Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 35
(1986)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuw werk poëzie & proza• Marc Boey,De Geus, uitg. De Nederlanden, Antwerpen, 1984, 130 × 200 mm, 134 blz. gen. 320 fr. (bestellingen kunnen aan de auteur gericht worden: Witte Molenstraat 98, 8200 Brugge). - Met de roman ‘De Geus’ van Marc Boey treedt de lezer vooral binnen in het landelijk dorpsleven van na de eerste wereldoorlog en wordt de levensgeschiedenis van ‘schoolmeester’ - boer Jan Verdonck geschetst. En deze loopt tot even na de tweede wereldoorlog. Genoeg om in de epische laatste bladzijden van dit boek de aangrijpende anarchie en het wangedrag van de verwarring scherp aan te voelen. Heel vlot geschreven in een ontspannen en summiere benadering van de ontwikkeling van het lot in het leven van Boer Verdonck, lijkt mij vooral de oorlog en de daaropvolgende repressie, de kern van het verhaal te vormen. Vooral vanuit de laatste 20 bladzijden wordt de figuur van de boer- schoolmeester indringend en tot zijn volle waarde ontbolsterd. De ‘geus’ zoals hij wordt genoemd, wordt helemaal uitgehold door de gedegen waarheid van een leven dat gewijd was, aan de hoogste morele levenswaarden: als trouw, mildheid, altruïsme, aanvaarding en beginselvastheid. Hiermee schetst de auteur een aantal waarden, die de standaard van zijn leven zijn gebleven, doordrenkt door de authentische liefde voor een Vlaamse overtuiging van het karakter der idealisten. Over het leven van de hoofdfiguur hangt bijna onafgebroken het noodlot, maar bitterheid wordt nergens gevoed. Dit is de adel van deze roman, die nogmaals herhaald, op een schetsmatige doch zeer gevoelige toon de ware sfeer van de eerste naoorlogse repressie weergeeft. Met de verdiende bekroning voor de auteur: door de Snellaertprijs 1985. G.F. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Karel Debrabandere,Waarom Daarom, in eigen beheer (Honingklaverweg 22, 8460 Koksijde), geïll. met kleurenreprodukties, 160 × 250 mm, 64 blz., geb. 450 fr. Ook verkrijgbaar bij drukkerij Lannoo - Tielt. - In een luxueuze uitgave met opgeplakte illustraties uit het plastisch werk van de auteur zelf, geeft de auteur in zijn dichtbundel ‘Waarom Daarom’, de actualisatie van zijn ervaringen rond de dood van de geliefde. Zoals alle ander voorgaand werk en ook zijn schilderijen is de thematiek het menselijk leven tegenover het beeld van zijn God en de Heer Jezus. Het gaat hier dan ook om uitsluitend godsdienstig werk, dat onafgebroken geïnspireerd lijkt op de psalmen en de inhoud van bijbel en evangelie. De mystieke verworvenheid van deze beschouwende ziel is van aanhef tot slot voortdurend aanwezig in deze meditatieve en vaak louter beschouwende gedichten. Bij wijlen heeft hij een prachtige 19de-eeuwse taal achter de hand in lange vloeiende alexandrijnen, die ook al eens blijven hangen in archaïsche vormen. Beeldspraak is meestal geïnspireerd op theologie en woorden van de Heer, en de expressie van gevoelig filosofische inslag. De mystieke beschouwingen, die uiteraard abstracte begrippen aanbrengen, maken op de duur de lezing wat eentonig. Maar daar waar de dichter de natuur aanwendt voor de diepere zegging rond het leven, komen de gedichten ook het levendigst en het meest aanspreekbaar naar voor. Voor de beschouwende en de biddende naturen een aanbevolen werk. G.F. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Frans Deschoemaeker,De Onderhuidse Lach van de Landjonker, uitg. Lannoo - Tielt, reeks ‘De Golfbreker’, 1985, 140 × 225 mm, 40 blz., gen., 350 fr. - F. Deschoemaeker voorstellen met zijn bekroonde bundel (Provinciale Poëzieprijs W.Vl. 1983) is de hand drukken van de Landjonker. Tussen de kleinen leenroerig leven en zich de allure aanmeten van een Dionysius, die woont en leeft in de schilderijen van de 16de-eeuwse schilder P.C. Broodbuydel. Langs de hem eigen barokke warmbloedige taal, is hij thuis in dit weelderig koloriet van uitbundig zwaaiend leven tussen koestal en jachtslot. Hij is er: Een die brandewijn verkiest / tegen de lijklucht van de lente, / tegen de wurggreep van de nacht (p. 12), maar evenzeer: Vanavond zadelt hij zich op met Grote Gedachten en gevoelens; (p. 24), of: Hij moet goed gek zijn. En wat barok. Zoals hij Poëzie met hoofdletter schrijft (p. 25). En wij kunnen kort zijn: hij schrijft beslist poëzie met een hoofdletter. Een bundel die in het tweede deel rijk gestoffeerd is en indringende taferelen weet neer te zetten, maar bijzonder goed thuis op de ‘Fêtes galantes’. Een weiland - Wannegem-Lede en Les dames de la mer - spreken mij ongewild aan. Maar gelijk welke andere lezer zal evenzeer door andere bekoord worden. Beslist werk van hoog niveau, waar fervente naturen erg gelukkig mee zullen zijn. G.F. