Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 37
(1988)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 61]
| |
Aandacht voor...Kurt Köhler
| |
[pagina 62]
| |
Bij de herdruk koos Sus van Elzen voor het ‘opblazen’ van het oorspronkelijk frontispice en verving hij de grijze schutkleur door een fraai ogend rood. Lay-out en lettertype werden volledig behouden. Waarschijnlijk heeft Köhler zelf de vormgeving van zijn boeken verzorgd. De naam ‘Uitgeverij Anti, Antwerpen-Berlijn-Amsterdam’ zou fictief zijn geweest. Dirk Wilmars, zelf een goede kennis van Soetewey, suggereerde evenwel de commerciële tussenkomst van een drukkerij in de Coebergherstraat in Antwerpen. En Köhler zelf zei: ‘Ik heb geschreven. Massa's. Om vele tientallen uitgevers ongelukkig te maken. Een waagde de doodsprong’Ga naar eind6. Is dit pose tegenover zijn vriend Ast Fonteyne? Of heeft uitgeverij ‘Anti’ echt bestaan? In ieder geval was Kurt Köhler in die periode zeer actief bezig met de oprichting van ‘Studio Avontuur’. Het is merkwaardig dat de posthume uitgave van ‘De bende van den stronk’ van Paul van Ostaijen, verzorgd door Gaston Burssens, uitkwam bij ‘Uitgeversbedrijf Avontuur. Wilrijk-Antwerpen, Scheveningen’ in 1932. ‘Studio Avontuur’ moest een multimediale ‘Workshop’ worden voor jonge avantgardekunstenaars uit heel Europa, want de zgn. ‘officiële, nationale’ kunst moest voor eens en altijd weggespoeld worden door een golf van jong geweldGa naar eind7. Dit internationalisme heeft Soetewey ongetwijfeld overgehouden van zijn contacten met de communistische partij. Zijn toenmalige voorkeur voor het linkse ideeëngoed blijkt uit iedere bladzijde die hij heeft gepubliceerd. Tijdens zijn militaire dienst zou hij trouwens een sanctie hebben opgelopen wegens het oprichten van een communistische cel in zijn eenheid. Later maakte hij een ideologische ommezwaai in de richting van het Verdinaso. Over zijn houding tijdens de oorlogsjaren is ons niets concreets bekend. Hij zou o.m. een handel in tweedehandse boeken hebben uitgebaat. Daar beleefde hij een grappige gebeurtenis, die mij door zijn weduwe werd verteld. Op zekere dag kwam Dirk Wilmars het antiquariaat binnen met in de hand een boekje van een zekere Kurt Köhler, dat hij in alle toonaarden begon te prijzen tegenover de monkelende auteur zelf. Wat ook de reden was, in 1945 werd Constant Soetewey geïnterneerd wegens collaboratie. Op dat ogenblik was zijn jonge echtgenote zwanger. Zelf heeft hij slechts één keer zijn jonggeboren zoon Stephane gezien. Hij was toen geboeid tussen twee rijkswachters. In de gevangenis aan de Begijnenstraat te Antwerpen werd Stan Soetewey ziek. Hij stierf aan een onverzorgde uremie, terwijl hij wanhopig en driftig schreef aan een autobiografisch boek, dat moest heten: ‘Behandel de dieren met zachtheid. Geschiedenis eener generatie.’Ga naar eind8 Over de dood van Stan Soetewey is er nog heel wat te doen geweest. De kranten schreven eenstemmig over de ‘zelfmoord door verhongering’Ga naar eind9 van de ‘38-jarige dr. Constant Soetewey, gezien schepen van Groot-Antwerpen’Ga naar eind10. Blijkbaar verwarde men hem met de veel oudere dr. Jan Soetewey. Later werd zijn overlijden nog het onderwerp van een (geseponeerde) strafklacht en van een administratief bezoek wegens ‘medische onachtzaamheid’, bevolen door de toenmalige Eerste Minister, Ach. Van AckerGa naar eind11. Over al deze zaken rust, wat men pleegt te noemen ‘de sluier der vergetelheid’. Ook over het werk van Kurt Köhler werd er in '45 al lang niet meer gesproken. Behalve op de gepubliceerde werken, wisten wij nog de hand te leggen op een ongepubliceerd jeugdwerkje ‘'n Man heeft zich gezelfmoord’Ga naar eind12, op enkele gedichten, op de reeds vermelde fragmenten, die hij in de gevangenis schreef en op ‘Akte van geloof in de waarachtige liefde en het groote begrijpen’Ga naar eind13. In ‘'n Man heeft zich gezelfmoord’ heet de hoofdpersoon Hans Köhler. De zoon van Constant Soetewey zal Stephane heten, naar Stephan Goedpenning, de protagonist in ‘Behandel de dieren met zachtheid’. Het korte verhaal ‘De brief die nooit kwam’ uit ‘Vade mecum...’ is m.i. de beste tekst die Köhler schreef. Het kafkaïaanse hoofdpersonage is een zekere Walter, die wacht op een niet verder gespecifieerde brief. Wanneer de postbode uiteindelijk komt en Walter de brief openmaakt (waarop ‘De poësie van de ongeopende brief verzwindt’), blijkt het een uitnodiging te zijn van een protestantse hervormde missie voor een causerie over ‘De betekenis van de illuzie in het leven’. De tekst besluit met de woorden: ‘Arme Walter. Arme bewuste “muis”, hoed U voor de automatiese kater’Ga naar eind14. Het sterkst was Kurt Köhler in het unanimistische beschrijven van een menigte. De weergave van een 1 mei-stoet in ‘Vade mecum...’, die in een andere vorm ook voorkomt in ‘Balthazar Krull...’ is grandioos. ‘Traag-egaal - als honderden hamers die steeds op hetzelfde aambeeld slaan - klinkt ergens - men weet eigenlijk niet goed waar - somber, zonder erbarmen het makabere lied: Alle gemeubelde kamers gelijken elkaar, alleen staat in het ene het bed links en in het andere rechts (het verschil is gering). Soms staat er 'n korf met opgezette bloemen. Echte bloemen staan er nooit’Ga naar eind15. In ‘Balthazar Krull...’ schrijft hij tussendoor een cynisch gedicht: ‘Mekaniese simfonie’. (voor te dragen door 'n heel klein meisje met een waterhoofd) De vreugde der kinderen
is het geluk der ouders
zo zegt men
doch men dwaalt.
Want de kinderen vermaken zich slechts
met deze automatiese kikvors
om hun ouders gelukkig te maken
en alzo hun kostgeld te betalen in natura.
Ware het misschien beter dan
dat ze smalend
de kikvors wierpen in de schoot der moeder
en verwaand 'n nieuwe sigaret opstaken
In ieder geval verdient dit tegendraadse schrijverschap meer aandacht dan tot nu toe het geval is geweest.
Kris GeertsGa naar eind16 |
|