Poëtisch Bericht
Samenstelling: Fernand Florizoone en Chris Torfs
Iedereen mag gedichten ter selectie sturen aan: Tijdschrift ‘Vlaanderen’, Redactiesecretariaat, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6 - 8700 Tielt.
Behalve naar de gevestigde namen gaat de aandacht in het bijzonder naar nieuw en creatief talent. Alle ingezonden gedichten moeten in machineschrift (tikmachine of printer) en in tweevoud afgeleverd worden.
Neem voor ieder gedicht een ander blad en schrijf op ieder blad uw naam en volledig adres.
Ingestuurde gedichten worden niet teruggezonden en over ingezonden werk wordt niet gecorrespondeerd, noch getelefoneerd. Aan de auteurs van de gepubliceerde gedichten wordt achteraf een honorarium uitbetaald.
Zonnewende in spiegelbeeld
de eerste tekens van verval,
de tijd die in het nekvel bijt
en buit weer aan komt dragen
voor niets, voor niemand ooit respijt
blijft hij maar verder jagen
tot alles tot zijn oorsprong keert.
Zoals een vrouwenhuid verweert,
begint nu herfst te knagen.
Pendelen
Bos wordt inktvlek op blauw papier.
Houdt zware mist in kale bomen.
Sterren staan vervroren in de vrieslucht.
glijdt een trein voorbij.
Achter het raam in droge lucht
een man met bril en grijze slapen.
In zijn hand een gekreukte krant.
Glimlachend zag ik u staan
(voor Anton van Wilderode)
Ik kwam tot u. Liet zomers
voorbijgaan. Heb gewacht tot het fruit
van de herfst zou geplukt zijn. Tot
de boomgaard zou sijpelen. Zacht.
Zo was het dat ik kwam. Zelf bijna
druppel, beademend vallende blaren.
Zo kwam ik tot u. Mijn ogen en handen
gevuld met gaven. Rook hulde ons beiden
Van vriendschap. Er was een innig gevoel
van samen luisteren. Samen horen.
Het sijpelde nog toen ik rugwaarts
het laantje verliet. Gij naar mij kijkend.
Knikkend. Uw glimlach haast hemels.
Maar uw handdruk liet me niet los.
Ik wist... winter lag in het verschiet.
dorp
ik durf er niet aan denken
in de zandsporen te slapen lag
voor wat klinkend goud wordt verpand
die niet eens sierlijk is te noemen
smaakt zoet mijn dorp naar zomer