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Rik Huys,De stijl van de gevels, Yang-reeks, Yang (Kortrijksestraat 74, 8710 Heule), 1985, 160 × 240, 42 blz., gelijmd. - In de laatste jaren is R. Huys als dichter respectabel produktief geworden. Hij heeft dus hiertoe de tijd genomen om rustig, rijp en relativerend, ook in zijn poëzie, de zuivere waarden te benaderen. Hij leidt de lezer zelf in bij de inhoud van deze bundel op p. 31: Stappend zoek ik in de stijl van de gevels / het nieuw ikonengelaat van een diep vertrouwen. De bundel is onderverdeeld in drie cycli: Op de drempel - Beklemmingen - Verhevigd leven. Op de drempel is een polyvalente noemer voor gedichten die herinnering, balans en toekomst als onderwerp hebben. Gevoelige neerslag van heimwee, levenservaring, glimlach en pijn. De dichter ontleedt zijn gevoelens: Dit huis is een structuur van wachten / iedere deur begin of einde van verlangen (p. 8). En terwijl hij repeteert uit het verleden, hij belijdt en juist dat geeft aan zijn ontboezemingen een diepere dimensie: Voelen wij nog schending, schade niet meer. Wij zijn louter mensen voortaan. (p. 16). In Beklemmingen hanteert hij zelfs ongenadig de vlijm, blijft scherpe waarnemer, verbindt computer met vredeskansen. In verzen als: De weelde houdt de honger achter de hand getuigt hij van levenswijsheid en het gedicht ‘wachten’ reveleert de wijsgeer in hem. Met het derde luik: Verhevigd leven trekt hij weer alle registers open, geeft nog eens toe aan het bruisend leven, tot in zijn taalexpressie hartstochtelijk aanwezig. Het dito gedicht bij deze titel is er een goede illustratie van. Rik Huys schreef hiermee een goede bundel die wil bijdragen tot de handreiking van blijvende levenswaarden en tot het getuigenis hiervan. G.F. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Lieve en Rom Duprez,Kennismaken met Anton van Wilderode, uitg. Nevelland-Evergem, 335 blz., potloodtekening van Renaat Bosschaert op de kaft, 335 blz., gen. 500 fr. - Naast de bioscopie in ‘Van moerbeiboom tot overoever’ van Lieven Rens en het huldenummer 196-197 van het tijdschrift ‘Vlaanderen’, hebben zijn vrienden en bewonderaars naar aanleiding van een diamontage over de mens en de kunstenaar, dit uitgebreide bijna intieme boek over de dichter Anton van Wilderode bijeengebracht aan de hand van een hele rist grage en spontane medewerkers en een zestigtal gesprekken met de auteurs van dit boek. Zoals de samenstellers zelf in de inleiding aangeven, gaat dit boek om alle wetenschappers en essayisten heen, voor een sympathiek vertrouwd omgaan van mens tot mens. En dit in een anekdotische, leesbare taal. Het hoofdstuk ‘een geheel leven’ is een boeiend hartig levensverhaal, waarin je bijna ontvangen wordt in het bekende huis van de huisschilder die verfwaren verkoopt en van jaar tot jaar de familiegeschiedenis meemaakt. De jaren naar het priesterschap toe, zijn jeugdvrienden, de omstandigheden rond de eerste publikaties en bekroningen, de dood van vader, de hogeschool, het leraren te St.-Niklaas, de reizen en de collega's, het schuift allemaal als decor voorbij waarin de enorme produktiviteit op vele terreinen in herinnering wordt gebracht. En doorheen dit rijke bestaan de onwrikbare Vlaming, die hij onverbloemd en met fierheid uitgesproken is gebleven. Meteen is het hele werk schier op elke bladzijde verlucht met even sprekende foto's, die het geheel zeer luchtig maken. Volgen in afzonderlijke kapittels bijdragen over zijn belijdende poëzie, de evolutie in zijn werk, de dichter als vertaler, de muzikaliteit in zijn dichtwerk, de spreker, voordrachtgever, de scenarioschrijver, de Vlaams-nationalist, de reiziger naar de klassieke culturen, zijn bescheidenheid en zijn levensgeluk. Alle authentische bijdragen, die het rijkgeschakeerde spectrum van het creatief cultureel leven van de dichter op een gemoedelijke wijze vertolken. In uitgebreide bijlagen volgen naast de vele officiële toespraken bij huldigingen en het wederwoord van de gevierde, nog de novelle ‘Vlaanderen voor Umbrië’ (verschenen in de Autotoerist nr. 9) - een homilie bij het grafmonument van Stijn Streuvels - boodschappen, open brieven en manifesten voor amnestie. Dit al- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
les ruim gelardeerd met handschriften en vele onder zijn fijnste gedichten. Een boek dat de dichter wellicht het meest plezier doet, juist omdat het allereerst en het liefst circuleert onder zijn ontelbare vrienden, die zijn bescheidenheid als kleinood meedragen. Maar beslist een aanduiding voor wie grondig en volledig werk en wezen van de priester-dichter ook wetenschappelijk wil benaderen of een bibliografische studie wil maken. Te bestellen bij Lieve en Rom Duprez, Droogte, 76, - 9050 Evergem tegen de prijs van 500 fr. - tel. 091/57.30.56. G.F. