[nummer 217]
Voorwoord
Dit najaar zijn de Europalia-feesten aan Oostenrijk gewijd. Voor de eerste maal een land dat geen deel uitmaakt van de Europese Economische Gemeenschap. Maar wellicht bezit Oostenrijk een belangrijker Europese roeping dan de lidstaten van deze Gemeenschap.
De wieg van deze Europese roeping van Oostenrijk staat in Vlaanderen: het huwelijk van Maria van Boergondië met Maximiliaan van Oostenrijk dat in augustus 1477 onder grote geestdrift te Gent werd gevierd. Dit huwelijk heeft belet dat de zuidelijke Nederlanden na de dood van Karel de Stoute
Affiche voor ‘Europalia '87 - Oostenrijk’. Ontwerp van Hundertwasser.
door Frankrijk genaast werden en het lot van Boergondië zouden delen. Ook in de achttiende eeuw zouden de Oostenrijkse Habsburgers de laatste dam van de zuidelijke Nederlanden tegen de verovering door het Jacobijnse Frankrijk uitmaken.
In 1500 werd Karel V te Gent geboren, de Habsburger die aan de Nederlanden hun eerste politieke gestalte gaf. Onder de regering van zijn zoon Filips II zouden de Nederlanden in de tweede helft van de zestiende eeuw helaas een onherroepelijke scheuring en scheiding kennen.
Het mag dan ook een gelukkig toeval heten dat Europalia-Spanje, een weergaloos feest, twee jaar later door Europalia-Oostenrijk wordt gevolgd. De Habsburgse dynastie is immers de enige die er in tegenstelling tot het centraliserende Frankrijk en Pruisen naar streefde een multi-nationale staat tot stand te brengen. Dit grote streven is ingevolge de eerste wereldoorlog mislukt; het gevolg was een tweede wereldoorlog. In Versailles had men niet het Habsburgse Rijk moeten ontmantelen, maar de Pruisische machts- en gebiedshonger moeten breidelen. Sedertdien beseft Europa dat het zijn hegemonie voorgoed heeft kwijt gespeeld en streeft het opnieuw naar een multi-nationale Europese eenheid!
Daarom is het goed dat het gezaghebbende en stijlvolle tijdschrift Vlaanderen een speciaal nummer aan Europalia-Oostenrijk wijdt.
Want dit land is in de negentiende eeuw niet alleen een voorafbeelding van een Europese multi-nationale staat geweest, maar heeft ook rond de eeuwwende de grondslagen van hedendaagse kunst en denken gelegd; inzonderheid zijn de muziek, de architectuur, de filosofie en de economie van vandaag niet denkbaar zonder de Oostenrijkse baanbrekers van het eerste kwart dezer eeuw.
Vernoemen wij slechts de componisten Schönberg en Webern, de architecten Hoffmann en Wagner, de wijsgeren Husserl en Wittgenstein, de economen Schumpeter en Menger. En dan gewagen wij nog niet van Sigmund Freud, Karl Popper, Rainer Maria Rilke...
Uiteraard kan deze geestelijke rijkdom onmogelijk in één nummer van een tijdschrift worden weerkaatst. Maar het tijdschrift Vlaanderen levert een belangrijke bijdrage die zijn vele lezers er toe zal aanzetten in de herfst van dit jaar nader kennis te maken met een groot verleden en hoopvol heden van een echte Europese natie.
P. Vandenbussche
Commissaris-generaal Europalia Oostenrijk