Transit
Samenstelling: Edmond Ottevaere en Piet Thomas
In deze rubriek publiceren we ‘literaire’ vertalingen in het Nederlands van goede gedichten uit andere talen. Naast de vertalingen drukken we tevens de gedichten in de oorspronkelijke taal af. Het is o.m. de bedoeling van deze rubriek het vertalen van gedichten te stimuleren en daarom kunnen vertalingen ter selectie ingestuurd worden op het adres van ons redactiesecretariaat. Het team dat instaat voor de samenstelling van deze rubriek, zal tevens de selecties van de ingezonden vertalingen doorvoeren.
Om in aanmerking te komen voor publikatie moet ieder vertaald gedicht vergezeld zijn van een fotocopie van het oorspronkelijke gedicht en van de bibliografische gegevens van de bundel of het boek waaruit het genomen werd.
De redactie
Emportez-moi
Emportez-moi dans une caravelle,
Dans une vieille et douce caravelle,
Dans l'étrave, ou si l'on veut, dans l'écume,
Et perdez-moi, au loin, au loin.
Dans l'attelage d'un autre âge,
Dans le velours trompeur de la neige,
Dans l'haleine de quelques chiens réunis,
Dans la troupe exténuée des feuilles mortes.
Emportez-moi sans me briser, dans les baisers,
Dans les poitrines qui se soulèvent et respirent,
Sur les tapis des paumes et leur sourire,
Dans les corridors des os longs, et des articulations.
Emportez-moi, ou plutôt enfouissez-moi.
Ballade pour laquelle Villon crie a chascun mercy
A Chartreux et a Celestins,
A musars et claquepatins,
A servans et filles mignotes
Portans surcotz et juste cotes,
A cuidereaux d'amours transsis
Chaussans sans meshaing fauves botes,
Je crie a toutes gens mercis.
A filletes monstrans tetins
Pour avoir plus largement d'ostes,
A ribleurs, mouveurs de hutin,
A bateleurs, traynans marmotes,
A folz, folles, a sotz et sotes,
Qui s'en vont siflant six a six,
Je crie a toutes gens mercis.
Sinon aux traistres chiens mastins,
Qui m'ont fait chier dures crostes
Maschier mains soirs et mains matins,
Qu'ores je ne crains pas trois crotes.
Je feisse pour eulx petz et rotes;
Je ne puis, car je suis assis.
Au fort, pour eviter riotes,
Je crie a toutes gens mercis.
Qu'on leur froisse les quinze costes
De gros mailletz, fors et massis,
De plombées et telz pelotes.
Je crie a toutes gens mercis.
Neem mij mee
Neem mij mee in een karveel,
In een oud en zacht karveel,
In het ruim, of zo men wil, in het schuim,
En laat mij achter, in de verte, in de verte.
In de tijdspanne van een andere tijd,
In het bedriegelijke fluweel van de sneeuw,
In de ademtocht van een troep honden,
In de verdorde stapel van 't dood gebladerte.
Neem mij mee maar breek mij niet, bij het zoenen,
In de zwaar ademende boezems,
Op de tapijten van de handpalmen en hun zacht lachen,
In de gangen van het lange gebeente, en van de gewrichten.
Neem mij mee, of liever bedelf mij.
Vertaling: Hendrik Carette
Ballade waarin Villon iedereen om erbarmen vraagt
Bij de kartuizers, celestijnen,
Bij tippelaars en treuzelpotten,
Bij bedelbroeders en begijnen,
Bij knechten en bij hoerebrokken
Met wijde bloezen, nauwe rokken,
Verliefde jonkers die met charme
Flaneren met fluwelen botten,
Bij allen bid ik om erbarmen!
Bij meisjes die hun tepels tonen
Om zo hun kliënteel te lokken,
Bij rovers die van rijkdom dromen,
Bij dierentemmers met marmotten,
Bij knettergekken en bij zotten
Die vluchten in elkanders armen,
Bij snotters en bij jonge mokken,
Bij allen bid ik om erbarmen!
Maar niet bij loopse laffe honden,
Door hen scheet ik die harde brokken
Gekweld bij dag- en avondstonden,
Schoon van geen drol of drie geschrokken.
'k Bedenk ze graag met prut en protten;
Maar zittend dicht ik nu mijn darmen.
Om verder ongemak te stoppen,
Bid ik bij allen om erbarmen!
Men mag hun vijftien ribbebotten
Verpletten zonder voorverwarmen
Met loden bollen, mokers, stokken,
Ik bid bij allen om erbarmen!
|
|