Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 43(1994)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] Umbrië Ik wil met u door de vlakte lopen o mijn Franciscus, mijn broze vlam. Het hooi ligt op luchtige geurige hopen in gouden slingers tot d'heuvelkam. Zwaar geurt het hooi in de vlakte van Umbrië de zomer staat wit, augustus begint de einders trillen. Eeuwig ben ik uw vrouw uw meisje uw kind. Zachte broeder, Franciscus, geliefde uw voetspoor rood in het hete zand de vogelaar lokt, uw stem stijgt juichend schor van heimwee over het land. O, schreiend met u door Umbrië lopen ziek zijn aan God en aan elkaar dronken van honger en armoe en hopen blind van tranen, blind van gestaar doof voor de spotlach van dorpelingen elkander beminnen, van Jezus zijn uw namen snikken, zijn namen zingen leven van zon, en van brood en van wijn. Zachte geliefde, weerloze vogel een goddelijk jager spant strik en lus gij rilt van verlangen, naakt en mager gewonden, wij, wisselend de vredeskus. Aleidis Dierick 29 [1980], nr. 178, p. 314. Vorige Volgende