Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 45
(1996)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 146]
| |
De verzamelingen van het Zeeuws MuseumIn het centrum van de stad Middelburg ligt het twaalfde-eeuwse Norbertijner klooster. De abdijgebouwen en de kerken zijn na het bombardement in de Tweede Wereldoorlog gerestaureerd en deels herbouwd. Sinds 1972 is het Zeeuws Museum in een vleugel van de Abdij gevestigd. De collectie van het museum bestaat uit een groot aantal verzamelingen waarin de rijke, eeuwenoude Zeeuwse geschiedenis weerspiegeld wordt. In de vaste presentatie zijn onder andere te zien: archeologische vondsten, votiefstenen gewijd aan de godin Nehalennia, een rariteitenkabinet uit de achttiende eeuw, een verzameling Chinees porselein en Zeeuws zilver, een overzicht van de Zeeuwse streekdrachten en diverse collecties schilderijen. Geregeld wordt aan de hedendaagse Zeeuwse kunst aandacht besteed door middel van presentaties. Daarnaast organiseert het museum tentoonstellingen die aansluiten bij de diverse deelgebieden van de verzameling. | |
In naam van OranjeIn de historische omgeving van de abdij wordt in de Tapijtenzaal van het Zeeuws Museum een indrukwekkende serie zestiende-eeuwse wandkleden gepresenteerd. In 1972 werd deze collectie door het provinciaal Bestuur van Zeeland aan het museum in langdurig bruikleen gegeven. Deze reeks beeldt de strijd uit van de Geuzen tegen de Spanjaarden op de Zeeuwse rivieren gedurende de Tachtigjarige Oorlog. De gevechten vonden in de jaren 1572 tot en met 1576 plaats en waren een belangrijke factor in de verdrijving van de Spaanse overheersers. In naam van de Prins van Oranje vochten de Zeeuwse watergeuzen in de grote opstand tegen Filips II. Zeeland, maar vooral Walcheren was strategisch van groot belang. Het eiland beheerste de toegang tot de Schelde en daarmee de haven van Antwerpen. In 1572 kozen de steden Veere en Vlissingen de zijde van de prins van Oranje. Dit was een gevoelige klap voor Filips II en hij stelde alles in het werk om Walcheren te ontzetten. Alleen Middelburg was nog in Spaanse handen. In het begin concentreerde de Zeeuwse vrijheidsstrijd zich op Walcheren. Tot deze fase behoren de op de tapijten afgebeelde gevechten bij Rammekens en Den Haak met als glorieuze finale de slag bij Bergen op Zoom in januari 1574. Kort daarop, op 21 februari, volgde de overgave van de stad Middelburg aan Oranje. Er brak een periode van rust aan waarin met Pinksteren een verrassingsaanval op Lillo werd uitgevoerd. Het tweede deel van de vrijheidsstrijd laaide in 1575 weer op als gevolg van het Spaanse offensief
Detailopname uit het tapijt ‘Het beleg van Zierikzee’; een Spaanse galei wordt aangevallen door de geuzen. Naar ontwerp van Hendrick Vroom geweven in het atelier van Hendrick de Maecht in Middelburg in 1599-1603. Zeeuws Museum, Middelburg.
