| |
| |
| |
Poëtisch Bericht
Samenstelling: Elfriede Hendrix, Dries Janssen, Maurice Trippas, Flor van Vinckenroye
C.V.K.V.-leden én abonnees kunnen gedichten ter selectie sturen aan Tijdschrift ‘Vlaanderen’, Redactiesecretariaat, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6, 8880 Tielt.
Bij elke inzending voegt u: adres, post- of bankrekeningnummer en - zo u uw ingezonden gedichten terugwilt - de nodige postzegels.
| |
Het paard.
Op de hoek van de winterstraat
staat een boom vol mussen
kijkt naar de lege straat.
Een paard loopt luid hinnikend voorbij.
| |
Heel langzaam naar de dood
Het verlangen naar de stilte
trekken rimpels zich een weg,
| |
Zonnewijzer
Jaar dat een pendelaar haar voor-
Spelde een geheime ziekte
Jaar van de kleine diertjes
Bacterieën amoeben virussen
Jaar van de woorden om te sussen
Het geweten en al de rest
Zoals de pest en roest in het nest
Jaar van de jager op zoek
Jaar van de eerste grijze haren
En van het klein verdriet
Günter-Karl Scholz, Zijn wereld. Penseeltekening, acryl 41 × 41.
| |
verloren paradijs
als een mager teken aan de wand
nog even het vogeltje zijn
dat broos in een hand schuilgaat
als een vlinder in de vlam
met duizend vingers beroeren
de aarde de wolken het graan
| |
Collage
tussen Vallalodid en Salamanca
een figuur uit een vertelling
vrouwen met stenen rode kruiken
en ik haal nu mijn hart op
in het holst van de nacht
tegelijkertijd verwondering
een enkeling zwierig te paard
een gigantische mangoboom
schoonheid midden in de bush
eindelijk ben ik weer blij
| |
Wedergeboorte
Kon ik je maar opnieuw het leven geven
mocht ik je weer opnemen in mijn schoot
en al de liefde van mijn hart
op het eerste tere teken van aanwezigheid.
Bob Appels, Vluchtige vlagen van weemoed. Olieverf op doek, 40 × 50.
| |
| |
| |
Phantasia romantica
Oranjerood: Bengaalse vuren
hebben ons in gloed gezet.
Wij flakkeren op, zij doven uit.
Maar killer zal de nacht niet zijn
dan lui-ontluikend nu: 4 maart
want wat zo hevig in mij woedt,
is roder nog dan rode vuren!
Ik heb in jou een stem ontwaard,
de roes van samen en alleen.
‘Ik wil jou wel!’, en toch weer niet: verlangen en verzet,
Jij bent bezwerend, doch vertederd, ik: geremd en moe,
nog tellend onze laatste uren.
en ik, gevangen vogel, denk: wij-samen zijn, zelfs heden reeds, verleden - onherroepelijk.
Kan jij mij overreden? Nu?
geen vraag spande nog listig
de eerste draad voor het web
Sabine Rommens, Romantisch.
| |
Klasgebeuren
de kabouter in leven wist
het kind bleek teruggekomen
in zijn toebehorend rijk:
meester, ik heb hem gezien,
de kabouter, hij bestond weer,
| |
Lente
roestbruin met wat groen.
Bruno Haest, Donna met hoedje. Schets in sanguine, 40 × 30.
| |
Allerzielen I
't Is goed dit aards bestaan
met zachte aarde toe te dekken
zo sluit de kring zich weer
en klinken bleef een leven lang
in dit heelal vol raadsels
Laat dit bestaan bezinken
als regen in novembergrond
totdat één vijvervlak nog blijft
en voor elkeen dezelfde spiegel houdt:
een mens te zijn, wat goed wat kwaad
wat vreugde en veel verdriet
onder gebroken stolp gekweekt
|
|