De documentatie- en informatiedrang zorgden ervoor dat uw vader al vóór 1900 fotografeerde en fietste en vanaf 1929 over de radio beschikte. Is het niet vreemd dat hij nooit een auto heeft bezeten, of vergis ik me daarin?
I.L.: Zelf een auto bezitten heeft hem nooit aangesproken. Hij reisde met de trein waar hij zelf graag heen wilde en voor de rest werd hij verwend door zijn vrienden die wel een auto bezaten en hem overal heenbrachten.
Zou het niet kunnen dat uw vader minder van de wereld was afgezonderd - zijn liefde voor het metier dreef hem al vroeg naar de literair-artistieke voorposten in Kortrijk, Antwerpen en Brussel - dan hij wel 'ns zelf wou doen uitschijnen?
I.L.: Ik vind niet dat hij van de wereld was afgezonderd, hij was op de hoogte van alles wat er in de literair-artistieke wereld gebeurde, maar hij wilde er niet in meegesleurd worden. Hij zonderde zich af als hij dat zelf wilde en er behoefte aan had. Hij ontving, in tegenstelling met wat men soms denkt, zeer veel bezoek op het Lijsternest en het ging er gezellig aan toe. Ik ben zelf zeer dankbaar dat ik er zoveel interessante mensen mocht leren kennen.
Toen uw vader in 1905 trog en oven in zijn dorpsbakkerij in de steek liet om zich elders te vestigen als schrijver, betekende dat een groot risico. Een bakker die leest, een boer die schrijft! Heeft dat risico op het gezin gewogen, meer bepaald op uw moeder Alida Staelens, een boerendochter? (Nog maar kort tevoren waren 200 Brugse seminaristen van hogerhand verplicht geweest af te zien van de aankoop van het goedkope boekje dat ze hadden besteld, nl. Lenteleven, terwijl een Avelgemse onderpastoor het dorp rondging om te waarschuwen tegen de slechte schrijver die op de parochie was opgestaan.)
I.L.: Een beroep opgeven om alleen van de pen te leven houdt vanzelfsprekend grote risico's in, maar vader heeft het aangedurfd, omdat hij er zich toe in staat voelde. Hij wilde het waar maken. Hij wist heel zeker welke gevolgen eraan verbonden waren, maar blijkbaar heeft hij sterk in zichzelf geloofd. Ik heb nooit gehoord dat dit op moeder zou hebben gewogen. Het moet zijn dat zij groot vertrouwen in haar man had. Veel aanmoedigingen kwamen er ook in de vorm van literaire prijzen. Trouwens, toen vader op 33-jarige leeftijd trouwde, had hij reeds enige faam verworven.
Is het voorgekomen dat Streuvels, ten gevolge van miskenning en tegenkanting, de mening was toegedaan dat schrijven, ocharme, toch maar een steriel bedrijf was, terzijde van het werkelijke leven? M.a.w.: heeft hij wel 'ns gedacht: was ik maar bakker gebleven! Brood hebben de mensen altijd nodig, boeken haast nooit.
I.L.: Hij heeft zeker nooit gedacht: ‘was ik maar bakker gebleven!’ Hij hield te veel van zijn vrijheid en zijn bredere horizonten. Hij zou dat voor niets ter wereld hebben opgegeven.
Zou uw vader, toen hij almaar ouder mocht worden (zonder grote ongemakken), de wens hebben gekoesterd, zoals Camille Huysmans die had, om honderd te mogen worden?
I.L.: Honderd wou hij niet worden. Hij was wel dankbaar voor
Isa Lateur met haar vader op haar huwelijksdag, 8 augustus 1953.
elke dag die God hem gaf. Dikwijls heeft hij gezegd: ‘jaren boven de negentig wegen zwaar, maar boven de vijfennegentig is het nog veel erger!’ Hij heeft het geluk gehad tot enkele dagen vóór zijn dood een actief leven te leiden, met een klare geest. Jong van gedachten is hij altijd gebleven. Hij is zich blijven interesseren voor al wat om hem heen gebeurde én voor alle nieuwe stromingen van zijn tijd.
Streuvels heeft vele keren deel van een jury uitgemaakt: in 1928 en 1934 van de jury voor de letterkundige prijs van de provincie West-Vlaanderen; in 1930 en 1936 van die voor de driejaarlijkse Staatsprijs voor het proza. In 1930 was hij zelfs lid van de jury voor de verkiezing van Miss België in Gent. Hij is ook drie keer lid geweest van het Westvlaamse Hof van Assisen te Brugge. Herinnert u zich, of hij daar, vanuit het afgelegen Ingooigem, telkens graag bij was?
I.L.: Dat hij deel heeft uitgemaakt van de jury voor het Westvlaamse Hof van Assisen te Brugge, herinner ik mij nog. Dat zal voor hem zeker een hele belevenis geweest zijn, te meer dat het om een heel nieuw milieu ging, waar hij zijn licht kon opsteken. En jurylid van wedstrijden is hij ook altijd graag geweest, zelfs voor de verkiezing van Miss België.
Hebt u er een verklaring voor dat Streuvels en Buysse, literaire confraters van vergelijkbaar hoogstaand realistisch en naturalistisch proza, weinig of geen contact met elkaar hebben gehad? Lagen zij elkaar als mens niet of zijn ze eerder, onder druk van de publieke opinie, inzonderheid van de overwegend katholieke kritiek, van elkaar gescheiden gehouden of zelfs tegen elkaar opgezet, uitgespeeld?
I.L.: Ik denk dat er wederzijds geen sympathie was. De tegenstellingen waren op veel gebieden groot.
Voor zover ik het kan overzien, heeft Streuvels in zijn artistieke contacten het meest gehad - menselijkerwijs gesproken - aan uitgever Veen en collega-schrijver De Bom.
I.L.: De verhoudingen met zijn uitgever L.J. Veen zijn altijd zeer hartelijk geweest. Veen moet vader van ‘in den beginne’ zeer goed hebben begrepen en iets in hem hebben gezien. Hij was in elk geval zeer enthousiast over zijn werk. Hij is de uitgever die de grootste rol in vaders leven heeft gespeeld. Hij