| |
Bio- en bibliografie ‘van’ en ‘over’ Hendrik Prijs (1898-1984)
- | geboren in St.-Truiden op 18 maart 1898 als derde van vier kinderen in het gezin van kleermaker Lambert (1845-1932) en Elisabeth Maria Leenen (1858-1932), beiden rasechte Haspengouwers; moeder Prijs dreef na haar huwelijk een winkel in kruidenierswaren, daarvoor was ze werkzaam als kokkin bij een adellijke familie;
Hendrik had twee zussen (Caroline, 1894 en Marie, 1900) en een broer (Jozef, 1896), die priester werd; |
- | na de lagere school (één jaar in het St.-Trudo-Instituut van de Broeders der Christelijke Scholen, zes jaar in de Heilig-Hartschool) vatte hij de Grieks-Latijnse humaniora aan, maar na twee jaar schakelde hij over naar de lagere normaalschool van zijn geboortestad (1914-1918); op 31 juli 1918 behaalde hij zijn onderwijzersdiploma en op 20 september 1918 werd hij benoemd tot onderwijzer aan de oefenschool van de normaalschool; toen die naar Maasmechelen werd overgeplaatst, bleef Prijs liever verbonden aan de lagere school die toen met het Aangenomen College van het Heilig Hart werd opgericht; |
- | op 1 oktober 1930 werd Hendrik Prijs schoolhoofd van de voorbereidende afdeling van het St.-Truidense Heilig-Hart-college, tot hij op 31 december 1959 - na 39 jaren eervolle dienst - met pensioen ging; |
- | jarenlang woonde hij in Sint-Truiden (cf. vooral zijn in die stad gesitueerde historische romans Het zwakke verzet en Geuzenvesper) in de Sint-Trudo'sstraat, in een huis dat hij zelf liet bouwen en waarvoor hij op 28 mei 1932 500 fr. betaalde voor het uitgraven van de kelders; |
- | in januari 1961 ging hij in Hasselt (St.-Hubertusplein 17) wonen; in maart 1983 nam hij zijn intrek in een bejaardenverblijf te Terkoest-Alken (Belgisch-Limburg); daar vierde het echtpaar Prijs op 22januari 1984 zijn diamanten huwelijksverjaardag: sinds 23 januari 1924 was Hendrik Prijs immers getrouwd met Aline Groffy (St.-Truiden, 9mei 1902 - Alken, 26januari 1987), die hem twee dochters schonk, nl. Annemarie, 19 september 1925 en Lutgarde, 16 mei 1930; |
- | op zondag 18 maart 1984 - zijn 86ste verjaardag - overleed Prijs, ‘voorzien van de Sacramenten der Zieken’, in het St.-Ceciliarusthuis, Parkstraat 9, Terkoest-Alken; op 24 maart 1984 werd hij in zijn geboortestad ten grave gedragen, na een plechtige uitvaartmis in de Onzelievevrouwekerk aan de Grote Markt; |
- | tot vóór zijn overlijden was Hendrik Prijs ere-voorzitter van de Koninklijke Kunstkring van Sint-Truiden, die hij in 1931 mee had helpen stichten (van 1942 tot 1959 was hij er voorzitter van), lid van de Limburgse Schrijvers (vanaf 1936), lid van de Raad van Beheer van de Vrienden van Bokrijk, lid van de C.O.V.-Gepensioneerden Hasselt, van de Geschied- en Oudheidkundige Kring van St.-Truiden, het Propaganda-comité van het astronomisch Festraets-uurwerk enz.; |
- | bij leven en welzijn werd hij vereremerkt met verschillende eretekens: in 1948 werd hij door een besluit van de prins-regent Ridder in de Orde van Leopold II en in november 1956 Ridder in de Kroonorde; het Burgerlijk Kruis Eerste Klas kreeg hij in 1953 en in 1956 ontving hij het Gouden Kruis van St.-Lambertus; |
- | Prijs verzorgde tussen 1950 en 1954 geregeld een ‘radiocorrespondentie uit Sint-Truiden’; van 1958 tot 1966 besprak hij voor Omroep Limburg in Van muzen en mensen en Kleine boekenparade 638 boeken; hij werkte tevens mee (soms onder de schuilnamen Reinaert (II), 't Vosken, De Vos en Reintje) aan diverse bladen en tijdschriften: Hooger Leven, Tooneelgids S(in)t-Truidensch Weeblad (van 1934 tot 1938), Limburg, Het Belang van Limburg, Let- |
| |
| |
