In Memoriam
Jeanine Behaeghel
Jeanine Behaeghel: één van de 12 tekeningen in bezit van de Stad Brugge.
Jeanine Behaeghel (Brugge 12 februari 1940 - 7 mei 1993) heeft in haar korte leven een intense artistieke activiteit ontwikkeld. Kunst en leven waren bij haar op een onnavolgbare wijze één. Grafica, schilderes, beeldhouwster. In die volgorde.
Zij werd opgeleid aan de Academie voor Schone Kunsten van Brugge (1956-59), waar Albert Setola een van haar leraren was, voorts aan de Staatliche Hochschule für bildende Künste in Düsseldorf (1959-62) en aan het Royal College of Art in Londen (1963-64).
Haar vroegste werk lag helemaal in het vlak van de functionele grafiek (advertenties, affiches, lay-out, boekomslagen, foto's, folders, gelegenheidsgrafiek, kalenders, catalogi, logo's, briefpapier, enz.), voortreffelijk en altijd baanbrekend uitgevoerd voor bedrijven, uitgeverijen (Desclée De Brouwer, Orion, Lannoo, Verbeke-Loys, Davidsfonds), voor verenigingen en privépersonen. Vooral haar vele werk voor het Brugse theater de Korrekelder (logo, invitatiekaart, affiche, programma's) blijft onovertroffen. Al deze grafiek was altijd af en doordacht. Altijd ook een evenwichtige oefening tussen zakelijkheid en verbeeldingskracht, tussen functie en kunst. Na tien jaar gaf zij dit grafische werk op om verwoed en voor goed onder te duiken in de omgang met de zuivere lijn, de vrije tekening. ‘Ik beschouw de momenten die ik tekenend doorbreng tot de gelukkigste van mijn leven’ getuigde zij in de ‘Belijdenis’, neergeschreven (p. 41) in het sublieme boek over haar dat verscheen een maand voor haar dood. Hoeveel honderden tekeningen zij aldus realiseerde, steeds in één beweging van pols en hand, is nauwelijks nog te achterhalen. De Stad Brugge kocht in 1991 twaalf van deze grote tekeningen (50 × 60 cm) aan (zie ill.). Ze zijn geëxposeerd in de gang naar de Biekorf-theaterzaal in Brugge. Duidelijk is hier hoe de lijn de enige kracht is waaruit alles vloeit, waarmee alles tot een sluitende synthese wordt neergeschreven. Aan de basis van deze ‘plastische stenogrammen’, zoals ze zelf deze tekeningen noemde, ligt een dynamiek die voortdurend de impulsen en de grillen van de verbeelding volgt.
Toen was zij ook al aan het schilderen gegaan, even precieus, zij het veel beheerster. Figuren, koppen vooral verschenen in deze witte, grijze schilderijen met hier en daar een stipje blauw of rood en altijd met ronde, ovalen of elliptische vormen. Logischerwijze werd rond 1985 de volgende stap gezet naar de sculptuur, eerst kleiner werk in brons (zij maakte er 39), daarna grotere formaten in marmer (13). Van deze laatste heeft zij het beeldje ‘Penelope’ aan de Stad Brugge geschonken; het werd bestemd voor de binnentuin van de Biekorf-stadsbibliotheek.
Het boek over Jeanine Behaeghel (27 × 27 cm, 108 blz., Uitg. Stichting Kunstboek, Blankenbergse Steenweg 14, 8000 Brugge, 1.850 BEF) is net zo perfect afgewerkt en verzorgd als de vele drukwerken die zij zelf ontwierp. Jeanine Behaeghel heeft maar een twaalftal tentoonstellingen van haar werk georganiseerd. Vele werden ingeleid door Gaby Gyselen, die bij uitstek de kenner werd van haar kunst. Hij nam dan ook de eindredactie van dit boek op zich en publiceerde er drie van zijn teksten over deze lijnenlasso's en over die subtiele schilderijen waarin soms silhouetten van de tekeningen terug te vinden zijn. Over de sculpturen is een korte tekst van de artieste zelf opgenomen, waarin zij stelt dat haar vormen langzaam groeien en dat vele zelfs nooit de eindmeet bereiken.
Deze kostbare monografie, die met schitterende foto's geïllustreerd werd, zal in lengte van jaren getuigen van dit edel en eerlijk kunstenaarschap, dat helaas veel te vroeg werd afgebroken.
Fernand Bonneure