Marlène Lie-A-Ling
Dans in Suriname
‘Momenteel staat de dans in Suriname aan het begin van een nieuwe periode. Er heerst een nieuw bewustzijn van de rijkdom die aangedragen wordt door de verschillende lokale etnische vormen en er is een drang om te komen tot daadwerkelijke integratie van bewegingsvormen en een eigen culturele identiteit.’
Langs de lijnen van de basisculturen in Suriname zijn er zes etnische dansvormen te onderscheiden: de Inheemse (Indiaanse), Bosneger (Marron), Creoolse, Chinese, Hindostaanse en Javaanse dansen. Elke etnische groep kent nog zijn speciale feesten waar deze dansen te zien zijn, zoals verjaardagen, overlijden, besnijdenis, huwelijkssluitingen, einde rouw en speciale manifestaties. Er wordt nog steeds in verenigingsverband veel gewerkt aan behoud en ontwikkeling van de etnische traditionele dans. Surinamers houden van dansen: zij dansen zodra er iets te vieren is.
Naast de beleving zoals boven genoemd wordt dans echter niet onderwezen op de basisscholen. Ook ontbreekt het aan bijvoorbeeld clubhuizen waar folkloristische dans beoefend kan worden. Suriname heeft momenteel behoefte aan een Nationale School voor folkloristische dans, die kan bijdragen tot integratie en culturele identiteit. In Paramaribo zijn er nu twee balletscholen waar de klassieke basis wordt onderwezen. Oorspronkelijk waren er zeven balletscholen. Het Cultureel Centrum Suriname begon omstreeks 1950 met het onderricht in deze culturele vorm en verzorgde die tot 1973. De danspedagogen begonnen toen hun eigen balletscholen. Ballet in Suriname heeft in de periode 1960-1990 een groei gekend. Er studeerden Surinaamse pedagogen af in Nederland, die hun bijdragen hebben geleverd tot de ontwikkeling van de dans in Suriname. Het Nationaal Ballet Suriname werd opgericht in 1978 en stond met name gedurende de eerste vijf jaren hoog aangeschreven.
Momenteel staat de dans in Suriname aan het begin van een nieuwe periode. Er heerst een nieuw bewustzijn van de rijkdom die aangedragen wordt door de verschillende lokale etnische vormen en er is een drang om te komen tot daadwerkelijke integratie van bewegingsvormen en een eigen culturele identiteit.
Een voorbeeld hiervan is het werk van de dansgroep Marlène's Ballet. Deze groep bestaat thans tien jaar. De dansers hebben een klassieke basis, maar dansen ook eigentijdse en Surinaamse folklore. Zij
Marlène's Ballet, Ef A Kan geïnspireerd vanuit de Creoolse en Hindostaanse dans.
hebben optredens verzorgd in Suriname, Frans-Guyana, Haïti en Nederland. Tijdens de voorstelling ‘Dansen uit de Surinaamse Folklore’ (1995) werd voor het eerst een volledig Surinaams-Javaans ballet gepresenteerd, dat de uitbeelding was van een traditioneel Javaans huwelijk uit de jaren '40.
Aan deze presentatie is een uitgebreid onderzoek vooraf gegaan. Ook andere dansen werden getoond, zowel in hun traditionele als in een verder ontwikkelde, eigentijdse vorm. De groep geeft met haar werk in Suriname concreet gestalte aan de idee van pluriculturaliteit.
De inhoud van het lied ‘Mi Kondre Tru, Mi Lobi Yu’ (Mijn dierbaar land, u heb ik lief) inspireerde ons tot het uitwerken van een pluriculturele choreografie voor de viering van 20 jaar Onafhankelijkheid op 25 november 1995. Voor deze choreografie werd een speciaal arrangement gemaakt dat goed paste bij het idee van integratie die in de dans tot uiting moest komen: elk couplet klinkt eerst instrumentaal in de muziekstijl van elk van de deelnemende cultuurvormen, daarna wordt de tekst gezongen in de ‘kaseko’, een stijl die alle culturen tezamen waarderen. In het eerste deel behouden de vijf verschillende culturen hun eigen waarde, hetgeen tot uiting komt in de eigen, traditionele dansvorm en kleding. Respect voor elkaar voert hier de boventoon, zoals wij dit nog steeds meemaken in het dagelijkse leven in Suriname. De vijf dansers voeren dan overleg in een traditionele ‘krutu’ en besluiten dat er eenheid moet komen: de integratie wordt geboren. Uit de Indiaanse cirkel - symbolisch voor de nieuw gesmede eenheid - komt een generatie voort die uit vijf moderne dansers bestaat, met kleding in de kleuren van de Surinaamse vlag. Met zwierige sjaals drukken zij de blijdschap uit van de verworven eenheid - een verrassend gebruik van de traditionele Oosterse ‘slendang’ en ‘petha’. De oude en de nieuwe groep gaan in elkaar op en zijn elkaar tot energie en ondersteuning in de tijden die komen en gaan.
De eigenwaarde en het respect van de verschillende culturen in Suriname en het streven naar integratie en pluriculturaliteit, zijn uniek voor Suriname. Daaraan wil ook de dansgroep een creatieve bijdrage leveren.