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Lexicon van Westvlaamse Schrijvers,deel 3, uitg. Vereniging van Westvlaamse Schrijvers v.z.w., Weidestraat 11, 8100 Torhout, 1986, inleiding van André Demedts, 155 × 220 mm, 108 blz., genaaid, 300 fr. (rek. nr. 712-1201000-29 van VWS, Torhout). - Bij de Vereniging van Westvlaamse Schrijvers vzw en met de steun van de Provincie West-Vlaanderen verscheen in 1984 deel 1, in 1985 deel 2 en zopas deel 3 van het Lexicon van Westvlaamse Schrijvers. Het boek bevat 600 biobibliografische schetsen, in alfabetische volgorde, over bekende en minder bekende Westvlaamse schrijvers van alle tijden. De bekende letterkundige uit Kortrijk André Demedts schreef de inleiding: Westvlaamse literaire tijdschriften 1805-1940. Hij haalt op een boeiende en complete wijze alle literaire periodieken (ook van Frans-Vlaanderen) vanaf de rederijkers (Tyd-Verdryf, 1805) tot De Vlag (1937) vanonder het stof. De redactie van dit uniek en belangrijk naslagwerk bestaat uit: F. Bonneure, J. Schepens, R. Seys, J. van der Hoeven en M. Vanslembrouck. Ook de boekdelen 1 en 2 zijn nog te verkrijgen à 300 fr. per exemplaar. VWS presenteert ook twee nieuwe Cahiers (reeds 115 afleveringen): M. Vanslembrouck over Tieltenaar Victor Vervloet ‘Vanuit de christelijke overtuiging’ en H. Carette over André Claeys. Een jaarabonnement kost 350 fr. voor 6 nummers. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Maurice De Wilde,De Kollaboratie, uitg. De Nederlandsche Boekhandel (Kapelsestraat 222, 2080 Kapellen), 1985, reeks ‘België in de Tweede Wereldoorlog’ deel 5, meer dan 100 illustr. 290 × 215 mm, 124 blz., gen. 450 fr. - Dit is Deel 1 van de vijfde aflevering in de reeks ‘België in de Tweede Wereldoorlog’, door Maurice De Wilde niet zonder ruime weerklank verzorgd voor de Vlaamse Televisie, bijgestaan door Etienne Verhoeyen en Ivo Driesen. Met een schat van onuitgegeven foto's (medewerking Rémonde Panis), een héél nuttige lijst van afkortingen uit de betrokken periode, zowel Duitse als Nederlandse (resp. Vlaamsche), en natuurlijk de snedige, ergens ook controversiële toelichtingen van De Wilde op de diverse graden van collaboratie onder de Duitse bezetting. Een en ander vormt de neerslag plus commentaar rond een indrukwekkende reeks gesprekken met overlevenden die destijds een rol van betekenis hebben gespeeld. Meer speciaal is ingegaan op (in die volgorde) De Verdachten, Belgen tegen wil en dank, het Verdinaso, het VNV (Vlaamsch Nationaal Verbond) en de Algemene SS-Vlaanderen. dv. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Jos Philippen,Kluis en kapel op de Bolderberg. Geschiedenis en legende, uitg. Atlanta (Dietsebaan 27) Schaffen (rek. nr. 452-9167191-26), 1985, zw. - w. illustr., 182 × 190 mm, 45 blz., gen. 520 fr. (verschenen op 250 genummerde en gesigneerde exemplaren met op de kaft een 4-kleurendruk reproduktie van een werk van J. Quintens). - Kluis en kapel op de Bolderberg (gemeente Zolder) zijn eigendom van de plaatselijke kasteelheer van Vogelsanck. Auteur Jos Philippen uit Diest is met beide verbonden door de figuur van zijn grootoom, E.H. Polydoor Daniels. Die was bijna 30 jaar aalmoezenier van Vogelsanck en publiceerde in 1880 een bijdrage over Bolderberg en zijne kluis. Het boekje van J. Philippen herneemt de bevindingen van P. Daniels en de aanvullingen daarop door C. Vanderstraeten (1943). Eigen onderzoek moest noodzakelijker wijze tot de parochiale registers en de burgerlijke stand beperkt worden, omdat het huisarchief van Vogelsanck ontoegankelijk bleef. Het is een royale genummerde uitgave op kunstdrukpapier en met fraaie illustraties verlucht. In de verzorgde tekst hebben wij slechts enkele kleine onnauwkeurigheden ontdekt. Op p. 17 worden heerlijkheid en gemeente verward en de politiek van Jozef II (p. 20) had geen invloed op het prinsbisdom Luik, vermits dat niet tot de Oostenrijkse Nederlanden behoorde. T.C. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Reinaert De Vos,Hertaald door Clement Vermaere, uitg. Davidsfonds-Leuven, 1985, tekeningen van Gustave van de Woestijne, 160 × 250 mm, geb. 515 fr. - Reinaart de Vos is nog steeds springlevend. In 1978 werd de reeds lange reeks bewerkingen van ons Middelnederlands dierenepos aangevuld met een hertaling van Karel Jonckheere en een berijming van Bert Decorte, zelf twee gerenommeerde dichters. Nu verscheen een nieuwe hertaling door Clement Vermaere (1919-1983), gewezen gemeentesecretaris van Sinaai, aan wie het vertaalwerk vreugde verschafte in zijn vrije uren. Het lag niet in zijn bedoeling een filologisch-nauwkeurige vertaling te brengen, wel een voor iedereen leesbare bewerking. Hij interpreteert de originele tekst, maar wordt hem nergens ‘ontrouw’, schrijft Anton van Wilderode in het Ten geleide. Dat is inderdaad zo. Clement Vermaere heeft aan zijn hertaling een persoonlijke stempel gegeven. Op de proloog na gebruikt hij korte berijmde versregels van overwegend vijf of zes lettergrepen. Oudere woorden worden wel eens door meer actuele vervangen, zonder hun ironisch karakter te verliezen. De auteur heeft wellicht heelwat binnenpretjes beleefd bij zijn vertaling, maar ook de lezer zal deze uitgave met plezier ter hand nemen. Het is de verdienste van Vermaere het dierenepos weer voor een ruim publiek toegankelijk te hebben gemaakt. Het esthetisch genot wordt nog verhoogd door de prachtige uitgave in mooie linnen band, groot lettertype en de verrukkelijke, originele en sfeervolle tekeningen van Gustave van de Woestijne. Een uitgave die het Davidsfonds tot eer