grote bouwwerken waarmee de kerk haar aanwezigheid wil beklemtonen, maar die niets te maken hebben met een streven naar sacrale ruimtes voor de gelovigen. De Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede-basiliek in het Afrikaanse Ivoorkust, een megalomaan bouwsel dat op een platvloerse wijze refereert aan het Sint-Pieterscomplex in Rome, is een schrijnende uiting van een compleet achterhaalde kerkarchitectuur. De wijze waarop dit complex is neergepoot, tart elke verbeelding.
Het idee om nieuwe kathedralen te bouwen beschouwen wij niet meer als een evidentie om een kerkgemeenschap te visualiseren. Toch blijft de drang om een kerkruimte een expliciete dominerende architectuur te geven aanwezig, zoals in de nieuwe kathedraal van Evry, een voorstad van Parijs. De keuze van de Zwitserse architect Mario Botta is niet toevallig. Het werk van deze internationaal gewaardeerde architect bezit een uitgesproken drang naar monumentalisme. De kathedraal van Evry is een schuin doorgesneden cylinder, bekleed met baksteen. De dakrand is omzoomd met een ‘kroon’ van 24 zilverberken. Het 17 tot 34 meter hoog interieur maakt een overweldigende indruk door het baksteengebruik en door de afmetingen, maar van intense spiritualiteit van de ruimte is er geen sprake. Ook in zijn andere kerken die hij recent ontwierp, is het formele pertinent aanwezig, met uitzondering in de kapel van Santa Maria degli Angeli bovenop de Tamaroberg nabij Lugano. De samenwerking met de
Het samenbrengen van de kruisvorm en het licht. Ontwerp voor kerk Roma 2000. Architect Tadao Ando.
Een kapel als beëindiging van een berg. Kapel Santa Maria degli Angeli op de Tamaroberg (Zwitserland), 1992-1996. Architect Mario Botta.
kunstenaar Enzo Cucchi heeft hier zeker bijgedragen om de intensiteit van de ruimte te versterken.
Stilaan komt de mens in de ban van de eeuwwende. Tegen 2000 moet in het Poolse dorpje Lichten, sinds 1812 een belangrijk bedevaartsoord, een van de grootste Europese kerken in gebruik zijn. Tijdens het magisch jaar viert de katholieke Kerk in Rome ook het ‘Heilig Jaar’. In Rome werd het idee gelanceerd om in de periferie vijftig nieuwe kerken te bouwen en er werden zelfs vijf internationaal gerenommeerde architecten geïnviteerd om de kerk van het jaar 2000 te ontwerpen, namelijke Tadao Ando, Santiago Calatrava, Frank O. Gehry, Peter Eisenman en Richard Meier. Uiteindelijk viel de keuze op het ontwerp van de joodse architect Meier, op zich reeds een reden voor vele polemieken in de Italiaanse pers. Er is echter meer aan de hand waarom men Meier heeft gekozen. Zijn gebouwen zijn steeds compleet witte verschijningen, gaat het nu om woningen, musea of kerken. Binnen de moderniteit heeft de witte wand de status opgeëist van neutraal element dat zuiverheid en rationaliteit vertegenwoordigt. Mark Wigley stelt dat de witte muren, net als de decoratieve kunsten van het verleden, een systeem vormen van representatie. Zij representeren architectuur, veeleer dan dat ze materiële architectuur zijn. Meiers ontwerp is fel bekritiseerd, omdat het expliciet de representatie van de Kerk wil benadrukken en geen uitdrukking is van diepere reflectie van geloof in een evoluerende samenleving. De ontwerpen van Gehry en Ando, alhoewel compleet verschillend, gaven een boeiender antwoord op de reeds moeilijk gestelde opgave.