| terkundig Bijblad, Nederland, Dietsche Warande en Belfort, De Tram (van 1951 tot 1959), De Tijdspiegel, Nieuws uit Limburg, De Toerist; |
- | van 31 mei tot 26 juni 1985 was in de vzw Snuffel (Frans Massystraat 19, 3500 Hasselt) een tentoonstelling te bezichtigen onder de titel: ‘Hendrik Prijs, leven en werken’ (cf. de openingstoespraak door Paul Leenders in Oostland, september 1985, nr. 86, blz. 30-37; er verscheen tevens een Catalogus bij de tentoonstelling, 19 blz. dik); |
- | het ts. Appel stelde enige jaren geleden, met medewerking van de Kredietbank en de groep Concentra (Het Belang van Limburg), een prijs in voor het kortverhaal met de naam ‘Hendrik Prijsprijs’; de prijs, bestaande uit een waardevol kunstwerk en een publikatie in Appel, wordt sindsdien telkens omstreeks 18 maart uitgereikt:
* | de eerste laureaat was Joris Denoo met Belle époque (een fragment uit zijn roman: Defit-o-meter, 1981), cf. Appel, 1981, VI, nr. 3, blz. 17-22; |
* | in 1982 ging de prijs naar Xina Desto, die verder onbekend wenste te blijven, voor haar verhaal Uw wil is wet, cf. Appel, 1982, VII, nr. 1, blz. 43-58; |
* | in 1983 verwierf André Janssens met Het andere graf (uit de bundel De blinde op de uitkijktoren, 1984) de derde Hendrik Prijs-prijs, cf. Appel, 1983, VIII, nr. 1, blz. 38-42; |
* | in 1984 bekroonde de jury (Guido Bex, Leopold Nicolai, Guido Wulms en Gerard Van Oorlée) het verhaal Genese van Romain-John Van de Maele, cf. Appel, 1984, IX, nr. 1, blz. 2-6; |
* | in 1985 sleepte Will Knibbeler (= Willem van Kevelaer) uit Nijmegen met De trap de vij fde Hendrik Prijs-prijs in de wacht, cf. Appel, 1985, X, nr. 1, blz. 3-14; |
* | in 1986 mocht Gie Bogaert de aan de prijs verbonden trofee (sinds 1983 van de hand van Willy Ceyssens) in ontvangst nemen uit de handen van Peter Baert; zijn bekroonde verhaal Tempus fugit verscheen in Appel, 1986, XI, nr. 1, blz. 2-7; |
* | in 1987 kreeg Guido Eekhaut de zevende Hendrik Prijs-prijs voor het verhaal De route der zes grotten, cf. Appel, 1987, XII, nr. 1, blz. 4-9; |
* | de achtste Hendrik Prijs-prijs ging in maart 1988 naar Mia Schotte voor haar verhaal Gebed, cf. Appel, 1988, XIII, nr. 1, blz. 6-8. |
|
| |
a) | jeugdtoneel:
De droom van Jooske. Kindertooneeltje in twee bedrijven voor jongens-kruistochters (1926)Ga naar eind(*2):, |
Een zieltje in donkerte. Symbolisch spel van werkelijkheid voor de kleintjes in twee bedrijven (1927, 19482)Ga naar eind(*3):, |
Zij deden als mama. Spel in één bedrijf voor jongens-kruistochters (1928), |
De witte nacht. Mirakelspel in twee bedrijven (1928), |
De blinde oogen van Flippeke. Mirakelspel in drie bedrijven (1928). |
|
| |
b) | jeugdverhalenGa naar eind(*4)::
|
| |
c) | toneel voor volwassenen:
|
| |
d) | novellen:
Eenzamen. Een bundel novellen (1935)Ga naar eind(*10):, |
Het stalleken in Spiegel van Limburg, 2 (Nijmegen-Antwerpen, De Koepel, 1952), blz. 39-42. |
|
| |
e) | romansGa naar eind(*11)::
Het huis met de glycines (1938, 19643)Ga naar eind(*12):, |
De stad op het einde (1939)Ga naar eind(*13):, |
Het zwakke verzet (1942, 19833)Ga naar eind(*14):, |
Solden (1944)Ga naar eind(*15):, |
Geuzenvesper (1951)Ga naar eind(*16):, |
Het hart der Crèvecceurs (1953)Ga naar eind(*17):, |
De onvruchtbare vijgeboom (1959)Ga naar eind(*18):, |
Marieke Bosteels, meid voor alle werk (1966)Ga naar eind(*19):. |
|
| |
| |
| |
A. Algemeen
a) | naslagwerken:
- | Baers J. en Hardy P. in Lectuur-Repertorium. Antwerpen, A.S.K.B., 1953, 2 (H-R), blz. 2001; |
- | Godelaine C. en Swerts L. in Limburgsche schrijvers. Hasselt, 1938, blz. 38; |
- | Hardy P. en De Win X. in Lectuur-Repertorium 1952-1966. Antwerpen, A.S.K.B., 1969, 2 (H-R), blz. 1492; |