strekt. (rvdp) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Hubert Van Herreweghen & Willy SpillebeenDingen die niet overgaan, uitg. Davidsfonds-Leuven, 1985, 165 × 250 mm, 216 blz., geb. 475 fr. - Aan bloemlezingen is er blijkbaar nog geen tekort. H. van Herreweghen en W. Spillebeen, die nu al geruime tijd de jaarlijkse keuze uit de literaire tijdschriften maken, hebben op hun beurt een mooi verzorgde bloemlezing samengesteld uit veertig jaar poëzie uit Vlaanderen en Nederland. De titel is ontleend aan een vers van J.W.F. Werumeus Buning en verraadt duidelijk de bedoeling van de auteurs, nl. een keuze te brengen van gedichten die in hun ogen kans hebben om te blijven, los van de bestaande stromingen of modes die in het verkende tijdvak (1945-1985) hebben geheerst. Hun keuze bleef noodgedwongen beperkt tot een 200-tal gedichten, die zowat honderd dichters vertegenwoordigen, steunend op een voorbeeldig evenwicht tussen Noord en Zuid, wat betekent dat Vlaanderen wel erg goed aan bod komt. Het is zo dat de meeste nu reeds klassiek geworden gedichten uit de tweede helft van deze eeuw aanwezig zijn. Van de andere kant draagt de keuze een sterk persoonlijke stempel. De lezer werd in de ‘Kennismaking’ gewaarschuwd. Hij vindt geen representatieve staalkaart van namen of stromingen, wel gedichten die beantwoorden aan de norm van de authenticiteit: ‘waar het menselijk getuigenis in woorden wordt gedanst, zitten wij geboeid te kijken en te luisteren naar een zang, een boodschap, een blijdschap van een andere orde’. Dat heeft tot gevolg dat een aantal namen ontbreken. Van Vlaamse zijde is er weinig terug te vinden van de zogenaamde taalgerichte poëzie of zijn er nauwelijks sporen van het nieuw-realisme. De bloemlezers bleven trouw aan hun opzet en uitgangspunt en brengen op die wijze een aanvulling en een correctie bij de meeste gelijkaardige uitgaven, die tijdens de laatste jaren verschenen en de balans wel eens in een andere richting deden overhellen. Naast het feit dat ze een aantal werkelijk mooie en mogelijks ‘blijvende’ gedichten hebben verzameld, is dat hun grote verdienste. (rvdp) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Klaverendrie,Uitg. Leuvense Schrijversaktie (Blijde-Inkomststr. 9) 3000 Leuven, Leuvense cahiers nr. 52, 1985, 140 × 210, 110 blz., genaaid. - Het poëzietijdschrift Klaverendrie (1937-1948), sinds 1943 Klaverdrie, dat destijds een ‘poëzie uit en voor het leven’ beoogde, heeft een grotere betekenis gehad dan op het eerste gezicht zou blijken. Stichters en bezielers waren Marcel Coole, Johan Daisne en Luc van Brabant. In 1943 werd de plaats van Coole ingenomen door de Nederlander Pierre H. Dubois, ofschoon Coole een vaste medewerker bleef. In deze ‘terugblik’ schetst Coole het ontstaan van het tijdschrift. P.H. Dubois evoceert ‘een moment uit de geschiedenis van Klaverdrie’, met name de polemiek tussen hem en Daisne over hun beider poëzieopvatting. ‘Grazend in Klaver(en)drie’ brengt Eugène van Itterbeek een kritische evaluatie, die nog geïllustreerd wordt met een bloemlezing, samengesteld door Jos Stroobants. Hieruit - en ook uit de lijst van de medewerkers - blijkt dat heelwat belangrijke dichters uit Noord en Zuid in Klaverdrie gepubliceerd hebben, o.a. P.G. Buckinx, B. Decorte, K. Jonckheere, J. Vercammen, R. Verbeeck voor Vlaanderen, B. Aafjes, J.C. Bloem (met ‘Aanvaarding’), Han G. Hoekstra (met ‘De ceder’) en Ed Hoornik voor Nederland. Nog verlucht met enkele documenten, levert dit boekje een interessante bijdrage tot een stuk geschiedenis van de Vlaamse poëzie. (rvdp) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• André Demedts,Veertien-achttien, uitg. Reinaert-Uitgaven - Het Volk (Forelstraat 22) 9000 Gent, 1985, 135 × 210 mm, 189 blz., gen., 475 fr. - De nieuwe roman van André Demedts overspant de periode van bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, juni 1914, tot de eerste naoorlogse verkiezingen in 1919. Een hele reeks hoofdstukjes leggen samen het mozaïek van de als een soort kroniek behandelde periode. Sinds De eer van ons volk is dat voor André Demedts een geliefkoosde verhaaltechniek, die hem toelaat het gebeuren afwisselend te belichten op verschillende niveaus en vlakken. Elsrode is andermaal het exemplarische dorp van waaruit de gebeurtenissen zich concentrisch verruimen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op het officiële vlak maken we o.m. de Duitse inval mee, de werking van de Vlaamse activisten, de oprichting van Jong-Vlaanderen en van de Raad van Vlaanderen, het bevrijdingsoffensief, de wapenstilstand en de repressie. Te Elsrode reageren de notabelen afwachtend en verschillend op de feiten en volgen met gemengde gevoelens de ontwikkeling van het activisme. Ook de ‘kleinen’ voeren hun strijd. Hier worden ze vertegenwoordigd door de opstandige, opgeëiste seizoenarbeider Arie Vandaele en zijn duldzame vrouw Irma, symbool van de uitgebuite en onrechtvaardig behandelde volksmens, die alleen maar streeft naar een eenvoudig geluk. De bindende figuur - geleidelijk hoofdfiguur - doorheen de