tegen Zierikzee. Ruim negen maanden is op de Oosterschelde en de rivier de Gouwe gevochten. De strijd die op de Zeeuwse wateren werd gevoerd is van invloed geweest voor het verdere verloop van de Tachtigjarige Oorlog. Deze was te vergelijken met een ‘Titanenstrijd’ waarin enkele gewesten het opnamen tegen het machtige wereldrijk Spanje. | |
Een ‘camer-tapijten’De Staten van Zeeland besloten in 1591 na de overwinning op de Spanjaarden dat de glorieuze gevechten op een wandtapijt vereeuwigd zouden worden. De Slag bij Bergen op Zoom op 29 januari 1574 | |
[pagina 147]
| |
werd gezien als de meest cruciale fase uit de vrijheidsstrijd en daarom kreeg het eerste tapijt deze slag als onderwerp. Na de levering in 1595 besloten de Staten van Zeeland om een ‘camer’ tapijten te bestellen. Deze serie van in totaal zes wandkleden zou dienen ter verfraaiing van het Prinsenlogement, dat toen deel uitmaakte van de abdij van Middelburg. Vijf zeegevechten tegen het Spaanse offensief werden geweven op vijf tapijten. Een wapentapijt bedoeld voor boven de schoorsteen werd gewijd aan het portret van de aanvoeder, Prins Willem van Oranje, de stadhouder van Holland en Zeeland. In zijn naam werd de vrijheidsstrijd gevoerd. | |
Het Delftse atelier van François SpierincxHet eerste tapijt ‘De Slag bij Bergen op Zoom’ werd in Delft besteld bij de uit Antwerpen gevluchte wever François Spierincx. De slag vond plaats op 29 januari 1574 toen Middelburg op het punt stond zich over te geven aan Oranje. De Spaanse landvoogd De Requesens rustte twee vloten uit om Middelburg te bevoorraden. Eén vertrok vanuit Antwerpen naar de Westerschelde en één vanuit Bergen op Zoom naar de Oosterschelde. Alleen de laatste vloot is in afwachting van hoog water bij Bergen op Zoom op het wandkleed afgebeeld. De Zeeuwse admiraal Lodewijk van Boisot ging snel tot actie over. Zijn vloot is links op het tapijt zichtbaar. Hier en daar sluiten Zeeuwse schepen een Spaans schip in. De Spaanse schepen zijn herkenbaar aan hun vlag; een rood Andreaskruis op een wit veld. De Zeeuwse vlag bestaat uit horizontale rood-witblauwe banen, soms driemaal onder elkaar. Onder in het midden, op de landtong, staat De Requesens hevig gebarend de Spaanse ondergang gade te slaan. Daarboven wordt zijn admiraalsschip aangevallen door Zeeuwse schepen. In de benedenrand is een mythologische afbeelding waar te nemen waarin de held Hercules, die symbool staat voor de Zeeuwen, de rover Cacus (de Spaanse vijand) doodt. De Zeeuwse overwinning bij Bergen op Zoom had tot gevolg dat Middelburg zich op 21 februari overgaf aan de Prins. Helaas is de ontwerper van dit eerste tapijt onbekend. De stijl laat zich herkennen door ‘horror vacui’, een angst om plekken leeg te laten. Het wandkleed kenmerkt zich door een veelvoud van scheepsformaties. Op grond hiervan is de toeschrijving aan de ontwerper van de andere Zeeuwse tapijten, namelijk de marineschilder Hendrick Vroom niet mogelijk. De composities van Vroom kenmerken zich door helderheid waarbij één gebeurtenis,
Detailopname uit de ‘Slag bij Bergen op Zoom’. De Spaanse landvoogd De Requesens kijkt hevig gebarend toe. Atelier François Spierincx in Delft in 1593-1595. Zeeuws Museum, Middelburg.
vaak de belangrijkste, centraal in het beeldvlak is gezet. Spierinxc werkte ruim vier jaar aan de bestelling uit Zeeland. In dezelfde periode werd in zijn Delftse atelier gewerkt aan tien ‘Armada-tapijten’, een belangrijke opdracht uit Engeland. Deze serie was eveneens ontworpen door Vroom, maar is helaas door brand in het Londense Parlementsgebouw in 1834 verloren gegaan. De Zeeuwse reeks is door het verbranden van de ‘Armada-tapijten’ echt uniek in de wereld. Tapijten met zeeslagen als onderwerp zijn zeer zeldzaam. Gelukkig werd de Zeeuwse reeks kort voor het oorlogsdreigen van de Tweede Wereldoorlog in veiligheid gebracht. Doordat de tapijten elders waren ondergebracht bleef hun het lot van de ‘Armadatapijten’ bespaard. Want bij het bombardement van Middelburg in mei 1940 werd de Abdij zwaar getroffen. | |
