Inleiding
Europalia 87 Oostenrijk
In het raam van het Europaliagebeuren krijgt men dit najaar de unieke kans om geconfronteerd te worden met verschillende facetten van de Oostenrijkse cultuur en geschiedenis. Met een overvloed van tentoonstellingen en andere manifestaties, gespreid over het gehele land, wordt Oostenrijk in de focus geplaatst.
Het C.V.K.V. stelde er prijs op het september-oktober-nummer van zijn tijdschrift ‘Vlaanderen’ te wijden aan deze belangrijke culturele manifestatie. Dit themanummer geeft echter geen overzicht van het rijke aanbod van activiteiten gedurende drie volle maanden, maar wil in de eerste plaats een aantal interessante deelaspecten behandelen. Hiermee wil ‘Vlaanderen’ zijn bijdrage leveren tot dit groot cultureel feest, dat Oostenrijk ons aanbiedt.
Bij de voorbereiding van Europalia dacht men aan een expositie over de Biedemeierstijl, een zeer belangrijke fase van de Europese interieurkunst. Het tentoonstellingsproject vond echter geen doorgang. In het eerste artikel belicht Dr. Parenzan uit Wenen deze Biedemeierstijl en plaatst deze boeiende fase uit de meubel- en interieurkunst binnen de cultuur-historische context van Oostenrijk rond 1830.
Dat Oostenrijk en vooral Wenen voor velen synoniem zijn met muziek, is overbekend. Binnen het Europaliaprogramma krijgt de muziek dan ook ruime aandacht. Prof.-Emeritus Jules van Ackere belicht drie belangrijke componisten van deze eeuw: Mahler, Berg en Wolf.
In Europees perspectief bezit de Oostenrijkse literatuur geen centrale positie. In plaats van een opsomming te geven van tientallen auteurs opteerde Edmond Ottevaere ervoor om drie werken van invloedrijke Oostenrijkse schrijvers te bespreken: Frans Innerhofer, Jozef Winkler en Anna Mitgutsch.
Aansluitend bij dit literatuurgedeelte legt Paul Servaes een accent op de vriendschapsrelatie tussen de fransschrijvende Vlaamse dichter Emile Verhaeren en de Weense auteur en pacifist Stefan Zweig. En dat verder in dit nummer ook de poëzie uit Oostenrijk niet vergeten werd, wordt bewezen door de rubriek ‘Transit’ die voor de gelegenheid fel werd uitgebreid met gedichten van Oostenrijkse auteurs in Nederlandse vertaling.
Wenen was rond de eeuwwisseling één van de vooraanstaande culturele hoofdsteden in Europa, met een duidelijke artistieke vernieuwingskracht. Door twee recente prestigieuse tentoonstellingen ‘Traum und Wirklichkeit’ (Wenen, 1985) en ‘Vienne 1880-1958 / Naissance d'un Siècle’ (Parijs, 1986) kwam het groot internationaal publiek reeds in contact met de grote betekenis van deze metropool in de Europese kunstontwikkeling.
Europalia '87 legt een accent op het werk van de kunstenaars Klimt, Schiele en Kokoschka. De vernieuwing op het vlak van de toegepaste kunsten wordt geïllustreerd met een overzicht van de Wiener Werkstätte. Norbert Poulain geeft in ‘Vlaanderen’ een overzicht van de invloed van Wenen in België. Vooral na een bloeiende Art-Nouveau-fase richtten veel kunstenaars en vooral architecten hun ogen naar de ontwikkelingen in de Oostenrijkse hoofdstad.
Rond de eeuwwisseling heeft Oostenrijk niet enkel belangrijke beeldende kunstenaars en componisten voortgebracht, maar ook een aantal architecten van internationaal formaat. Otto Wagner, Jozef Hoffmann en Adolf Loos behoren tot de spilfiguren van de 19de-eeuwse architectuurgeschiedenis. Eén van de hoogtepunten van de Wiener Sezzesion-architectuur is het Palais Stoclet in Brussel van architect Hoffmann. Na 1945 is de Weense architect en beeldend kunstenaar Hans Hollein ongetwijfeld de meest markante figuur. Katrien Vandermarliere bespreekt het oeuvre van deze internationaal zeer gewaardeerde architect.
Binnen het gehele Europalia-opzet krijgt ook de hedendaagse kunst haar plaats. De Rainer-retrospectieve in Brussel en het overzicht van de actuele Oostenrijkse produktie in Gent zijn de twee luiken van dit deelaspect. ‘Vlaanderen’ publiceert een kort artikel van Jan Hoet, waarin hij het werk van Oswald Oberhuber situeert. Aan deze figuur wordt in Gent extra aandacht besteed.
Zoals de lezer merkt werd bij het samenstellen van dit ‘Oostenrijknummer’ getracht facetten te belichten die binnen het officieel programma van Europalia '87 Oostenrijk niet of in geringe mate aan bod komen. Daardoor vormt dit themanummer van ‘Vlaanderen’ een waardevolle bijdrage in de belangstelling die Oostenrijk in de komende maanden in ons land geniet.
Marc Dubois
Samensteller