| |
| |
| |
wij huldigen / wij gedenken
Componist Ivo Ceulemans 80
Eremetaal van SABAM
De componist Ivo Ceulemans werd geboren te Antwerpen op 18 maart 1905. Het grootste gedeelte van zijn onderwijzerscarrière had een muzikaal tintje. Reeds van in zijn jeugd - toen hij o.m. nog les volgde aan de Stedelijke Normaalschool te Antwerpen - genoot hij een muziekopleiding. Nadien studeerde hij aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium bij Peter Saenen (viool), Frans C. D'Haeyer (harmonie en contrapunt), Karel Candael (contrapunt, fuga, compositie).
Van 1924 tot 1955 was hij onderwijzer in de stedelijke scholen van Antwerpen en was hij eveneens, (van 1925 tot 1959), leraar viool en notenleer aan de Gemeentelijke Muziekacademie van Hoboken. In 1959 werd hij er aangesteld als directeur. Dat is hij gebleven tot in 1974 het jaar dat hij op rust werd gesteld met de titel van Ere-Directeur.
Ivo Ceulemans is een alzijdig componist. De door hem behaalde prijzen zijn hiervan zoveel getuigenissen: 1954: Karel Bouvyprijs (Koninklijke Academie Gent) voor ‘9 kinderliederen’; 1956: 2e SABAM-prijs voor zijn 1ste Strijkkwartet; 1974: 2de prijs gemengd koor (Provincie Antwerpen); 1979: 1ste prijs kinderkoor Nausikaä; 1980: Jef Van Hoofprijs voor koperkwintet. Het muziekonderricht heeft hij altijd als zijn hoofdtaak beschouwd. Hij verleende zijn medewerking door het schrijven van verscheidene notenleerlessen voor de Uitgeverij De Sikkel, Antwerpen (in samenwerking met Marcel Mattheessens, Roger van Holen, Arthur Bijttebier (I en II), Jean Segers (III). ‘Leerlingboekje, handleiding, begeleiding’, 3 delen (deel I - 7e uitgave; deel II - 6de uitgave; deel III - 3de uitgave). Zijn compositievoorkeur gaat naar klein orkest, kamermuziek, kinderliederen en koor. (Coghelaan 176, 1180 Brussel)
| |
Letterkundige Germaine Dyckhoffceunen
Germaine Dyckhoff-Ceunen debuteerde in 1938 met de landelijke roman ‘De melodie der aarde’, een paar jaar later gevolgd door ‘De vechter’, een verhaal dat zich afspeelt in het onderwijsmilieu tijdens de crisisjaren vóór W.O. II. Zij schreef verschillende jeugdverhalen, waaronder ‘Prelude voor Karen’, een paar veelgespeelde blijspelen, toneelstukken voor kinderen, o.a. ‘De gouden zwaan’ bekroond te Gent wedstrijd S.O.L.
Maar radio- en televisiewerk hebben het grootste deel van haar tijd opgeslorpt. Gedurende 10 jaar leidde zij het ‘Uur voor de vrouw’. Uit die tijd dateren ook haar grote luisterspelen zoals ‘Vincent Van Gogh’, ‘Het water stijgt aan de dam’, e.a.
Het nieuwe medium televisie trok haar aan en zij werd een van de eerste vrouwelijke realisators, hetgeen zij gedurende bijna 25 jaar zou blijven. Het aantal door haar gerealiseerde programma's is niet meer te tellen. De film ‘Prentkaart uit Brugge’ werd onderscheiden tijdens een filmfestival te Antwerpen. Vele films werden ook door de Nederlandse televisie uitgezonden.
Een kleine greep uit de vele televisiefilms:
Ontmoeting, Slapen op wielen, Nachteditie, Kringloop van het leven. Voor deze en andere films voerde zij niet alleen de regie, maar schreef ook het script. Ze kon ook rekenen op de medewerking van Gaston Durnez (Prentkaart, Reinaerde), Lieven Gypen (De Noordzee), Bert Peleman (De Bronnen van de Maas), Wilfried Van Nespen (De Poesje), de auteurs Karel Vertommen, Dries Janssen e.a. en de volkskundigen Jozef Weyns, Renaat Vander Linden, Jack Verstappen. Germaine Dyckhoff-Ceunen maakte deel uit van de redactie van ‘Levenskunst’, uitg. Elsevier, en was hoofdredactrice voor België voor de ‘Encyclopedie voor de Vrouw’, uitg. De Bezige Bij Amsterdam.