In Middelburg vervaardigdDe andere vijf tapijten zijn in het atelier van De Maecht in Middelburg geweven. De wever Jan de Maecht, afkomstig uit Brussel, vestigde zich zoals zoveel immigranten uit de Zuidelijke Nederlanden in Middelburg. Door de godsdiensttroebelen en de val van Antwerpen in 1585 vluchtten velen naar het Noorden. De ontwerpers van de in Zeeland geweven tapijten zijn wel bekend. Voor de zeeslagen tekende de schilder Hendrick Vroom en voor het wapentapijt Carel van Mander. Vroom werkte sinds 1592 in Haarlem en was gespecialiseerd in de marineschilderkunst. Behalve schilderijen en tekeningen maakte hij ook ontwerpen voor wandtapijten. De geweven zeeslagen tonen de verschillende kanten van het vakmanschap van de marineschilder. Zowel stadsgezichten, portretten van schepen, als scheepsformaties en gevechten zijn in de composities aanwezig. Helaas zijn de kartons, de ontwerptekeningen, verloren gegaan. Om de werkelijkheid zo realistisch mogelijk weer te geven baseerde Vroom zijn ontwerpen niet alleen op topografische kaarten van de strijd. Waar mogelijk oriënteerde hij zich ter plekke en sprak met ooggetuigen van de gevechten, zoals de viceadmiraal Joos de Moor. Van Mander is vooral bekend geworden door zijn ‘Schilderboeck’ dat in 1604 verscheen en waarin de levens van Duitse, Vlaamse en Nederlandse schilders worden beschreven. Hij kreeg in 1601 opdracht het ‘Wapentapijt’ te ontwerpen met een portret van de Prins van Oranje. Van Mander heeft zich voor de beeltenis moeten baseren op bestaande portretten, want Willem van Oranje was immers al zeventien jaar dood. De Prins is op het tapijt als een jonge man afgebeeld, een min of meer geïdealiseerd beeld. Als voorbeeld heeft een portret, getekend met zilverstift door Hendrick Goltzius gediend. Deze bevindt zich in de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam. In de boord van het schoorsteenstuk zijn de wapenschilden van de stemgerechtigde steden weergegeven: Middelburg, Goes, Vlissingen, Zierikzee, Tholen en Veere. In het midden van de compositie is het wapen van Zeeland met | |
[pagina 148]
| |
de gravenkroon geweven. Links van het wapen staat Neptunus, de god van de zee, en rechts de oorlogsgod Mars. Het wapentapijt vormt de bekroning van de serie en het is een weergave van de status van soeverein gewest die Zeeland tijdens de opstand heeft verworven.
Het pendant van ‘Bergen op Zoom’, ‘De Slag bij Rammekens’, is op dit moment nog in restauratie en zal pas in het jaar 2000 naar het Zeeuws Museum terugkeren. In de linker bovenhoek, onder het wapen van Zeeland, is het gevecht vermeld als: ‘Naumachia ad Zeeburgum’. De opdracht van dit en de andere tapijten kon worden verstrekt aan de in Middelburg neergestreken wever Jan de Maecht. Hij signeerde in de hoofdvoorstelling. Op een stuk aangespoeld wrakhout op het strand tekende hij in de rechter onderhoek met ‘I.D. Maecht’. De staten gaven de voorkeur aan Hendrick Vroom als ontwerper van de zeeslagen, waardoor een eenheid in de compositie van de reeks ontstond. Bij het ontwerp van ‘Rammekens’ ging hij uit van de formaten van ‘Bergen op Zoom’. Om uniformiteit binnen de reeks te versterken werd ook de boord van het Delftse tapijt gecopieerd. Het afgebeelde gevecht vond plaats één jaar nadat Vlissingen de zijde van de Prins koos. De Hertog van Alva liet in april 1573 een aanval op het eiland Walcheren uitvoeren. Vanuit Sluis trok de Spaanse vloot met zogenaamde ‘zabres’, dit zijn grote transportschepen, op weg. Bij het vallen van de avond moest de vloot bij Fort Rammekens voor anker gaan. De Vlissingse admiraal Ewout Pieterszoon, bijgenaamd ‘Worst’, ging tot de aanval over. Van twee kanten bestookten de geuzen met brandende boomstammen de Spaanse schepen. De Spanjaarden werden totaal verrast en veel van hun schepen gingen in vlammen op.