snelle opeenvolging van hoofdstukjes is Herman Van Aarsle, oudste zoon van de humane en Vlaamsvoelende dokter Ferdinand van Aarsle. Herman, die zopas zijn retorica beëindigd heeft, biedt zich met zijn vriend Raf Marleyn, als vrijwilliger aan. Aan het front wordt hij geconfronteerd met de wantoestanden en de schrijnende vernederingen die de Vlaamse soldaten ondergaan. In hem groeit het bewustzijn dat alle vormen van verdrukking moeten verdwijnen, zowel op politiek, economisch, sociaal als cultureel vlak. Hij volgt van nabij de ontwikkeling van de Frontbeweging en na de oorlog zal hij rechten studeren om later een politieke rol te spelen, ten bate van de verdere ontvoogding van het Vlaamse volk. Bij de eerste verkiezingen wordt hij trouwens reeds op de lijst van de Frontpartij geplaatst. De idee van het zelfbeschikkingsrecht der volkeren over het algemeen en van Vlaanderen in het bijzonder, loopt als een rode draad door de roman. De wat zwaarmoedige, maar idealistische Herman Van Aarsle, hierbij gesteund door zijn vader, aalmoezenier Verleye en andere flaminganten, is er de belichaming van. Gesterkt door de feiten en de omstandigheden, verloopt Hermans innerlijke evolutie langs lijnen van geleidelijkheid. Hij leert klaar zien in wat van hem wordt verwacht. Het is André Demedts in de eerste plaats te doen geweest om een bezield en bezielend, goed gedocumenteerd verslag over een belangrijke fase in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Veertien-achttien bewijst nogmaals dat bij hem als schrijver het getuigenis is gaan primeren op de ‘romanschepping’. Het ligt volkomen in de lijn van zijn evolutie in zijn streven naar ‘geluk voor iedereen’. (rvdp) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Luk Marchand,Liefde in 't wit, in eigen beheer (Koolskampstraat 22D, 8840 Hooglede-Gits), 70 × 220 mm, 47 blz., gen., 120 fr. - Deze novelle brengt ons het verhaal van Tom, een jonge man, die op vakantie in Ierland, zwaar ten val komt en er gehospitaliseerd wordt. Genadeloos en op indringende wijze beschrijft Marchand het trieste lot van een patiënt, die meer nog dan met zijn eigen fysiek lijden, geconfronteerd wordt met een schrijnend gebrek aan medemenselijkheid in het ziekenhuis. Hij is er een nummer, een broodwinning, een object van routineverzorging, die er vluchtig en met voorgewende charme door de behandelende geneesheer en personeel benadert wordt of... liefde in 't wit, zoals de auteur het noemt. Volgens Luk Marchand moeten mensen die écht lijden ook met échte naastenliefde omringd worden. Zo ook Georges, Toms kamergenoot, wiens leven terminaal, zinloos en pijnlijk gerekt wordt. Marchand stoot hierbij onontkoombaar op het probleem van de euthanasie en stelt gedurfd dat in bepaalde gevallen de ethiek van de lijdende mens voorrang heeft op die van de arts. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Luk Marchand,Met een handicap leer je leven, uitg. in eigen beheer (Koolskampstr. 22D, 8840 Hooglede-Gits), 90 × 210 mm, 55 blz., gen., 150 fr. - De auteur die zelf na een zwaar verkeersongeval gehandicapt bleeft, weet waarover hij spreekt in dit boek. Het is een aangrijpende, eerlijke zelfanalyse geworden, ontwapenend realistisch, bijna een desacralisatie van de gehandicapte. Een van een zeldzame maturiteit getuigende analyse van een maatschappij waar mensen niet a priori belangrijk zijn, en waar het welzijn (waardering om wat je bent) slachtoffer wordt van de welvaart (waardering om wat je presteert, produceert, consumeert, ...). Een smekende oproep tot mentaliteitsverandering bij de gehandicapten zelf. Een opkomen voor de natuurlijkste zaak ter wereld: het recht op een eigen intimiteit en sexualiteit. Filosofische achtergronden bij een integratie in twee richtingen... En door dit alles heen de inspirerende stem van iemand die wéét waar hij aan toe is, die zijn mogelijkheden kent, en deze optimaal wil uitbouwen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Luk Marchand,Figuranten in een schaduwspel, uitg. in eigen beheer (Koolskampstraat 22D, 8440 Hooglede-Gits), 100 × 220 mm, 63 blz., gen., 180 fr. - De plot van het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de woelige jaren '30. Tuur is de hoofdspelerverteller die zijn herinneringen de vrije loop laat en ze tot de verbeelding laat spreken. Zijn verhaal behelst de intriges van zijn gezin in bezettingstijd. Het is een leven vol van tragische maar niet altijd ongelukkige momenten. Hij was een kloosterling en dus in een sterk gelovig en religieus midden opgevoed. Ondanks al het gruwelijke en de miserie van die tijd is hij door het heilig geloof gesterkt, kan hij veel verwerken en is geen radeloze bitterheid in zijn stem te bespeuren. Wel vindt hij het hele toneel een treurig en onmenselijk schouwspel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Boeken over kunst• Monografie Frans Pincé,uitg. Lannoo, Tielt en Danthe, Sint-Niklaas, 1985, 49 kleurenrepr. en tientallen zw.