Titia Ballot, ‘Goeie Vrydag, Suid-Afrika, April 1994’ (1994)
uitbeeldt, de geschiedenis en omgeving van een homogene groep resp. de godsdienstige overtuiging van een individu of van een bepaalde groep mensen.
Hieronder wordt ingegaan op een aantal kunstwerken die als illustraties bij dit artikel zijn opgenomen.
Willie Bester (1956) krijgt voor zijn Crossroads (1991) een eervolle vermelding bij de Kaapse Triënnale van 1991. Hij beeldt in dit werk de normalisering van het bestaan in een typisch ‘plakkerskamp’ (zwarte sloppenwijk) uit - in weerwil van herinneringen aan werkloosheid, armoede en geweld. De gekozen combinatie van samengeraapte spullen beklemtoont deze soort van ervaringen die altijd weer deel uitmaken van de dagelijkse zorgen in een overbevolkte buurt: geribd karton, zwart plastic, platgetrapte drankblikken, kippegaas en prikkeldraad, gescheurde foto's op glanzend papier van een weekblad. En toch straalt dit werk een vorm van hoop uit, door de positief opgevatte negatieve dingen zoals het onomwonden tekstgedeelte ‘no to apartheid no’, de inrichting van een legertank tot soepkeuken of levensmiddelenwinkel, en de toepassing van een heldere contrasterende - bijna vrolijke - kleurenharmonie.
Sandra Kriel (1952) krijgt voor Why are you afraid? (1991), bestaande uit drie vierkante delen, eveneens een eervolle vermelding ter gelegenheid van de zoëven genoemde nationale tentoonstelling. Het is een warm commentaar bij de onrust en het bloedvergieten in het land - een toestand die in 1991 enigszins een keerpunt zou bereiken. Elk van de drie panelen met textieloplegwerk in beschilderde houten ramen drukt een woordelijk verhaal uit dat het bestaan van het tegendeel niet ontkent - maar net beklemtoont.
In het eerste deel houden vijf vrouwen elkaars handen vast. Er zijn er maar drie te zien, waardoor de indruk van een oneindige mensenketting ontstaat.
Bovenaan vormt een lichtvlek het evenwicht met de zelfverklarende tekst onderaan: ‘We were not born to be raped and destroyed’. In het sierlijker middendeel ‘We were not born to control and destroy’ is er een verwijzing naar de figuurpatronen van de klassieke Griekse vaaskunst - hoewel de traditionele mannelijke figuur hier vervangen is door die van de universele vrouw. De vrouw is telkens in een lichtkern geplaatst en vervult haar rollen als huisvrouw, geleerde en communicator in een microcosmos met bomen, schoenlappers, vissen en ander dieren. Het derde en onderste paneel ‘Why are you afraid’ stelt de vrouw in werkkleren voor, en weer in een lichtvlek. Hier wordt onderstreept dat de vrouw een centrale plaats inneemt in de wereld van planten en dieren. En voorts dat zij in het licht op een pulserend hart - het symbool van het leven - staat en heerst. Het wisselende spel waarmee beeld en tekst elkaar afwisselen, drukt op dynamische wijze de zekerheid uit dat de vrouw in alle omstandigheden van het leven - ook in de huidige tijd van onzekerheid die met verandering gepaard gaat - een positieve hoopvolle rol te vervullen heeft.
Een werk van Kagiso Pat Mautloa (1967-), Reconstruction (1994) bestaat uit drie gewone postzakken waarop met olieverf geschilderd is en de woorden ‘Rep. van Suid-Afrika / Rep. of South Africa’ gestempeld staan. Van links naar rechts, in leesrichting, is de voorstelling van de centraal geschilderde rechthoek steeds duidelijker waarneembaar - alsof de kunstenaar wil zeggen dat de beloofde boodschap uiteindelijk aangenomen is: een verenigde gemeenschap in een land met een nieuwe vlag, als symbool dat de eenheid van de verschillende gemeenschappen weerspiegelt. De dynamische kleurbanen van de nieuwe Zuidafrikaanse vlag nemen deze visuele en symbolische beweging als een eenheid nog verder mee naar rechts - hoopvol de toekomst in.
Titia Ballot (1941-) maakt de ets ‘Goeie Vrydag, Suid-Afrika, April 1994’ onder de indruk van twee belangrijke gebeurtenissen. De herdenking van de verzoening tussen de Schepper en Zijn Schepping, die door het sterven van Christus bewerkstelligd is, wordt hier op de vooravond van de eerste democratische verkiezing in het land een metafoor voor de verzoening tussen inheemse Zuidafrikanen en die, die uit Europa en Azië afkomstig zijn. Symbolen zoals dorens van rozen (Europees van oorsprong) en een Zoeloesierspeld die vastgespijkerd is tegen een muur met half afgescheurd koloniaal behangpapier, worden tekenen van de verzoening tussen landgenoten en hun bevrijding van de schuldenlast van hun gewelddadig verleden. Hoewel doornen van rozen en speld, net als de spijkers ook symbolen van pijn en conflict zouden kunnen zijn, bloeit de rozenstruik en wordt de Zoeloe-sierspeld (met liefdesbrief in kralenwerk) aan iemand geschonken als teken van achting / respect / liefde.