- | Hoetink H.R. e.a. in Algemene Winkler Prins Encyclopedie. Amsterdam-Brussel, Elsevier, 1959, VIII, blz. 324; |
- | Kemp B. in De Vlaamse letteren tussen gisteren en morgen (1930-1960). Hasselt, Heideland, 1963, blz. 88-89; |
- | Lissens R.F. in De Vlaamse letterkunde van 1780 tot heden. Brussel-Amsterdam, Elsevier, 19674, blz. 217; |
- | Lissens R.F. e.a. in Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde. Amsterdam-Brussel, Elsevier, 1986, blz. 319; |
- | Loots S. in Vlaamse kinder- en jeugdboeken van 1830 tot heden. Bibliografie met biografische gegevens. Deel I: 1830-1930. Antwerpen, Vlaamse Bibliotheek Centrale-Uitgeverij Exa, 1986, blz. 158; |
- | Michielsen F. e.a. in Who's who in Belgium and Grand Duchy of Luxembourg. Brussel, Les Editions Biographiques, 19622, blz. 825; |
- | Rutten M. e.a. in Van Arm Vlaanderen tot De Voorstad Groeit. De opbloei van de Vlaamse literatuur van Teirlinck-Stijns tot L.P. Boon (1886-1946). Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1988, blz. 449; |
- | Sourie L. in Vlaams letterkundig lexicon. Komen, 1951, blz. 91-92; |
- | Swerts L. in Limburgs letterkundig lexicon in topologische volgorde. Herk-de-Stad, Mikron, 1981, blz. 172; |
- | Ter Laan K. in Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid. 's-Gravenhage-Djakarta, Van Goor & Zonen, 19522, blz. 421; |
- | Van Vlierden B.-F. in Twintig eeuwen Vlaanderen. Hasselt, Heideland-Orbis, 1973, X, blz. 193; |
- | Wulms G. in Literaire gids voor Limburg. Schoten, Hadewijch, 1985, blz. 9, 46, 56-58; |
- | X. in Grote Nederlandse Larousse encyclopedie. Hasselt, Heideland-Orbis/'s-Gravenhage, Scheltens & Giltay, 1977, XIX, blz. 482. |
|
| |
b) | ‘literaire portretten’ van PrijsGa naar eind(*2)::
- | Andries M.
.in Topics, 26 september 1984, nr. 39, blz. 50-51; |
.in Kamers voor lezers. Vijftig Nederlandstalige auteurs uit Vlaanderen en Nederland. Deurne-Antwerpen, MIM, 1985, blz. 86-89; |
|
- | Godelaine C. in Het Belang van Limburg, 26 maart 1935; |
- | Leenders P. in Vijftig Limburgse profielen. Retie, Kempische Boekhandel, 1961, blz. 148-151; |
- | Théatre A., Hendrik Prijs in Denijs Peeters: Kunstenaars van heden: een reeks boeken over Vlaamse kunstenaars, 4. Antwerpen, Artistenfonds, 1960, blz. 47-62; |
- | X. (A.D.) in De Tijdspiegel, 1950, V, blz. 119-120; |
- | X. in Hier en Nu, 1974, XIX, blz. 18-22. |
|
| |
c) | interviews met de auteur:
- | Hoewaer T. in Het Belang van Limburg, 4 april 1973; |
- | Holemans A. in H.L.N., 6 mei 1942; |
- | Janssen D. in Bg., 1958, XXXVI, blz. 99-103; |
- | Knaepen R. en Vanheeswijck G. in H.B.v.L., 18 april 1983; |
|
|
| |
| |
|
- | Sterken L. in H.B.v.L., 9-10 september 1978; |
- | Wulms G. in H.B.v.L., 8 december 1975; |
- | X. (R.V.) in De Nieuwe Gids, 22 februari 1960; |
- | X. (J.D.V.) in De Zondag, 17 maart 1963. |
|
|
interview met Annemarie Prijs over haar vader:
- | Van den Berghe A. in De Bond, 13 april 1984, blz. 27-29. |
|
|
| |
d) | herdenkingsbijdragen:
n.a.v. Prijs' 50ste verjaardag:
- | Michiels G. in Limburgse Stemmen, 1948, I, blz. 7-8. |
|
n.a.v. Prijs' 60ste verjaardag:
- | D(e) V(riend) J. in De Tram, 22 maart 1958, nr. 12, blz.(2); |
- | X. (D.S.T.) in Het Volk, 7 april 1958. |
|
n.a.v. Prijs' 65ste verjaardag:
- | D(e) V(riend) J. in De Tram, 16 maart 1963, nr. 11, blz.(3). |
|
n.a.v. Prijs' 70ste verjaardag:
- | Janssen D. in H.B.v.L., 19 maart 1968; |
- | Janssen D. in Vlaanderen, 1968, XVII, nr. 99, blz. 191; |
- | Théatre A. in Oostland, 1968, nrs. 45-46, blz. 39-44. |
|
n.a.v. Prijs' 75ste verjaardag:
- | Hoewaer T. in H.B.v.L., 4 april 1973. |
|
n.a.v. Prijs' 80ste verjaardag:
- | Wulms G.
