932 en 1986. Een bloemlezing samengesteld en ingeleid door Jozef Deleu en Anne Marie Musschott. Tielt, Lannoo, 1986, blz. 447-449 (Eerder verschenen in Maurice Gilliams: Elias of het gevecht met de nachtegalen. Met aantekeningen door drs. H. Bousset. Leuven, De Clauwaert, 1976, 19836, blz. 105-107.) |
- | Bousset H., Valse lente. Over Stefan Hertmans en Maurice Gilliams in Geritsel van papier. Essays. Amsterdam, Meulenhoff/Leuven, Kritak, 1996, blz. 107-116. |
- | Calis P. in Onze literatuur vanaf 1916. Amsterdam, Meulenhoff Educatief, 1988, blz. 44-45. |
- | De Jong M.J.G., In gevecht met de nachtegalen in De verlossing van Venus en andere essays. 's-Gravenhage-Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1979, blz. 95-106. |
- | De Jong M.J.G., Drie maal Elias in Maatstaf, 1980, XXVIII, nr. 10, blz. 59-68. |
|
| |
| |
- | De Jong M.J.G., De taal van Elias. Fragment van een stilistische benadering in De Nieuwe Taalgids. Tijdschrift voor neerlandici, 1982, LXXV, blz. 105-115. |
- | De Jong M.J.G., Un livre chimérique: (le ‘Bildungsroman’ moderne chez Proust, Rilke et Gilliams) in Le présent du passé. Essais de littérature comparée. Namur, Presses Universitaires de Namur, 1994 (Langues et Littératures: nr. 1), blz. 133-153, 407-416. |
- | Insingel M., Tussen Proust en Sarraute: notities bij Elias en Winter te Antwerpen van Maurice Gilliams in Woorden zijn oorden. Haarlem, In de Knipscheer, 1981, blz. 25-31. (Eerder verschenen in Nieuw Vlaams Tijdschrift, 1968, XXI, blz. 695-701 en in Kritisch Akkoord 1969. Een keuze uit in 1968 verschenen essays in Noord- en Zuidnederlandse tijdschriften samengesteld door Eugène van Itterbeek, Bernard Kemp, Alfred Kossmann & Lambert Tegenbosch. Brussel-Den Haag, Manteau, 1969, blz. 62-68). |
- | Mutsaers Ch., Gilliams' nachtegalen in Paardejam. Amsterdam, Meulenhoff, 1996, 19964, 179-186. |
- | Vandamme J., Gilliams en het onbewoonbaar kasteel van Elias in Marnix R.A. Coppens: Jan Vandamme. ‘Voor wie zijn huis verloor als ik’. Torhout, V.W.S.-Cahiers, 1986, XXI, nr. 5, blz. 10-12 (Eerder verschenen in Komma, 1968, IV, nr. 2, blz. 1-17 én in Kritisch akkoord 1969. Een keuze uit in 1968 verschenen essays in Noord- en Zuidnederlandse tijdschriften samengesteld door Eugène van Itterbeek, Bernard Kemp, Alfred Kossmann & Lambert Tegenbosch. Brussel-Den Haag, A. Manteau, 1969, blz. 69-82). |
- | Wulms G., Aantekeningen bij de Driejaarlijkse prijs der Nederlandse letteren 1980 in Appel. Driemaandelijks literair tijdschrift, 1980, V, nr. 3, blz. 23-27. |
|
|
i.v.m. Winter te Antwerpen (1952):
- | Adriaens L., Verlangen en verwoording. Een verkenning van Maurice Gilliams' Winter te Antwerpen in Dimensie. Driemaandelijks literair tijdschrift, 1980-1981, V, 2, blz. 29-38. |
|
|
i.v.m. Gregoria of een huwelijk op Elseneur. Esoterische memorabilia 1938 (1982) (1991, 19912):
- | Adé G., Le mystère d'un échec: à propos de ‘Gregoria’ de Maurice Gilliams in Septentrion. Revue trimestrielle de culture néerlandaise, 1993, XXII, nr. 1, blz. 36-43. |
- | Adriaens L., Maurice Gilliams' ‘Gregoria of een huwelijk op Elseneur’ in Dietsche Warande & Belfort. Tijdschrift voor letterkunde en geestesleven, 1992, CXXXVII, blz. 624-628. |
- | Adriaens L., Gregoria in Streven. Cultureel maatschappelijk maandblad, 1991-1992, LIX, nr. 10, blz. 957-958. |
- | Bernlef J., De vervolmaakte Maurice Gilliams in Vrij Nederland, 19 oktober 1991, nr. 42, blz. 95-96. |
- | Boenders F., Maurice Gilliams. Hamlet in Antwerpen in Kunst & Cultuur. Maandelijks tijdschrift, uitgegeven door het Paleis voor Schone Kunsten, juni 1991, nr. 10, blz. 39-43. |