-w. ill., 160 blz., geb., 1.600 fr. Te bestellen: Mej. J. Pincé, G. Gezellelaan 10, 2700 Sint-Niklaas. - De samenstelling van dit boek berustte in handen van Mej. Josée Pincé. Zij heeft een beroep gedaan op verscheidene auteurs om al de artistieke facetten van haar broer Frans Pincé (1912-1984) te belichten. Na een woord vooraf door Paul De Vidts, burgemeester te Sint-Niklaas, volgt een inleiding door Roger Geerts, die ook verantwoordelijk tekent voor ‘Het vroegere schilderwerk’. René Turkry heeft ‘Het latere schilderwerk’ voor zijn rekening genomen. Frans Pincé wordt literair begeleid door Anton van Wilderode in twee teksten: ‘De reiziger’ en ‘De stad zonder mensen’. De tekeningen worden onder de loupe genomen door Daan Antuenis en de beeldhouwwerken door Daan De Smet, die bovendien instond voor ‘Het afscheid’. Jo Daems belicht Frans Pincé als ‘filmer van schoonheid’. De coördinatie werd toevertrouwd aan Jan Buytaert, en de grafische vormgeving werd verzorgd door Geert Verstaen. Dit rijkelijk geïllustreerd en weelderig uitgegeven werk is in wezen een heel mooi boek geworden. Het draagt bovendien de sporen van piëteit en vriendschap. En dit moet niet noodzakelijk als een negatief aspect worden beschouwd. Want alle auteurs hebben een ernstige poging ondernomen om de veelzijdige Frans Pincé op het artistieke vlak eerlijk in te schatten. R.G. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Marc Van Gysegem & Lode De VisscherToon Bogaert 50 jaar, uitg. EMKA-Kruishoutem, 1985, ca. 30 kleur- en 150 zw.-w. illustr., 220 × 260 mm, 118 blz., geb., 1750 fr. - Het soort werk dat nogal eens een of ander kunstenaar van te lande in het zonnetje wil zetten, maar in dit geval uiterst keurig uitgegeven (lay-out Robert Verzelen), met een viertal bijdragen die duidelijk maken dat de Wetterse kunstschilder en etser Toon Bogaert de hem gebrachte hulde ook werkelijk verdient. Dat gebeurt op deskundige manier, o.m. zoniet vooral door de directeur van de Wetterse Academie Marc Van Gysegem, die vooral Bogaert als leraar ‘Levend Model’ en ‘Vrije Kunsten’ belicht. Letterkundige Lode De Visscher (Karel Uyttendaele) gaat uitvoeriger in op dimensie en verscheidenheid van Bogaerts kunstenaarschap: vaardig tekenaar, subtiel palet, uiterst vaardig etser, omvangrijk, ook af en toe religieus bewogen oeuvre. In het boek is ook een reeds anno 1975 verschenen bijdrage opgenomen van Ignace De Kesel over Bogaerts map ‘Gentse Steegjes’. Het geheel is passend ingeleid door cultuurschepen A.M. De Moor. Een genietbaar kijk- en leesboek. dv | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vlaamse discotheek• Puer Natus,uitg. Davidsfonds - Leuven, 1985, Eufoda 1103, uitvoerders ‘Pandora’, hoesontwerp van G. de Maeyer, lp, 495 fr. - De grote verdienste van deze langspeelplaat ligt hierin dat zij een minder gekend kerstrepertoire aan de luisteraar openbaart. De samenstelling omvat een 20-tal nummers uit Renaissance en Vroeg-Barok, zowel van de hand van anoniemen, als van Zuidnederlandse, Duitse, Spaanse en Engelse toondichters. Zang en ensemblespel zijn meer dan voorbeeldig zodat de hoestekst, met haar verwijzing naar ‘levendige interpretatie’, zeker niet te veel beweert; belangstellenden in de Oude Muziek zullen met deze opname (die trouwens ook op technisch vlak voortreffelijk is) kunnen ervaren dat er ook een ‘authentieke’ uitvoeringskunst bestaat die meer betekent dan de ‘wetenschappelijke exposés’ die de luisteraar soms, in naam van de oorspronkelijkheid, voorgeschoteld krijgt. Wel moeten we de melomaan adviseren de korte composities met mate te genieten; deze vroege kerstschoonheid vraagt immers (en terecht!) aandacht. De plaat opleggen en doorspelen doet teveel frisheid verloren gaan... Pandora verdient (met deze aanbeveler!) heel wat beter. C.-A.W. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Beatrijs,Gelezen door Jo Van Eetvelde, uitg. Poketino pvba (Adolf Maxlaan 146) 1000 Brussel, 1985, LP, 575 fr. (eveneens via Davidsfonds-Leuven verkrijgbaar). - De middelnederlandse legende van ‘Beatrijs’, geschreven door een onbekend dichter in de tweede helft van de 13de eeuw, is voldoende bekend en hoeft als dusdanig niet meer voorgesteld te worden. Zij behoorde en behoort nog steeds tot een van de pronkstukken uit onze middeleeuwse literatuur, die generatie na generatie heeft weten te boeien. Ook ver buiten onze grenzen wordt ze beschouwd als een van de beste voorbeelden uit de geestelijke epiek van haar tijd. Onlangs werd ze opnieuw | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot leven gebracht door Jo Van Eetvelde. Deze voordrachtkunstenaar heeft zijn sporen reeds verdiend, o.m. met programma's uit het werk van Ernest Claes. Ook in zijn interpretatie van ‘Beatrijs’ blijft hij trouw aan zichzelf. Hij ‘leest voor’ uit het handschrift op een heldere, bezadigde wijze. Hij neemt aldus de rol over van de middeleeuwse verteller, die met het verhaal van streek tot streek trok om de toehoorders te ontroeren door de oprechtheid van het getuigenis. Jo Van Eetvelde heeft zich nauwkeurig gedocumenteerd en spreekt niet meer het ‘klassieke’ middelnederlands, zoals dit vroeger gebruikelijk