.in De Toerist, 6 juli 1978, nr. 15, blz. 1041-1042; |
.in Vlaanderen, 1978, nr. 162, blz. 43; |
|
- | Wulms G. in Appel, 1978, III, nr. 1, blz. 48. |
|
|
| |
e) | in memoriams Hendrik Prijs:
- | Janssen D. in Mededelingen Vereniging Vlaamse Letterkundigen, september 1984, nr. 120, blz. 8-9; |
- | (Wulms G.) in Appel, 1984, IX, nr. 2, blz. 69; |
- | X. (D.W.) in Aarts' letterkundige almanak voor het jaar 1985. Amsterdam, J. Aarts, 1984, blz. 89; |
- | X. (D.J.) in Vlaanderen, 1985, XXXIV, nr. 208, blz. 298-299. |
|
|
necrologische vermeldingen:
- | H.B.v.L., 19 maart 1984; |
- | Grote Nederlandse Larousse encyclopedie. Jaarboek over 1984. Utrecht, Oosthoek's Uitgeverij/Hasselt, Heideland-Orbis, 1985, blz. 115. |
|
|
| |
B. Bijzonder: recensies i.v.m. het proza (1 bundel novellen + 8 romans) van Hendrik Prijs:
a) | novellen:
i.v.m. Eenzamen (1935):
- | Buckinx P.-G. in Vormen, 1936-37, I, blz. 95; |
- | Eeckhout G. in Le Nouveau Journal, 8 augustus 1941; |
- | Godelaine C. in Limburg, 1935, XIX, blz. 120; |
- | G(reshoff) J. in Groot-Nederland, juni 1936; |
- | Leynen H. in H.B.v.L., 24 september 1935; |
- | Toussaint van Boelaere F.V.
.in Amsterdamsch Algemeen Handelsblad, 24 december 1936; |
.in Onze Tijd, 1 januari 1937; |
.in Litterair scheepsjournaal, III. Brussel, Onze Tijd, 1946, blz. 251-253. |
|
|
|
b) | romans:
i.v.m. Het huis met de glycines (1938, 19643)Ga naar eind(*3)::
- | Buckinx P.-G. in Vormen, 1938-39, III, blz. 205-206; |
- | De Bruyn J. in Volk en Staat, 19-20 april 1942; |
- | Eeckels G. in L'Indépendance Belge, 23 juli 1939; |
- | Eeckels G. in Le Nouveau Journal, 17 april 1942; |
- | Eeckhout G. in Le Nouveau Journal, 8 augustus 1941; |
- | Godelaine C. in Limburg, 1942, XXIII, blz. 186; |
- | Hardy P. in Volk en Kultuur, 4 juli 1942, nr. 23, blz. 5-6; |
- | Kemp M. in Limburgsch Dagblad, 18 februari 1939; |
- | Korteweg P.G.J. in Nieuwe Rotterdamsche Courant, 13 mei 1943; |
- | Lampo H. in N.V.T., 1965, XVIII, blz. 60-63; |
- | Moors J. in De Wegwijzer, 7 april 1939; |
- | Oosterwijk H. in Het Vlaamsche Land, 1-2 november 1942; |
- | Thomassen H. in Spectator, 10-11 oktober 1964; |
- | Toussaint van Boelaere F.V. in Litterair scheepsjournaal, III. Brussel, Onze Tijd, 1946, blz. 393-395; |
- | Van de Moortel R. in De Landwacht, 16 juni 1964; |
- | Van de Velde A. in Bg., 1942, XX, blz. 9, nr. 21.313; blz. 88, nr. 21.748; |
- | Van Tichelen H. in De Vlaamsche Gids, 1939-40, XXVIII, blz. 238; |
- | Wulms G. in Appel, 1982, VII, blz. 309-310; |
- | X. (T.V.B.) in Onze Tijd, 1938, III, blz. 213; |
- | X. (B.E.) in Vooruit, 17 april 1942; |
- | X. (H.) in Het Nieuws van den Dag, 23 april 1942; |
- | X. in De Dag, 10-12 mei 1942; |
- | X. (Fl. v.V.) in Nieuw Vlaanderen, 20 juni 1942, nr. 23, blz. 12. |
|
|
i.v.m. De stad op het einde (1939):
- | Buckinx P.-G. in Vormen, 1938-39, III, blz. 205-206; |
- | Eeckhout G. in Le Nouveau Journal, 8 augustus 1941; |
- | Lissens R.F. in Cassandre, 15 oktober 1938; |
- | Moors J. in De Wegwijzer, 8 april 1939, blz. 7; |
- | Swerts L. in Letterkundig Bijblad, 21 juli 1938, nr. 28, blz. 115; |
- | T(oussaint) v(an) B(oelaere) (F.V.)