- | Cornet P., Gilliams' Gregoria: een schrijfles uit de hemel in Kunst & Cultuur. Maandelijks tijdschrift, uitgegeven door het Paleis voor Schone Kunsten, 1991-1992, XXV, januari 1992, blz. 12-15. |
- | De Jong M.J.G., Een postume roman en de hogere principes van het auteursrecht in De Gids, 1983, CXLVI, blz. 36-42. |
- | Dubois P.H., Het jeugdkasteel bestaat niet meer. Sleutel tot het leven van Maurice Gilliams in Standaard der Letteren, 2 november 1991, nr. 2060, blz. 1. |
- | Fens K., Waar de dagen trager waren in De Volkskrant, 18 november 1991. |
- | Jacobs P., ‘Schrijven is jong willen blijven.’ Autobiografische roman van Maurice Gilliams postuum gepubliceerd in Het Nieuwsblad, 17 oktober 1991. |
- | Jacobs P., Voor Maurice Gilliams was zijn werk nooit af. Meesterlijk proza in postuum verschenen roman in De Boekenstandaard, 31 oktober-1 november 1991, blz. 20. |
- | Lampo J., Elias en Gregoria in Standaard der Letteren, 25 januari 1992, blz. 4. |
- | Meijsing D., Beklemmend Vlaams leven. Nagelaten roman van Maurice Gilliams in Elsevier, 19 oktober 1991, nr. 42, blz. 135. |
- | Musschoot A.M., Maurice Gilliams: het geheim van Gregoria onthuld in Ons Erfdeel. Algemeen-Nederlands tweemaandelijks cultureel tijdschrift, 1992, XXXV, blz. 505-510. |
- | Mutsaers Ch., Eenzaamheid is de kern, weemoed het donzen omhulsel. Roman over een huwelijk van Maurice Gilliams in Paardejam. Amsterdam, Meulenhoff, 1996, 19964, blz. 32-41 (Eerder verschenen in NRC Handelsblad, 11 oktober 1991). |
- | Nupie R., Gregoria of een huwelijk op Elseneur in De Vrijzinnige Lezer. Driemaandelijks tijdschrift van het Humanistisch-Vrijzinnig Centrum voor Lectuurbegeleiding, 1992, XIII, nr. 1, blz. 48. |
- | Oomens L., Walm van burgerlijkheid. Nieuwe roman negen jaar na Gilliams' dood in Algemeen Dagblad, 14 november 1991. |
- | Rinckhout E., Roman van Maurice Gilliams postuum gepubliceerd. ‘Een deprimant stuk schrijfwerk’ in De Morgen, 26 oktober 1991. |
- | Van Elzen S., Gregoria, een enigma in Knack, 30 oktober 1991, nr. 43, boekenbijlage blz. 16-17. |
- | Van Kempen Y., Maurice Gilliams. ‘Ik heb het moeilijk met mijzelf’ in HN Magazine, 19 februari 1992 |
- | Vermeiren K., De Idee Maurice Gilliams in Kreatief. Literair- en kunstkritisch tijdschrift, 1992, XXVI, nr. 2, blz. 54-62. |
- | Verstraete E., Gilliams: ‘Een ding zoals ik er nooit een schreef’: postuum uitgegeven ‘Gregoria of een huwelijk op Elseneur’ woordkunst op eenzame hoogte in Scilla. Tijdschrift van de Heemkundige Kring van Schilde, 1995, XXVIII, nr. 3, blz. 4. (Eerder verschenen in: Gazet van Antwerpen/Gazet van Mechelen, 29 oktober 1991, speciale editie Boekenbeurs, blz. 1.) |
- | Warren H., De maagd telt haar vlekjes. Roman-gedicht van Gilliams in Provinciale Zeeuwse Courant, 15 november 1991. |
- | Weverbergh J., Een meesterwerk: de onvoltooide symfonie van Maurice Gilliams in De Nieuwe Gazet/Het Laatste Nieuws, 26-27 oktober 1991, blz. 62. |
- | Zuiderent A., Terwijl de ogen lezen, luisteren de oren mee in Trouw, 10 oktober 1991. |
|
|
i.v.m. Vita brevis. Verzameld werk (1975-1978):
- | Demedts A., Verzameld werk van Maurice Gilliams in De Periscoop. Onafhankelijk maandblad voor kunst en kultuur, 1975-1976, XXVI, nrs. 9-10, blz. 1, 4. |
- | Janssen E., Scheppend proza van Maurice Gilliams in De Periscoop. Onafhankelijk maandblad voor kunst en kultuur, 1978-1979, XXIX, nr. 7, blz. 4. |
- | Sterckx P., Herziene Maurice Gilliams in De Nieuwe Gazet, 26 december 1975. |