was, maar hij probeert het ‘diets’ te benaderen in zijn oorspronkelijkheid, op basis van recent onderzoek. Hij laat in de eerste plaats de tekst zelf tot leven komen. Toch kan de vraag gesteld worden of een afwisseling van stemmen, b.v. in de dialogen, niet méér de dramatische bewogenheid had kunnen bevorderen. Daartegenover staat dan weer dat de functie van de verteller niet meer zo specifiek bewaard bleef. De plaat is alleszins een aanwinst en zal vooral in het M.O. dankbaar onthaald worden. Er is ook een uitvoering in cassette verkrijgbaar. (rvdp) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken• DocumentaDriemaandelijks tds. van het Documentatiecentrum voor Dramatische Kunst, R.U.G., Rozier 44, 9000 Gent; 250 BF (fl. 18) op rek. 290-0012255-54 t.a.v. Documentatiecentrum voor Dramatische Kunst, Gent; los nummer 75 BF. - Jrg. 3 (1985), nr. 3 - Weer een voortreffelijk nummer. Dit driemaandelijks tijdschrift van het Documentatiecentrum voor Dramatische kunst vzw. en van de R.U.G. gaat naar de kern en het wezen van de dramatiek, op een wetenschappelijk verantwoorde manier, zet diagnoses op die dan weer in historisch perspectief worden geplaatst, dat alles zonder polemische inslag. Het zal wel grotendeels liggen aan de samenstelling van de redactie: naast dokter Hugo Coene, Flor Demedts (H.I.V.E.T., Gent), Jozef De Vos (RUG), Luc Lamberechts (KUL en KULAK), Rik Lanckrock, Erna Metdepenninghen en Willem Schrickx (RUG). Metdepenninghen tekent voor een hommage aan Vlaanderens eerste en totnogtoe enige ‘primadonna’: de sopraan Vina Bovy (1900-1983) waaruit we vooral onthouden dat de ‘grote dame van de Gentse operageschiedenis’, die optrad met Gigli, Titi Schipa, Lauri-Volpi, Chaliapin e.a. wereldberoemde zangers, op concerten vaak ‘Ik ken een lied’ zong: hulde aan haar Vlaamse origine. Peter Jonnaert situeert de hedendaagse scenografie in Vlaanderen binnen een ruim toegelichte geschiedkundige context, vertrekkend van het middeleeuws concept (suggestie van plaats en actie) over het théâtre libre van Antoine, het theater van Geirg II van Saksen-Meiningen, het Théâtre d'Art van Paul Fort en Lugné naar de ‘modernisten’ (de Zwitser Appia), naar meer hedendaagse tendensen als die van Stanislavski en Gordon Craig, Copeau, Reinhardt, Meyerhold, Taïroff, Piscator en Brecht, om te stranden in het post-modernisme, dat hoe dan ook geen enkele binding meer onderhoudt met de visuele actualiteit. Of is het ‘Pak'm Stanzi’ van Tillemans een buitenbeentje? Illusie van de realiteit, dan wel allusie op? Tot slot gaat Jozef De Vos accuraat en omstandig in op een moderne Othello-versie, nl. de ‘Hotello, de vloek van 't Huwelijk’ (what's in a name) door theater Controverse in Gent, geregisseerd door Lucas De Bruycker: kleinschalig, overdone, maar zinnig: schrale tekst, maar overtuigende, fysieke acteerstijl. Lezenswaard. dv. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Artistiek Tijdschrift Ambrozijn,een uitgave van de Kulturele Kring Ambrozijn v.z.w., p/a Nieuwstraat 1, 8993 Vleteren, abonnementen: 400 fr. (gewoon), 600 fr. (steun) of 1.000 fr. (met vermelding op de mecenaslijst) op bankrekening 385-0120704-02 met de vermelding ‘Ambrozijn ts. - 6e jg.’. Losse nummers: 150 fr. - 6e jg., nr. 2: Gerhard Verfaillie stortte zich in de media en kwam tevoorschijn met een concerto voor roman, film en toneel. Herman Vanderplaetse verschanste zich in het Westvlaamse Heuvelland met André Sercu's vierde dichtbundel: Westhoek, Oosthoek. Wat de confrontatie van vergezicht en lectuur opleverde, pende hij neer in dit tweede Ambrozijnnummer. Ook ergens te velde zomerde Wim Van Gansbeke. Dirk Clement ontdekte hem. Van Gansbeke en Clement of zeven bladzijden woord en wederwoord over theater waarbij psychologie niet om de hoek komt kijken. Jo Noreille trok naar het festival van Avignon. Dat leverde niet alleen hem een warme zomer en heerlijke theatermomenten op, maar Ambrozijn een prachtige fotoreportage en een vleugje van de nieuwe adem in de theaterwereld. Martina Kaesteker zocht het dichter bij huis en wandelde door de kunsttentoonstellingen en -confrontaties in de Westhoek. Tussen de festivals door vond Piet Chielens tijd om zich af te vragen of Jacky Huys nu echt racist is, maar hij ging daarbij andere vragen omtrent muziekkritiek niet uit de weg. En om de zaak rond te maken, vervoegde Romain Vinckier de kritische Ambrozijners met een verkenningstocht in de filmkritiek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Ons ErfdeelTweemaandelijks Algemeen-Nederlands cultureel tijdschrift; red. Murissonstr. 260, 8530 Rekkem; abonn. 980 fr., rek. nr. 467-4120521-53 t.n.v. Stichting Ons Erfdeel. - 28e jg. nr. 5 (nov.