.in Onze Tijd, 1938, III, blz. 213; |
.in Litterair scheepsjournaal, III. Brussel, Onze Tijd, 1946, blz. 393-395; |
|
|
|
i.v.m. Het zwakke verzet (1942, 19833)Ga naar eind(*4)::
- | De Bruyn J. in Volk en Staat, 4 mei 1942; |
- | Demedts A. in D.S., 9 juli 1983; |
- | Dinaux C.J.E. in Haarlem's Dagblad, 6 september 1947; |
- | Droogmans J. in Verzamelde opstellen, I. Hasselt, Provinciale Bibliotheek, 1955, blz. 231-238; |
- | Eeckels G. in Le Nouveau Journal, 9 mei 1941; |
- | Godelaine C. in Limburg, 1942, XXIII, blz. 186; |
- | Hardy P. in Volk en Kultuur, 4 juli 1942, nr. 23, blz. 6; |
- | K(naepen) R. en V(anheeswijck) G. in H.B.v.L., 18 april 1983; |
|
|
| |
| |
|
- | Korteweg P.G.J. in Nieuwe Rotterdamsche Courant, 13 mei 1943; |
- | Monteyne L. in Ons Volk, 10 mei 1942; |
- | Oosterwijk H. in Het Vlaamsche Land, 1-2 november 1942; |
- | Ranke B. in Westland, 1942-43, I, blz. 186-187; |
- | Van Aken P. in K.&C.-Agenda, 1983, XVI, nr. 7, blz. 28; |
- | Van de Velde A. in Bg., 1942, XX, blz. 9-10, nr. 21.314; blz. 88, nr. 21.749; |
- | X. (H.) in Het Nieuws van den Dag, 2 mei 1942; |
- | X. in De Dag, 13 juni 1942; |
- | X. (Fl. v.V.) in Nieuw Vlaanderen, 20 juni 1942, nr. 23, blz. 12; |
- | X. in Ons Land, 12 september 1942, nr. 37, blz. 705; |
- | X. in De Week, 15 november 1947; |
- | X. in Nieuwe Rotterdamsche Courant, 11 oktober 1948; |
- | X. in De Tram, 14 april 1951, nr. 14, blz.(1). |
|
|
i.v.m. Solden (1944):
- | De Bruyn J. in Volk en Staat, 4-5 juni 1944; |
- | Demedts A. in Het Nieuws van den Dag, 10 februari 1944; |
- | Van de Moortel R. in Bg., 1944, XXII, blz. 125, nr. 24.399; |
- | Vanderveken J. in Westland, 1944, II, blz. 442; |
- | X. (Al.M.) in De Gazet, 29-30 januari 1944; |
- | X. in Ons Land, 19 februari 1944, nr. 8, blz. 62; |
- | X. (B.E.) in Vooruit, 4 april 1944; |
- | X. (H.O.) in Het Vlaamsche Land, 21-22 mei 1944; |
|
|
i.v.m. Geuzenvesper (1951):
- | Hardy P. in G.v.A., 15 januari 1951; |
- | Hardy P. in Bg., 1951, XXIX, blz. 220-221, nr. 33.618; blz. 236, nr. 33.676; |
- | Janssens D. in De Periscoop, 1951-52, II, nr. 5; |
- | X. in De Tram, 4 februari 1950, nr. 5, blz.(2); 11 februari 1950, nr. 6, blz.(1); |
- | X. in D.S., 26 juni 1951; |
- | X. in Nieuwe Tilburgse Courant, 1 oktober 1951. |
|
|
i.v.m. Het hart der Crèvecoeurs (1953):
- | Hardy P. in Bg., 1953, XXXI, blz. 183-184, nr. 36.167; blz. 202, nr. 36.256; |
- | Janssen D. in De Periscoop, 1952-53, III, nr. 9, blz. 4; |
- | Noë J. in Streven, 1953-54, VII, 1, blz. 96; |
- | Van Maeslandt W. in De Tram, 27 juni 1953, nr. 26, blz.(2); |
- | in Het Volk, 15 mei 1953; |
- | X. (Prof.) in 't Pallieterke, 21 mei 1953; |
- | X. in D.S., 30 mei 1953; |
- | X. in Ons Volk, 4 juni 1953; |
- | X. (F.J.) in G.v.A., 13 juli 1954. |
|
|
i.v.m. De onvruchtbare vijgeboom (1959):
- | Chanet R. in De Tram, 18 juni 1960, nr. 25, blz.(2); |
- | D(e) V(riend) J. in De Tram, 23 januari 1961, nr. 3, blz.(2); |
- | Droogmans J. in De Tijdspiegel, 1960, XV, blz. 176; |
- | Droogmans J. in Oostland, 1960, nrs. 37-38, blz. 81-83; nr. 39, blz. 48-52; |
- | Hardy P. in Bg., 1960, XXXVIII, blz. 85, nr. 45.988; blz. 105, nr. 46.060; |
- | Leenders P. in Vijftig Limburgse profielen. Retie, Kempische boekhandel, 1961, blz. 148-151; |
- | Van Houtland J. in Kultuurleven, 1961, XXVIII, blz. 551-552; |
- | X. (PoL) in De Zondag in Limburg, 24 januari 1960; |
- | X. in De Tram, 30 juli 1960, nr. 31, blz.(2). |
|
|
i.v.m. Marieke Bosteels, meid voor alle werk (1966):
- | Dendooven L. in Vlaanderen, 1968, XVII, nr. 102, blz. 457; |
- | D(e) V(riend) J. in De Zondag, 17 maart 1963; |
- | Hardy P.
