[nummer 266]
Woord vooraf
Een paar jaar geleden organiseerde het Oudenburgse stadsbestuur een tentoonstelling met als thema ‘Vlaamse archeologie’: het grootste deel van de tentoonstellingsruimte werd in beslag genomen door voorwerpen in gebakken aarde. Bovendien behoren prachtige Romeinse terra sigillata-schalen en kommen tot de pronkstukken van de permanente collectie van het Oudenburgse Stedelijke Museum.
Toen het tijdschrift Vlaanderen aan het onderwerp ‘Vlaamse keramiek’ een themanummer wilde wijden, was het Oudenburgse stadsbestuur dan ook onmiddellijk gewonnen voor een nieuwe samenwerking.
Keramiek: het perfecte huwelijk tussen wat Griekse natuurfilosofen reeds als oerelementen beschouwden, aarde en vuur.
Lang voor de Grieken had de prehistorische mens reeds de mogelijkheden van dit samengaan ontdekt en er gretig gebruik van gemaakt. De eerste potten in gebakken aarde doken op in neolithische landbouwgemeenschappen: zij betekenden het begin van een onuitputtelijke productiestroom van de meest diverse recipiënten en gebruiksvoorwerpen.
Verrassend toch is de constante die de oervorm van deze tak van de menselijke industrie tot op heden heeft vertoond: een eenvoudige bloempot is op vandaag niet essentieel verschillend van een vergelijkbaar exemplaar dat de dragers van de bandkeramiek-cultuur, 7000 jaar geleden, naar onze gewesen brachten.
Hieruit besluiten dat de tijd heeft stilgestaan ware echter een grove misvatting. Het is overigens niet enkel de bedoeling om met deze tentoonstelling een chronologische staalkaart te bieden van de keramiekproductie in Vlaanderen, maar tevens de technische evolutie te illustreren die dit product van het menselijke vernuft in de loop van de geschiedenis onderging.
De beperkte ruimte van het Oudenburgse museum zette de organisatoren van de tentoonstelling ertoe aan, meer oog te hebben voor de representativiteit dan voor de kwantiteit van de voorwerpen.
Zonder een echte tentoonstellingscatalogus te zijn, fungeert dit nummer van het tijdschrift Vlaanderen als een onmisbare aanvulling bij de tentoonstelling zelf. Het bevat een rijkdom aan - meestal onuitgegeven - artikelen die, vooral voor de leek, een verhelderend licht werpen op alle aspecten van de Vlaamse keramiekproductie.
Met deze tiende tentoonstelling in het Stedelijk Museum, hoopt het Oudenburgse stadsbestuur opnieuw een bescheiden bijdrage te hebben geleverd tot een ruimere belangstelling en waardering voor ons eigen historisch erfgoed.
Het dankt al wie heeft bijgedragen tot de realisatie van het themanummer en de tentoonstelling zelf, in het bijzonder de redactie van het tijdschrift Vlaanderen, de auteurs en bruikleengevers, de heer Jean Luc Meulemeester en de technische dienst van de stad Oudenburg.
Ignace Dereeper / Burgemeester van Oudenburg & Romain Roose / Schepen van Cultuur