Voorwoord
Het doet mij bijzonder genoegen dat het tijdschrift ‘Vlaanderen’ besloten heeft een Zeelandnummer uit te brengen. Het thema ‘musea’ sluit goed aan op onze gezamenlijke interesses en achtergrond.
Tenslotte zijn we buren en hebben we eeuwenlang elkaars invloed gevoeld en ondergaan. En waar vind je de geschiedenis beter terug dan in de musea.
‘Beter een goede buur dan een verre vriend’. Deze uitdrukking is naar mijn mening met name van toepassing op de relatie Vlaanderen-Zeeland.
Na de verzelfstandiging van België is de grens een scheidslijn geworden. We leefden bij wijze van spreken in huizen met de achterkanten naar elkaar toe met de achterdeur op slot. Contact via de voordeur, twee maal bellen a.u.b.
Als directe buren met gelijkgestemde gedachten en belangen kun je beter regelmatig bij elkaar aan tafel zitten.
Het aardige hiervan is dat je veel gemeenschappelijks herkent, wat bindt, maar ook veel verschillen ontdekt, wat scheidt.
Juist dit maakt het spannend om met elkaar te ‘verkeren’.
Voor Zeeland begon de ‘verkering’ met de provincies Oost- en West-Vlaanderen in 1981 toen gezamenlijk een intentieverklaring werd ondertekend om op cultureel vlak samen te gaan werken. In de 15 jaar dat we nu samenwerken, hebben we elkaar beter leren kennen en hebben we er beiden ons voordeel mee gedaan.
In 1989 werd de samenwerking verbreed door het ontstaan van de Euregio Scheldemond en sinds 1992 is er ook een samenwerkingsverband tussen de drie Zuidnederlandse provincies en de Vlaamse Gemeenschap van de grond gekomen.
De grens is voor een belangrijk gedeelte geslecht, zodat we gemakkelijker bij elkaar naar binnen lopen. Onze gezamenlijke taal maakt contacten gemakkelijk. De verschillen in volksaard blijven. Gelukkig, want anders verviel de meerwaarde van het uitwisselen. We kunnen nog veel van elkaar leren.
Bij deze uitwisseling spelen de musea, als kijkkamers van onze cultuurgeschiedenis en hedendaagse ontwikkeling, een belangrijke rol.
Het ‘Wapentapijt’ met de beeltenis van Prins Willem van Oranje naar een ontwerp van Carel van Mander, geweven in het atelier de Maecht in Middelburg in 1603-1604. Afmeting 266 × 276 cm. Middelburg, Zeeuws Museum.
Kennismaken met de Zeeuwse Musea kan voor de Vlamingen een interessante ontdekkingstocht zijn.
Ik hoop dat deze uitgave een stimulans mag zijn voor veel Vlamingen (en ook voor Zeeuwen) eens een of meerdere musea te bezoeken.
Drs. G.L.C.M. de Kok Gedeputeerde cultuur provincie Zeeland.