lelietegels staat de bloem centraal. In de achttiende eeuw werd de lelie in Frankrijk, Poperinge en Menen bekroond met een anjer. Doorgaans werd de lelie verlevendigd met een ajourversiering. Uit Roeselare en Izegem komen radertegels met lelies die lijken op de middeleeuwse voorbeelden.
Radertegels vormen overigens een aparte groep met een uitzonderlijk decoratieve waarde. Op een veld van vier neemt het tandrad een centrale plaats in. Ze komen uit Midden- en Zuidwest-Vlaanderen.
In de 18de eeuw waren radertegels erg populair in de streek van Roeselare-Izegem en in Kortrijk. Dit zijn Kortrijkse tegels. (Collectie Brugge, De Knock)
(Foto: Oostkamp, J. Breyne)
De cirkel is meestal groen. Er bestaan allerlei variaties van, versierd met sterren, tulpen, lelies en stippen.
Met dit laatste motief, de stip, belanden we bij de zogenaamde punttegels. Sommige zeldzame punttegels zijn opgebouwd als radertegels en komen uit Kortrijk en Izegem. De wafel- of ruittegel is nauw verwant aan de punttegel. Meestal vullen stippen of lijntjes het ruitpatroon. Het motief is simpel, maar bevallig. De fraaiste exemplaren komen eveneens uit Izegem, Tielt en Roeselare. Daarvan werden de veldjes gevuld met bloemen in plaats van stippen.
De palmettentegel behoort ongetwijfeld tot een van de meest geslaagde creaties. Hij komt voornamelijk uit de Westhoek en Frans-Vlaanderen. Lille was er een belangrijk productiecentrum van. Niet verwonderlijk: de palmet is een motief uit de empirestijl die vanuit Frankrijk onze streken binnendrong. Deze tegels kunnen we min of meer dateren: ze kwamen vanaf begin vorige eeuw in productie.
Ten slotte belanden we bij de uitzonderingen. Vooreerst zijn er de diertegels. In Hooglede werd ooit een schouw bekleed met diertegels versierd met slib aangebracht met de ringeloor. Een gesigneerde tegel uit dit ensemble bewijst dat ze uit 1780 dateren en gemaakt waren door Joannes Baert uit Izegem. In die streek werden nog tegels gevonden uit dezelfde periode met gelijkaardige versieringen.
Ook ruitertegels met Sint-Joris zijn zeldzaam. Ze zijn meestal vroeg achttiende-eeuws en gemaakt in de Westhoek en Frans-Vlaanderen. Deze tegels werden niet
Bij de wafeltegels, een Izegemse specialiteit, werd zowel met reliëf als groen glazuur versierd. Deze tegel is 18de-eeuws. (Collectie Brugge, De Knock)
(Foto: Oostkamp, J. Breyne)
zelden gebruikt om de gebouwen van schuttersgilden op te sieren. Sommige exemplaren zijn voorzien van de letters ‘S’ en ‘G’: Saint-Georges.
Tot de uitzonderingen behoren ook een reeks late ornamenttegels. We denken ondermeer aan de vierpassen met bloemen, vervaardigd in Kortrijk. Deze jongere tegels zijn zwak van vormgeving. Hun versiering is min of meer geïnspireerd op de vloertegels van cement die eind vorige eeuw de markt overspoelden.