- | Van de Moortel R., Het verloren paradijs in Gazet van Antwerpen, 28 september 1976 (Tevens afgedrukt in Knipselkrant, 1976-1977, II, nr. 1, blz. 21-22). |
- | Van de Moortel R., Maurice Gilliams op eenzame hoogte in Gazet van Antwerpen, 3 november 1977. |
- | Wynen J., Vita Brevis. Verzameld werk, deel 1 in Nova et Vetera. Tijdschrift voor onderwijs en opvoeding, 1976- |
|
| |
| |
| 1977, LIV, nr. 2, blz. 146. |
- | Westerlinck A., Nederlandse letteren in Dietsche Warande & Belfort. Tijdschrift voor letterkunde en geestesleven, 1976, CXXI, blz. 118-119. |
|
|
i.v.m. Vita brevis. Verzameld werk (1984):
- | De Schutter F., Een winter in Vita Brevis. Gilliams verzameld in Standaard der Letteren, 15 juni 1985, blz. 1. |
- | Kossmann A., Maurice Gilliams - schrijven, verbranden, opnieuw beginnen in Het Vrije Volk, 12 januari 1985. |
- | Kossmann A., Een levenslange concentratie op het schrijven in De Gelderlander, 1 februari 1985. |
- | Kroon D., Maurice Gilliams. Vita brevis in Ons Erfdeel. Algemeen-Nederlands tweemaandelijks cultureel tijdschrift, 1985, XXVIII, blz. 579-582. |
- | Kruithof J., Omdat ik voor niets anders deug. De discrete romantiek van Maurice Gilliams in Vrij Nederland/Boekenbijlage, 5 januari 1985, blz. 3-4. |
- | Kusters W., Voor Vlamen te Wals, voor Batavieren te Bourgondisch in NRC Handelsblad, 21 december 1984. |
- | Ligtvoet F., Gilliams verdient plek op de Hollandse Olympus in De Volkskrant, 2 november 1984. |
- | Reynebeau M., Een idee in de tijd. De definitieve ‘Vita brevis’ van Maurice Gilliams in Knack, 31 oktober 1984, nr. 44, boekenbijlage blz. 12. |
- | Van de Perre R., Gilliams, Maurice. Vita brevis in Boekengids. Algemeen Nederlands kritisch-bibliografisch tijdschrift, 1985, LXIII, blz. 823. |
- | V(an)d(e)v(oorde) H., Maurice Gilliams: een maniakale maniërist in De Morgen, 3 november 1984. |
- | Van Melick B., ‘Hevig van grijsheid en vuurvast...’ in De Gids, 1986, CIL, blz. 39-46. (Cf. de reacties hierop van Laurens van Krevelen en Ben van Melick in De Gids, 1986, CIL, blz. 235-237.) |
- | Verschoore N., Maurice Gilliams in De Nieuwe Gazet, 9 januari 1985. |
|
|
-
eind27
- Een (bedankings)brief van Maurice Gilliams aan Gerrit Borgers i.v.m. de Constantijn Huygensprijs staat afgedrukt in Brieven in beeld. Den Haag, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1976, blz. 65.
-
eind28
- Toen Felix Timmermans op 24 januari 1947 overleden was, zorgde Maurice Gilliams ervoor dat pater Jozef van Mierlo en hijzelf op de dag van de begrafenis, zijnde 28 januari, het woord voerden. De rede van Gilliams, uitgesproken in de rouwkamer, staat afgedrukt in Getuigenissen. Jaarboek 1974 van het Felix Timmermansgenootschap (Brugge, Orion-Desclée de Brouwer, 1974, blz. 97-99).
-
eind29
- De dichter Hubert van Herreweghen volgde in de Academie de dichter Maurice Gilliams op; die had in 1947 zelf de Vlaamse dichter August van Cauwelaert (o31 december 1885 - † 4 juli 1945) opgevolgd.
-
eind30
- Promotie op woensdag 27 juni 1979 in de promotiezaal van de Universiteitshal te Leuven. Voorzitter: N. de Paepe, promotor: M. Janssens, co-promotor: H. van Gorp, leden: B.F. van Vlierden, P. de Wispelaere en H. Brems.
-
eind31
- Door stakingsperikelen werd het programma niet, zoals voorzien, op 17 oktober 1979 uitgezonden, wel op 9 januari 1980. Het werd door de B.R.T. opnieuw uitgezonden op 18 juli 1980 n.a.v. Gilliams' bekroning met de Prijs der Nederlandse Letteren én op 21 oktober 1982 b.g.v. schrijvers overlijden. De tekst van de uitzending verscheen, kort ingeleid, in het Nieuw Vlaams Tijdschrift, 1981, XXXIV, blz. 27-60.
|