De ‘Slag bij Lillo’ is veel kleiner van formaat en werd geweven in Middelburg van 1597 tot 1598. In de boord is een cartouche met een Latijnse spreuk geweven: ‘Terwijl de Spanjaard in victorieroes zijn vloot bij Lillo bouwt, waarmee hij hoopt de Zeeuwen te verslaan, wordt hij in overmoed, door onverwachte list verslagen, en buit wordt hij, tot as verteerd, zijn dood komt snel.’ Uit angst voor muiterij ging de Spaanse vloot op 30 mei 1574 vlak boven Antwerpen, bij Lillo, voor anker. Terwijl de Spaanse troepen na de Pinkstermis feest vierden in de stad trokken de Zeeuwen ten strijde. Het was een volkomen verrassing; de overval is op het wandtapijt in volle gang. Op de achtergrond is het silhouet van Antwerpen met de O.-L.-Vrouwekathedraal te zien. De Spanjaarden probeerden tevergeefs de stad te bereiken maar de Zeeuwen met hun lichtere en kleinere schepen zeilden sneller. Het gevecht liep voor de Spanjaarden uit op een catastrofe want hun vloot werd deels vernietigd en deels verbrand.
De zoon van Jan de Maecht, Hendrick, weefde van 1600 tot 1603 ‘Het beleg van Veere’ in twee delen. Te zamen vormen zij wel één tapijt, want de voorstelling loopt door. De twee delen geven elk een eigen episode van de vrijheidsstrijd weer. Beide gebeurtenissen vonden op verschillende momenten plaats, maar er werd op dezelfde plek voor de Walcherse kust gevochten. De Spanjaarden zijn twee keer geland tussen Veere en Vrouwenpolder, bij fort Den Haak. De eerste landing vond plaats in mei 1572 en is op het grote deel afgebeeld. Op de voorgrond is de entering van het Spaanse admiraalsschip van d'Avila door Zeeuwse schepen te zien. De tweede invasie in augustus 1573 is op het smalle deel weergegeven. Daar zien we de Spaanse vloot op de vlucht. De Spanjaarden probeerden tevergeefs de stad Middelburg te bevoorraden en een overgave aan Oranje te voorkomen.
De laatste gevechten, geweven op het tapijt het ‘Beleg van Zierikzee’ duurde ruim negen maanden van het najaar 1575 tot de zomer 1576. Hoewel het hier om een verloren strijd ging is deze toch op een wandkleed afgebeeld als voorbeeld van het dappere optreden en de volharding van de Zeeuwse watergeuzen. De Spanjaarden hadden rondom de stad versperringen aangebracht. De rivier de Gouwe werd gebarricadeerd met palen, kettingen en boten. De Zeeuwen ondernamen diverse pogingen om voedsel en munitie naar de stad te brengen. Alle pogingen mislukten en één van deze is op het wandtapijt weergegeven. Zierikzee gaf zich ten slotte aan de Spanjaarden over in juni 1576. | |
De ZeeuwenSinds de jaren vijftig wordt aan de restauratie van de Zeeuwse wandtapijten gewerkt. Eén voor één zijn de tapijten naar het restauratie-atelier de ‘Werkplaats tot Herstel van Antiek Textiel’ in Haarlem gegaan. Toen het Provinciaal Bestuur van Zeeland in 1955 het besluit nam de in slechte staat verkerende reeks tapijten op te knappen, koos men voor restauratie. Tegenwoordig geeft men veeleer de voorkeur aan conservering, waarbij men zoveel mogelijk oorspronkelijk materiaal probeert te behouden. De restauratie van de ‘Zeeuwen’, zoals de tapijten in Haarlem worden genoemd, is herhaalde malen ter discussie komen te staan. Desondanks is de Provincie Zeeland blijven kiezen voor restauratie, omdat men de uniformiteit binnen de reeks belangrijk vond. Bovendien hadden de tapijten een representatieve functie. Bij de restauratiemethode van de Werkplaats worden de tapijten grondig hersteld, de restauratoren volgen de wens van hun opdrachtgever. De restauratie van de ‘Zeeuwen’ zal met de terugkeer van de ‘Slag bij Rammekens’ in het jaar 2000 voltooid zijn. Na bijna vijftig jaar zal de reeks van zes tapijten weer te zamen in volle glorie in haar oorspronkelijke omgeving, de Abdij van Middelburg, hangen. | |
Praktische gegevensZeeuws Museum, Abdij Middelburg, Postbus 378, 4331 BK Middelburg, telefoon 0118-626655 Open: maandag t/m zaterdag 10.00 tot 17.00 uur zondag 12.00 tot 17.00 uur. Op 25 december en 1 januari gesloten. |
|