.in G.v.A., 11 april 1967; |
.in Bg. 1967, XLV, blz. 264-265, nr. 57.519; blz. 300, nr. 57.663; |
|
- | Heymans F. in Lektuurgids, 1967, XIV, blz. 162; |
- | Janssen D. in H.B.v.L., 25 juli 1967; |
- | Kemp B. in D.S., 2 maart 1968; |
|
|
Luc Decorte
|
-
eind(*1):
- In zijn Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid ('s-Gravenhage-Djakarta, Van Goor & Zonen, 1952) geeft K. ter Laan blz. 421 als geboortedatum van Hendrik Prijs verkeerdelijk 1882 aan i.p.v. 1898.
-
eind(*1):
- Deze primaire bibliografie beperkt zich tot het zelfstandig verschenen werk van Hendrik Prijs. Niet opgenomen zijn Prijs' bijdragen in hulde- en gedenkboeken, verzamelwerken en inleidingen tot het werk van andere auteurs. Ook zijn talloze bijdragen in diverse periodieken blijven hier onvermeld.
Ik verwijs de geïnteresseerde lezer naar de uiterst volledige ‘Proeve van bibliografie’ (gestencild en niet gepagineerd) van Ria Croux: Werk van Hendrik Prijs. Antwerpen, Stedelijke Technische Leergangen voor Bibliotheekwezen, 1978-79.
Andere Hendrik Prijs-bibliografieën vindt men in de Mededelingen Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, februari 1974, nr. 78, blz. 14-16 (door Hilda Van Assche) én in Oostland, 1976, nr. 56, blz. 47-48.
-
eind(*2):
- Met muziek van (huisvriend) Armand Preud'homme en een bandversiering van Jozef Prijs.
-
eind(*3):
- Opdracht: ‘Voor Anne-Marietje, mijn dochtertje’. In de tweede druk (1948) luidt de opdracht anders: ‘Voor mijn nichtje, Ghislaine Beckers’.
-
eind(*4):
- De verhalen voorafgegaan door een asterisk, verschenen onder het ps. Remi Puc.
-
eind(*5):
- Drie verhalen kwamen uit in de reeks Vlaams(ch)e Filmkens van de abdij van Averbode, nl. De dubbele ramp van Stekske Sul (nr. 76), De knaap Mitambo (nr. 74) en De grote slag (nr. 89).
-
eind(*5):
- Drie verhalen kwamen uit in de reeks Vlaams(ch)e Filmkens van de abdij van Averbode, nl. De dubbele ramp van Stekske Sul (nr. 76), De knaap Mitambo (nr. 74) en De grote slag (nr. 89).
-
eind(*5):
- Drie verhalen kwamen uit in de reeks Vlaams(ch)e Filmkens van de abdij van Averbode, nl. De dubbele ramp van Stekske Sul (nr. 76), De knaap Mitambo (nr. 74) en De grote slag (nr. 89).
-
eind(*6):
- Met bandversiering en tekeningen door Wim Van Aerden. Kraai is opgedragen aan Prijs' nichtje, Anna Everaerts. Zijn andere jeugdboek, Nistelken, droeg hij op aan zijn (tweede) dochtertje, Lutgardis, geboren in 1930.
-
eind(*7):
- Blz. 6 lezen we: ‘Dit spel werd bekroond in den derden Prijskamp voor Missietooneel, uitgeschreven door den Priestermissiebond in verstandhouding met de algemeene tooneelboekerij.
Dit stuk werd ingezonden door de naam ‘De bloei der wondere bloem’ en is opgedragen aan al de Sint-Truidensche missionarissen, die heengingen met het offer van hun jong leven voor Kristus.’
-
eind(*9):
- Verschillende keren opgevoerd t.g.v. de zevenjaarlijkse St.-Trudofeesten. Guido Wulms schrijft in zijn Literaire gids voor Limburg (Schoten, Hadewijch, 1985), blz. 46: ‘(...) Hendrik Prijs (...) die in 1954-1956 de tekst van Fastraets omwerkte tot een modern Trudospel dat door leden van de plaatselijke toneelgroep Pol Stas werd opgevoerd.’
-
eind(*10):
-
•
De bundel bevat de volgende 8 novellen: Maarten Stoffel, Friture moderne, De stille Stefaan, Mozes, De claxon. Pluchke en zijn sprong in 't oneindige, Het zondige seizoen van Broeder Fons en Pélagie's minnehandel.
•
Maarten Stoffel verscheen eerst in afleveringen in S(in)t-Truidensch Weekblad, van 18 augustus (nr. 18) tot 8 september (nr. 21) 1934. Dat was ook het geval met Friture moderne, van 23 juni (nr. 10) tot 4 augustus (nr. 16) 1934. Mozes werd afgedrukt in Limburg, nr. 6 van december 1935 en nr. 7 van januari 1936.
