Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 37
(1988)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
Van Salzburg tot Einsiedeln‘In mitten dem Manne Deutschland und dem Kind Italien liegst Du, der wangenrote Jüngling’: Tussen de man Duitsland en het kind Italië lig jij, roodwangige jongeling, aldus Grillparzer over zijn land Oostenrijk.
Het gelaat van Salzburg is naar het zuiden gekeerd ook door zijn fonteinen. De mooiste is wel de hoogbarokke fontein van Giovanni Dario (1651-61) op de Residenzplatz, bekroond door een gulle, aan Rome herinnerende Triton terwijl het water ook schichtig spuit uit de neusvleugels van vier zeepaarden. In Die Schöne Stadt, een gedicht op Salzburg evoceert Georg Trakl de muziek in het park Mirabell. En dat is niet die van Mozart maar die van een fontein: Rösser tauchen aus dem Brunnen
Knaben spielen wirr von Traümen
Abends leise dort am Brunnen
Paarden duiken uit de fontein
Knapen spelen wild van dromen
's Avonds gestild bij de fontein
Salzburg. De fontein op de Residenzplatz (foto Egger).
Hellbrunn (bij Salzburg).
Waterspelen rond de tafel van de kerkvorst. Een merkwaardige watersymfonie brengt ons in de omgeving, in Hellbrunn, bij het lustslot (1612-19) van de heidensgerichte aartsbisschop Markus Sittikus, die meer tussen de goden dan bij God leefde en meer van Italië dan van zijn land hield. Markus had het voor de waterspelen. Het water gutste overal, uit hertekoppen, zeepaarden, maskers, grotten. Een waterstraal hief een gouden kroon op met zijn embleem. Onder watergewelven van rijzende en vallende stralen konden de genodigden wandelen zonder zich te bevochtigen. Maar er was ook een scherzo in deze watersymfonie. Er werd bij zomerweer in open lucht gegeten en gedronken aan een lange stenen tafel. En soms vermaakte zich de prelaat met uit alle zitkrukken, behalve de zijne, fijne waterstraaltjes te doen gutsen om zijn gasten te plagen of te ontnuchteren. Zoals nu de toeristengids het nog toont en doet. Een van de eigenaardigste kunstwaterwerken van Oostenrijk bevindt zich in het Benedictijnenstift van Kremsmünster, een abdij die ook een klein museum bezit dat vrijwel onbekend is bij de Vlamingen en toch verdient bezocht te worden, want het is rijk aan Vlaamse kunstwerken o.m. een eigenaardig zicht op het zestiende-eeuwse Antwerpen. De abdij bezit een ‘Fischkalter’, een visbewaarder, een zeldzaam architectonisch juweel midden in het kloosterpand. Het bestaat uit vijf bekkens waarin de vis wordt bewaard die het hoofdbestanddeel van de voeding was in een tijd dat de benedictijnenregel het nutten van vlees verbood. Langs de bekkens zijn allerlei beelden opgesteld, profane zowel als religieuze, profeten naast goden, en dieren die het water in de bekkens spuiten. Arcaden, zuilen, beelden, traliewerk weerspiegelen zich in het water dat nog verlevendigd wordt door het gedartel van de vissen. Andermaal wordt hier het dienstbare tot schoon- | |
[pagina 39]
| |
heidselement verheven. In deze besloten sfeervolle ruimte hebben we een enige doorblik langs het geheel. Ook de abdijen van Sankt Florian en Melk hebben merkwaardige barokfonteinen. In het binnenplein van het Stift waar Bruckner orgelde en componeerde staat een fontein in zandsteen (1757). Een adelaar die op het punt is weg te vliegen heeft al de vleugels opengespreid. In zijn klauwen houdt hij een slang die haar gif als waterstraal uitspuwt. Gezeten op het prachtige bekken kan men rustig het Stiegenhaus, de pronktrap bewonderen: twee uit elkaar oplopende, overdekte trappen vormen elk een aanzet tot de lange gaanderij waarvan de arcaden door pijlers worden geritmeerd. Even maken we een uitloper in zuidelijke richting. Bruck aan de Mur (Karinthië) heeft een fontein (1626) die tot de edelste verwezenlijkingen van de ijzersmeedkunst in Oostenrijk behoort. Ze is een zuiver handwerkprodukt dat weinig of niets met architectuur te maken heeft. De dragers van het baldakijn zijn hier evenwel geen beelden. De omheining die het bekken (1693) omsnoert is een fantasierijk vlechtwerk van ijzeren ranken. Op pittige wijze heeft de bouwer zijn werk toegelicht op de steenrand: Ich Hanss Prasser
Trink Lieber Wein als Wasser
Trunkh ich das Wasser so gern als Wein
So kundt ich ein Reicherer Prasser sein
Kremsmünster (Oostenrijk). Visbekken in de abdij (foto O. Simoner).
Zwettl (Oostenrijk). Waterput in de kruisgang van de abdij.