-dec. 1985): Onder de hoofdrubriek: een hele waaier over literatuur: Over Bredero en de aanzet tot een nationale bibliotheek in Vlaanderen. De Nieuwe Gods na honderd jaar. Literair en sociaal engagement in het werk van Walter Vanden Broeck. Een filosofisch stuk over wijkende dingen en groeiend verdriet door Jacques Claes. In de culturele bijdragen: bij de poëzie: Miriam Vanhee, Lut De Block en Jo Gisekin. Nieuwe poëzie van Kees Ouwens. Spillebeens Uylenspiegel en Mozes van Cor Ria Leeman. Bij de plastische kunsten een bijdrage van G. Gyselen over Vlaamse primitieven en Italiaanse renaissance. In het derde luik een uitgebreide reeks aan studiewerk rond de nederlandse taal- en cultuurpolitiek. Nieuwe publicaties en vertalingen. G.F. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Catalogi• Religieuze thematiek in de Belgische kunst, 1875-1985Deze tentoonstelling loopt in de Galerij ASLK in Brussel van 16 jan. tot 23 maart e.k. Deze catalogus telt 240 blz. en behelst 123 kleuren- en 18 zw.-w. illustraties. Om de evolutie van de religieuze, in casu christelijk geïnspireerde thematiek, tijdens de laatste honderd jaar in België duidelijk te stellen, werd bij de organisatie van deze tentoonstelling geopteerd voor een formule waarbij een relatief gezien groot aantal kunstenaars (95) werd opgenomen. Hier ontstond een vrij heterogeen ensemble dat nochtans precies door haar diversiteit tegemoet komt aan vragen zoals: Hebben moderne kunstenaars nog belangstelling voor religieuze kunst en hoe wordt die belangstelling vertaald? In welke thema's en met welke middelen? Is er een binding met de traditie? Enz... Dr. Lydia Schoonbaert, die instond voor de supervisie van de tentoonstelling, schreef voor de catalogus een tekst over religieuze thematiek in de Belgische kunst van 1875 tot heden. J. Zagers en K. Vervaecke zorgden voor een bespreking van groepen die actief waren op het gebied van de religieuze kunst (o.a. het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond en het tijdschrift Vlaanderen). E. Van Itterbeek en Prof. R. Pouilliart zochten naar de raakpunten tussen religieuze literatuur, beeldende kunsten en muziek, respectievelijk voor het nederlandstalig en het franstalig landsgedeelte. Tenslotte vinden we achteraan in de catalogus goede kleurenreprodukties van alle tentoongestelde werken. Een boeiend document, dat een misschien té zeer miskende inspiratiebron voor de moderne kunstenaar in het licht stelt. K.D. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Jan VaertenUitgegeven door het A. Demedtshuis in St.-Baafs-Vijve, 8 blz., 21 × 30 cm, 6 kleuren- en 8 zw.-w. illustraties. In de maand januari kon men daar terecht voor een tentoonstelling van de in 1980 gestorven schilder Jan Vaerten. De catalogus, met bijdragen van Pip Wouters, Jan D'Haese en Bob De Nijs, geeft ons een beeld van de veelzijdigheid van deze ‘denkende’ kunstenaar. Geboeid door literatuur, toneel en muziek, zocht hij zijn kunst een vergeestelijkte dimensie te verlenen. Vormontwrichtingen en een voornamelijk lineaire bepaaldheid kenmerkten zijn vroeger werk. Later maakte hij gebruik van tekens en symbolen om zijn ideeën gestalte te geven. In de catalogus zijn een aantal mooie kleur- en zwart-wit foto's van schilderijen uit verschillende stijlperiodes te zien. K.D. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• Skulpturen / SiacDeze catalogus telt 32 blz. en is opgefleurd met 24 zw.-w. illustraties. Ter gelegenheid van de 5de Europese conferentie van Pax Romana stelde Siac (Société Internationale des Artistes Chrétiens) sculpturen ten toon in het park van Igls, nabij Innsbruck. De 23 exposanten waren afkomstig van Oostenrijk en van het aangrenzend zuidelijk deel van Duitsland. De catalogus omvat de openings-voordracht door Dr. Eberhard Simons rond het thema ‘Kunst als Verkündigung’ en, per kunstenaar, een korte biografische notitie met illustratie. K.D. De recensies werden geschreven door:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
• ZoekertjeFedekamcentrum, Rijselsestraat 25 bus 4, 8500 Kortrijk, zou graag zijn collectie ‘Vlaanderen’ aanvullen. Volgende nummers ontbreken: jg. 1974: nrs 138, 139, 140, 141, 142; jg. 1977: nrs 158, 159, 160, 161; jg. 1978: nrs. 162, 163, 164, 165, 166, 167. Wie kan helpen? (tel. 056/21.72.34). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vroegere nummers van ‘Vlaanderen’ te koopHeel dikwijls wordt ons gevraagd welke vroeger gepubliceerde nummers van ons tijdschrift ‘Vlaanderen’ nog te koop zijn. Om aan deze vraag te beantwoorden publiceren we hieronder de lijst van de nog beschikbare nummers. Deze restant-nummers worden - zo lang de voorraad strekt - te koop aangeboden tegen 450 frank (verzendingskosten inbegrepen) voor een pakket van vier nummers die uzelf uit de onderstaande lijst kunt kiezen. U kunt eventueel ook vier exemplaren van hetzelfde nummer aanvragen. De nummers worden u gestuurd, zodra uw betaling bij onze administratie is toegekomen. Gelieve bij een eventuele bestelling op uw overschrijvingsformulier te vermelden: Pakket-Vlaanderen nrs.: ...., ...., ...., ...., + vervangingsnummers: ...., ... Dit laatste voor het geval de door u bestelde nummers niet meer voorradig zijn). Stuur uw bestelling op naam van de heer Adiel Van Daele, Administratie ‘Vlaanderen’, Lindelaan 18, 8880 Tielt. Voor verdere informatie, telefoneer naar onze administratie op het nummer (051)40.21.22
|
|