-
eind(*11):
-
•
Van 18 mei tot 2 november 1957 publiceerde Hendrik Prijs, onder de ‘nom de plume’ Reinaert, in De tram ‘een kortroman in brieven’, getiteld: Het meisje Elise. Tot een uitgave in boekvorm is het evenwel niet gekomen.
•
Tegen Trudo Hoewaer zei Hendrik Prijs in Het Belang van Limburg (4 april 1973) het volgende: ‘Ik heb dan in 1966 'n punt achter mijn publikaties gezet met de roman Mariette Bosteels, meid voor alle werk. Deze roman was al minder goed gelukt. Ik voelde dat het stilaan tijd werd om ook als auteur ‘op pensioen’ te gaan. Ik heb mij nog eens laten verleiden en schreef Het waterkraantje. Hierin behandel ik op satirische wijze een kibbelpartij ontstaan omwille van het aanleggen van de waterleiding in een stad. Het zal bij een manuskript blijven. Ik zal niet meer schrijven. Het gaat niet meer, de grondtoon, de ironie, die Prijs eigen was, is er niet meer. Ik wil eerlijk zijn tegenover mijzelf en tegenover mijn lezers. Ook voor een auteur is er een tijd van komen en een van gaan.’
Een fragment uit de roman Het waterkraantje (van Leopold II) verscheen onder de titel: En Peer Kordeels trouwde... in 55 Limburgers aan het woord (Hasselt, Vereniging van Limburgse Schrijvers, 1973), blz. 157-161. Kamiel Vanhulle vertaalde een hoofdstuk uit de (onvoltooide) roman in het Esperanto: La konservema ribelanto (Brugge, 1973 - Sonorilo Normlinga serio no 5).
•
Uit een ander onafgewerkt produkt van Hendrik Prijs publiceerde het ts. Appel (1978, III, nr. 2, blz. 20-22) het fragment: Mijmer, oude man. Zeventig jaar geleden.
•
Tal van onuitgegeven teksten van de hand van de auteur berusten, in manuscript of in typoscript, in het Provinciaal Archief- en Documentatiecentrum te Hasselt. Daaronder bevinden zich bijv. een paar filmscripten voor het t.v.-feuilleton van de B.R.T.: Schipper naast Mathilde. De commissaris werd uitgezonden in 1958. Andere afleveringen werden niet uitgezonden, omdat één van de actrices (Marieke) het gezelschap verliet, op het ogenblik dat de teksten moesten worden ingestudeerd.
-
eind(*12):
-
•
Opdracht: ‘Voor vader zaliger’.
•
Met vanaf de tweede druk (1942) een lovende Inleiding door Willem Elsschot, die in november 1941 eigenhandig verbeteringen voor een herdruk aanbracht in een exemplaar van het boek, thans in het bezit van mevrouw Annemarie Vanwelkenhuysen-Prijs in Pellenberg.
•
Elsschots Inleiding is ook opgenomen in: Willem Elsschot: Zwijgen kan niet verbeterd worden. Ongebundelde teksten. Samengesteld door A. Kets-Vree. Met medewerking van Gerd De Ley (Amsterdam, Loek & Van der Velden/Borsbeek, Baart, 1979, blz. 139).
•
De roman verscheen als feuilleton in De Zondag in Limburg, van 22 november 1959 tot 31 januari 1960. Het huis met de glycines werd door Armand Coeckelberghs (La maison aux glycines, 1960) én René De Pauw (La maison des glycines, 1949) in het Frans vertaald. Silvia De Ridder vertaalde het boek in het Engels (The house with the glycines, 1945). Geen van de(ze) vertalingen verschenen in boekvorm.
-
eind(*13):
- Verscheen als vervolgverhaal in De Vlaamsche Gids, 1937, XXVI, blz. 120-136; 1938, XXVII, blz. 158-171, 212-225, 276-286.
-
eind(*14):
-
•
Opdracht: ‘In memoriam August De Boeck’.
•
In 1986 werd een ‘historische speelfilm anno 1784’, in regie van Michel Ruymen, gedraaid naar Prijs' Het zwakke verzet onder de titel: Suske de Poep en 't voorvelleke. In St.-Truiden vertoond in het cultureel centrum ‘De Bogaart’ op 14, 26, 27 september en op 3 en 11 oktober 1986.
•
Het zwakke verzet verscheen in 1942 tegelijkertijd bij twee uitgeverijen: De Lage Landen in Brussel (183 blz.) en A.J. Strengholt in Amsterdam (184 blz.).