Wenen is rijk aan fonteinen. Rijker dan Rome, zegt... een Wener. Een van de mooiste staat op naam van Raphaël Donner. Deze Oostenrijkse beeldhouwer heeft een Italiaanse elegantie hem wellicht door zijn meester Giovanni Giuliani doorgespeeld. Voor de symbolische vrouwelijke figuur van de Providentiafontein (1739) stond zijn vrouw Elisabeth model. Maria Theresia beval de prachtige naaktbeelden te verwijderen die vier waterlopen voorstelden. Ze werden in 1801 teruggeplaatst. Nu zijn het evenwel bronzen kopieën terwijl de oorspronkelijke loden beelden in een aparte zaal van het Unteres Belvedere te bewonderen zijn. Het laatste meesterwerk van Donner (1741) staat tegen een muur in de binnenhof van het Alte Rathaus: Andromeda, hier symbool van de stad Wenen, wordt uit de klauwen van de verdrukking gehouden door Perseus die de wettelijke orde belichaamt. Ook de schepper van de prachtige Karlskirche, J.B. Fischer von Erlach, heeft Wenen een fontein geschonken, de zgn. Vermählungsfontein (1732), een barok monument dat op de Hoher Markt staat, en waarvan de naam op de verloving van Maria wijst. Ver van de heldere en rustige opschik van Donners fonteinen blijven de grootsprakerige en theatrale monumenten als de fontein met Pallas-Athene die voor het Parlement te pronken staat, de fonteinen beiderzijds van Michaëlertor die, de ene de Macht te lande (door Hellmes), de andere de Macht ter zee (door Weyr) voorstellen. De indrukwekkende fontein Austria, omringd door beelden van de stromen die door de (vroegere) | |
[pagina 40]
| |
Wenen. Figuur uit de fontein van R. Donner (1739).
gebieden van de Habsburgers vloeiden, is wegens herstellingswerken volkomen afgedektGa naar eind(20). Ook in de parken van Schönbrunn zijn verschillende fonteinen opgesteld. De plaats dankt zelfs haar naam aan Egeria, de ‘schone bron’ die nu in het lover verborgen is. Men kan nog steeds - als het hekken open staat - van haar water drinken. Bij de fonteinen die zich in de vijvers weerspiegelen gaat het ook hier meestal om mythologische herscheppingen.
Wie Zwitserse fonteinen wil zien moet eerst naar Bern. Daar is de lange met verschillende namen aangeduide hoofdstraat afgebakend met een twaalftal fonteinen die meer van de welstand van de burgers getuigen dan van hun nooddruft naar water. De meeste werden opgericht omstreeks 1550 om oudere houten exemplaren te vervangen; sommige werden zelf vervangen door een kopie. De meeste zijn in felle kleuren gezet die geregeld opgefrist worden. Een deel van die fonteinen zijn van of worden toegeschreven aan Hans Gieng. We willen even bij een drietal daarvan blijven stilstaan. Niet de minst merkwaardige is de onlangs (1986) door vandalen jammerlijk geschonden Fontein der Gerechtigheid die haar zwaard niet kon gebruiken en op haar weegschaal geen straf voor de schuldigen kon bepalen. Ze is geblinddoekt en aan haar voeten zijn de voogden uitgebeeld die rekening met haar dienen te houden: de Paus, de Keizer, de Sultan en... de burgemeester. De Kindlifressenbrunnen, de fontein van de ‘kindervreter’ is getekend met de monogram H.G. Voor de voeten van de veelvraat spelen nu, onbekommerd om zijn dreiging, brave en stoute kinderen broederlijk samen. Vanop zijn zuil beschouwt de imponerende figuur van Mozes de bedoening op de vleesmarkt. We weten niet of de verkopers en kopers zich strikt aan zijn zevende en tiende gebod houden. Hans Gieng is ook in andere steden bedrijvig geweest als fonteinmaker o.m. in Solothurn en Freiburg. In het Musée d'Art et d'Histoire van laatstgenoemde stad kan men een van zijn mooiste, uit zijn omgeving weggehaalde
Schönbrunn (Wenen). ‘Der Schöne Brunnen’.
| |
[pagina 41]
| |
werken zien, met als thema ‘Christus en de Samaritaanse’ (1501), bedoeld als bekroning voor de zuil boven een Artesische bron. Op naam van Gieng staat ook de Fortitudo-fontein. De Kracht op een zuil geplaatst houdt zelf als symbool een gebroken zuilschacht, terwijl haar linkervoet op een omgevallen kapiteel steunt.
Freiburg (Zwitserland). Fontein ‘De Kracht’.
Freiburg (Zwitserland). Fontein van Jezus en de Samaritaanse vrouw (deel).
De belangrijkste sacrale fontein in Zwitserland is wel de Marienbrunnen in Einsiedeln. Ze staat op het grote plein dat omarmd is door twee gaanderijen in cirkelboog en voor de gevel van de barokkerk van de benedictijnenabdij. De Onbevlekte, beschut door een rond zuilentempeltje, is omkranst door de sterren en de maan volgens de tekst uit de Apocalypse. Op het bekken staat het Lam Gods. Op een van de zuilen waarschuwt de tijdtellende zandloper met een doodshoofd: ‘hoe vluchtig is het aardse leven’Ga naar eind(21). |
|