behouden thuis kwamen. Of waren het de strijders zelf die deze belofte ooit uitspraken? Geschiedkundige documenten verklappen ons de ware toedracht daaromtrent niet. Dat de kaars in de Potterie wordt geofferd, mag ons geenszins verwonderen. Dit was uiteindelijk in de middeleeuwen het voornaamste Mariale bedevaartsoord van Brugge. Een resem van Gulden Sporen op het vaantje herinneren ons overduidelijk aan een andere roemrijke veldslag uit die periode, namelijk nabij Kortrijk. De bidplaats van Blindekens staat midden het groen in de rechter benedenhoek van het vaantje.
Voor het minder bekende Mariaal bedevaartsoord van Klemskerke voerde Bosschaert in 1988 een eerste vaantje uit. Volgens een mondelinge overgeleverde traditie zou een zekere Maria Degroote omstreeks 1938 een zware ziekte hebben doorgemaakt. Als bedanking voor haar genezing liet ze op haar grond in Klemskerke een kapelletje oprichten. Het werd toegewijd aan O.-L.-Vrouw-van-de-Vrede. Ieder jaar trekken in september, omtrent het feest van Maria's geboorte, bedevaarders naar dit rustig oord. Ter gelegenheid van het halve eeuwfeest werd dit bedevaartvaantje gerealiseerd. Het brengt meteen een ode aan het Vlaamse polderlandschap, waarin de bidplaats dient gesitueerd. Tussen een rijkdom aan flora prijkt het witgekalkte bakstenen kapelletje. De twee linden werden in 1988 door de eigenaar aangeplant. De kleine vijver met waterplanten en dito bloemen vormt een streekeigen motief. Op de achtergrond bemerken we Klemskerke met de Sint-Clemenskerk. Het renaissance schild met wapen van deze gemeente vinden we in de hoek: van zilver met gekruld en geledigd kruis van keel. In de broekhoek etste Bosschaert een tekst die ons aan de verjaardag van dit miraculeus oord herinnert: 50 jaar 1938 1988. Het fraaie veldkapelletje, dat centraal staat, is omgeven door een krans van bloemen. We vinden het langs de bedevaartweg naar Klemskerke. Het opschrift verklaart de geschiedenis ervan: Gedachtenis van Eug. Mermuys huisvrouw A. Blauwet hiet overleden 8 juni 1888 oud 37 jaar. Bid veur arre ziel. Wees gegroet Maria. De boord van dit bedevaartvaantje is afgezoomd met een geometrisch motief.
Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de terugkeer van de benedictinessen naar de Gistelse abdij stak Renaat Bosschaert in 1991 een nieuw vaantje ter ere van de H. Godelieve (zie afb. 2). De hoofdelementen van Godelieves iconografie vinden we erop terug: de wurgdoek rond haar hals, het bekende vierkronenmotief, het Gistelse waterputje en de gewillige zwarte kraaien die de duivel symboliseren. In de verte van het wijdse landschap werd zowel de Gistelse parochiekerk als de abdijkerk weergegeven. Het renaissance wapen met accoladeschild van de stad Gistel prijkt in de
Afb. 1. Dit bedevaartvaantje van de O.-L.-Vrouw-van-de-Potterie in Brugge werd gerealiseerd door Renaat Bosschaert in 1987.
bovenhals: van keel met keper van hermelijn. Een overvloed van bloemen en groen smukt het geheel op. Op het vaantje vinden we ook het jaartal
1991 en de sierlijke tekst
St.-Godelieve Gistel. In feite sluit het qua type goed aan bij de bestaande Godelieve-vaantjes.
In 1992 creëerde Bosschaert een nieuw bedevaartvaantje voor de hoger aangehaalde Brugse belofte (zie afb. 3). Nu stond Blindekens centraal. Langs de broekzijde prijkt het vermaarde Mariabeeld, dat uit de veertiende eeuw dateert. Jaarlijks wordt deze sculptuur op een versierde praalwagen in de processie meegenomen. Rond de sculptuur bevindt zich een broze zilveren bloemenkrans. Erboven etste de kunstenaar de bekende gekroonde gotische b van Brugge. Centraal vaart de driemaster ‘Sint-Michiel’ de stad binnen. De boot herinnert aan een legende die ons vertelt over een hongersnood in 1588. Door tussenkomst van O.-L.-Vrouw-van-Blindekens meerde op 14 augustus een schip graan op miraculeuze wijze in de haven van Brugge aan. Daardoor kwam een einde aan het voedseltekort. Vroeger werd zo'n schip in de processie meegetrokken en in de kapel zelf hangt aan het houten gewelf een scheepsmodel dat aan dit verhaal herinnert. De achtergrond wordt gevormd door een poëtisch zicht op de Zwinstad met z'n statige gevels en kromme bruggetjes die zich weerspiegelen in het wriemelende reiewater. Ook de zeventiende-eeuwse kapel van Blindekens prijkt op het vaantje. In de scherpe punthoek ervan zwemt een sierlijke zwaan.
De twee andere bedevaartplaatsen in Brugge - de H. Bloedkapel en Assebroek - kregen van Bosschaert tijdens de zomermaanden 1993 een nieuw vaantje. Centraal op dit van het
H. Bloed/Brugge prijkt de bekende en sterk vereerde relikwie van het H. Bloed (zie afb. 4). We bemerken de kristallen cilinder met het kostbaar Bloed, gevat in een glazen koker met vergulde kroontjes en engeltjes. Erboven vinden we het embleem van het H. Bloed terug: een pelikaan in zijn nest, bloed gevend aan vier jongen. Deze vogel wordt in de christelijke iconografie vooral verklaard als het symbool van Christus. Door zijn menswording, lijden en sterven heeft de Zoon Gods Zijn bloed geschonken en de mens verlost van de erfzonde. Ook de pelikaan redt zijn jongen door zijn bloed. Dit laatste is natuurlijk een verkeerde biologische interpretatie. Vergeten we ook niet dat God de Vader Zijn enige Zoon heeft geschonken om de mensen te bevrijden. Deze liefde van de Vader voor de mens wordt weerspiegeld in de liefde van de pelikaan voor zijn jongen. De kruisdood van de Heer neemt hier een belangrijke plaats in. Daarom etste de kunstenaar in de benedenhoek van het vaantje de berg Golgotha met de drie kruisen. Dit biedt voor Bosschaert meteen de mogelijkheid een stukje natuur weer te geven. Enkele passiewerktuigen (de doornenkroon,
Afb. 2. Dit bedevaartvaantje van de H. Godelieve in Gistel werd gerealiseerd door Renaat Bosschaert in 1991.