[nummer 261]
Jean Luc Meulemeester
Verantwoording
Een vijftal jaar geleden nam de redactie van het tijdschrift
Vlaanderen het initiatief om een reeks themanummers samen te stellen over musea in Vlaanderen. Per provincie zouden vooral een aantal kleinere musea zich als het ware kunnen presenteren, zonder evenwel de bedoeling volledigheid na te streven. Vlaanderen bezit namelijk een al te ruime waaier aan dergelijke instellingen. En zoals prof. dr. G. Keersmaekers, toen voorzitter van de redactieraad, in zijn woord vooraf bij het verschijnen van het eerste themanummer in maart-april 1991 schreef: ‘er is haast geen enkel terrein van werkzaamheid, bewegen en creativiteit waaraan niet hier of daar, vaak zelfs: hier én daar, een museum gewijd is’. Telkens dienden in de verschillende artikels aspecten als beheer, conservatie, presentatie, educatie, wetenschappelijk onderzoek, structuur, verzamelconcept... aan bod te komen. De selectie gebeurde meestal op basis van de afwisseling, van de aard en van de verspreiding ervan over de provincie. Iedere samensteller vulde ‘zijn’ nummer
‘Gezicht op Zierikzee’, schilderij in het Maritiem Museum van Zierikzee. Foto: T. Quispel
op zijn eigen manier in, soms beantwoordend aan het oorspronkelijke doel, soms afwijkend. Ook dit getuigt van de rijke verscheidenheid van het Vlaamse museumlandschap. Na het overzicht van de musea van West- en Oost-Vlaanderen (nrs. 235 en 239) volgden Limburg (nr. 246) en Antwerpen (nr. 253) en vorig jaar nog Vlaams-Brabant (nr. 254).
Historisch bekeken loopt Vlaanderen uit over onze landgrenzen heen. Het is daarom zeker passend deze reeks van themanummers eventjes uit te breiden en ook musea in Frans-Vlaanderen en in Zeeuws-Vlaanderen te bespreken. Met dit nummer brengen we een bezoek aan Zeeland. Van het oorspronkelijke opzet weken we niet af. Dit betekent dat (kunst)galerijen, antiekzaken of dergelijke ook nu niet worden behandeld. Uit de bijna veertig musea in deze Nederlandse provincie kozen we er een tiental op basis van variatie, beheer en geografische verspreiding over de streek. Telkens vroegen we aan de desbetreffende conservator, directeur of beheerder een bijdrage te schrijven waarin de hierboven aangehaalde aspecten zouden worden behandeld. De museumconsulent van Zeeland nam de inleiding van dit nummer voor zijn rekening. Tot voor kort bezat geen enkele Vlaamse provincie een dergelijke functie. Na een interprovinciale studiedag i.v.m. lokale en regionale musea in Middelburg (24 november 1990) stelde het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen eveneens een museumconsulent aan, die tot taak heeft de museumwerking te stimuleren, te coördineren en hulp te bieden aan kleinere soortgelijke instellingen. Dit kan ons alleen maar verheugen en het is hopelijk meteen een stimulans voor de andere Vlaamse provincies om ook een museumconsulent aan te werven. Het nut van zo'n bureau werd al voldoende in Nederland bewezen.
Tot slot rest ons nog, namens de redactieraad, alle auteurs hartelijk te bedanken voor hun medewerking, zeker de museumconsulent van Zeeland. Hij stond eigenlijk mee aan de basis van het concept dat hierna wordt gepresenteerd. Ook het provinciebestuur van Zeeland willen we danken voor hun morele en financiële steun bij de realisatie van dit nummer. Hopelijk is deze uitgave een stimulans voor de Zeeuwse musea om verder voor hun doel te blijven ijveren én voor de lezer om ook eens enkele minder bekende musea bij onze noorderburen te bezoeken.
Zilveren drinkschaal uit 1580, in het Stadhuismuseum van Zierikzee.
Foto: L. Koper