•
Silvia De Ridder vertaalde het boek in 1945 in het Engels als Faible résistance. August Mathys bezorgde een Duitse versie: Wenn das Fleisch nachgibt (1960). Over de vertalingen schreef Annemarie Prijs mij op 24 juni 1988: ‘De Duitse vertaling is bij Verlag J.P. Bachem-Haus Keulen geweest, niet tot een drukken gekomen. De Engelse vertalingen zijn naar Alliance Press Limited Londen gegaan. Ze schreven dat het werk van papa hun erg beviel, doch dat de vertaling in 't Engels de geest die juist zo typisch is aan zijn romans, niet goed weergaf. Een nieuwe verbetering zou moeten gedaan worden, doch daar heeft papa geen stappen meer voor gedaan. Zo was het ook gelijktijdig bij Alfred A. Knopf, Borzoi Books te New York. Als dat heen en weer gepalaver begon, schoof papa het werk gewoon in zijn bureelschuif. Hij wou immers niet dat net dát waar hij zo'n goede kritiek op gekregen had in 't oorspronkelijk werk, in vertaling teloor zou gaan. Daar hij een fervente lezer van Franse literatuur was, kon hij zelf goed oordelen over de vertalingen van De Pauw en Coeckelberghs. Deze ontgoochelden hem ná lezing. Zo bleven die werken gewoon hier liggen in typoscript.’
-
eind(*15):
-
•
Als vervolgverhaal afgedrukt in De Zondag in Limburg, van 22 mei tot 4 december 1960. Opdracht: ‘In memoriam mijn vriend Dr. Constant Godelaine’. (Dr. Godelaine is de man die Hendrik Prijs van in het begin van zijn carrière aangemoedigd heeft. Hij leefde van 1888 tot 1942.)
•
Voor het personage Rufina in het boek Solden stond de moeder van Hendrik Prijs (Elisabeth Maria Leenen, 1858-1932) model.
•
De roman werd door Silvia De Ridder in 1944 in het Engels vertaald: Bargains.
•
De nieuwe Limburgse uitgeverij Boek p.v.b.a. in Zonhoven wil vóór het einde van 1988 een tweede druk van Solden uitbrengen.
-
eind(*16):
-
Geuzenvesper verscheen ooit als feuilleton in Het Belang van Limburg. Op mijn vraag aan de krant wanneer, mocht ik geen antwoord ontvangen. Volgens Annemarie Prijs was het in maart 1984.
-
eind(*17):
- Onder de titel De dood van Pier Hoeken verscheen een fragment uit de roman in De Periscoop, 1952-53, III, nr. 5.
-
eind(*18):
-
•
Opdracht: ‘Voor mijn trouwe vriend Jos Everaerts’.
•
Hendrik Prijs' realistische aanpak van allerlei problemen (in casu: de kinderloosheid in een huwelijk) was nieuw voor zijn tijd (we schrijven: 1959!). Dit werd hem evenwel niet altijd in dank afgenomen. Zo was er iemand die er genoegen in had een gestencilde circulaire te verspreiden met een aantal zogezegd ‘ergerniswekkende’ citaten uit Prijs' roman. Cf. de reactie van het bestuur van de Vereniging van Limburgse Schrijvers in het ts. Oostland, 1960, nr. 39, blz. 48.
-
eind(*1):
- Deze secundaire bibliografie streeft naar volledigheid wat haar ‘algemeen’ karakter betreft. I.v.m. de bijdragen over het afzonderlijke werk van Hendrik Prijs noemen wij hier alleen de belangrijkste recensies omtrent het proza van Prijs, d.w.z. zijn novellenbundel Eenzamen (1935) én zijn acht romans (verschenen tussen 1938 en 1966).
-
eind(*2):
-
•
Twee fotoportretten van Hendrik Prijs vindt men in Guido Wulms: Literaire gids voor Limburg. Schoten, Hadewijch, 1985, blz. 57.
•
In het A.M.C.V. te Antwerpen bevinden zich in de portrettenmap diverse foto's van Prijs, o.m. zes opnamen, in februari 1966 gemaakt door Eric Stockman (Botermarkt 25, 3500 Hasselt).
-
eind(*3):
- Tegen Trudo Hoewaer zei Hendrik Prijs (in H.B.v.L., 4 april 1973): ‘Mijn eerste échte roman is Het huis met de glycines (1938). Ik beschouw hem samen met mijn historische roman Het zwakke verzet als mijn gaafste werk. Ik schreef Het huis met de glycines eerst in de derde persoon. 200 blz. Te langdradig. Ik heb het manuskript verscheurd. Ik ben opnieuw begonnen. Meer samengebald. 100 bladzijden. Toen was ik tevreden. Ook de kritici. In deze satirische ‘burgerroman’ vol ironie en sarkasme heb ik mijn persoonlijke stijl gevonden. De stijl van Prijs en niet die van Elsschot!’
-
eind(*4):
- Van prof. dr. M. Janssens verneem ik in een brief van 19 augustus 1988 dat er aan de K.U.L. een licentiaatsverhandeling wordt voorbereid over Prijs' Het zwakke verzet, die ten vroegste in 1989 klaar moet komen.
|