De smart en de rouw om het verlies van haar zoon Frank, trachtte zij te verwerken in elegieën verzameld in de dichtbundel ‘Jouw naam in de palm van mijn hand’, waarover Maurits Bilcke schreef ‘een kreet, een klacht, een kreunen en een stamelen zoals ze bij mijn weten in de Zuidnederlandse literatuur nooit werden neergeschreven.’
Zij is nu zeventig, maar blijft sociaal en cultureel actief. Zij is redactielid van ‘Handen’, toneelrecensente aan ‘Het Volk’, jurylid van de Dr. De Gruyterprijs, lid van Sabamcommissies, raadgeefster van het Verbond van Senioren. (Vinkenstraat 53, 2530 Boechout).
| |
Dichter Fernand Florizoone 60
Zestigste lente
Misschien bloeit alles nu van binnen,
en ook de dood draagt knoppen ongezien,
ik zal je brengen, liefste,
over sloot en grenzen ver van alle winters
met tussen ons ons duizendjarig woord,
ons minnen wordt gedicht naar binnen,
waarin wij elkaar wonend houden,
onze wortels zijn sindslang dooreengestrengeld.
Vanmorgen schoot ons raam in bloei,
ik keek naar je als was je doorgelicht,
ik zag vlinders nectar drinken
uit ons duizendjarig woord.
(Guldenvlieslaan 40, 8460 Koksijde)
| |
70 X Marie-Christine Huybrechs
Elke gebeurtenis is voor haar als
Transparant en onvergetelijk
met het schroeiend rood van kera-
Je ruikt het feest - Aan de ingang
De Koningin van Sheba - De
Je ruikt het vriendelijk mes in de
Het goudpoeder van de bloemen
| |
| |
waarop alle herinneringen varen
met serpentines en stemmen
In het midden Marie-Christine
uit een tuin zoals bijvoorbeeld deze
| |
Kunstschilder Jaak Savenay 60 jaar
Jaak Savenay's rijzige, ascetische gestalte weerspiegelt de inhoud van zijn kunstwerken: met een vrije, losse onbevangenheid benadert hij zijn omgeving, liever zich zelf vergetend dan op te vallen door egocentrische praalzucht. Zijn vroege kunstwerken zijn een uitdrukking van een koude abstractie 't zij in olie composities, 't zij met blokken om 't platte vlak abstract te ordenen. Als leraar aan de Provinciale Landbouwschool in Tongeren krijgt hij een hoop ijzerschroot afkomstig uit de lasafdeling. Hiermede weet Jaak verrukkelijke abstracte ijzer-combinaties uit te bouwen. Helaas zijn deze werken evenals zijn koude abstracties bijna allemaal door de kunstenaar zelf vernietigd. In dezelfde periode gaat hij in zijn kunst over naar liniaire stip-samenstellingen. Al deze werken stralen een onbevangen onconventionele conceptie uit, steeds zoekend naar evenwicht in kleur en vorm. Naast portretten komen in een volgende periode zijn meestal langgerekte in lak geschilderde personages met een zekere psychologische inhoud.
Naast de beeldende kunstvormen treffen we ook een belezen man aan die dan enkele keren de dichterlijke toer opging met eigen verzen of vertalingen. De laatste jaren blijft Savenay jammer genoeg wat in te grote stilte leven. Veel tekenen koppelend aan een ascetisch leven met diep godsdienstige inhoud.
We wensen onze vriend Jaak van harte proficiat met zijn gepresteerd oeuvre en hopen toch de vaardige tekenaar weldra terug te ‘zien’. (Steenweg 352, 3700 Neerrepen-Tongeren)
L.W.
| |
Schilder en Beeldhouwer Günter-Karl Scholz 60
‘Weltbilder realer Gedanken’ (reële wereldbeschouwingen) noemde de Duitse pers zijn werk tijdens een ‘Wanderausstellung’ door 4 Duitse steden. Nieuwe tijden vragen een nieuwe aanpak. Onze tijd is de tijd van de ruimte, van het heelal. Is deze ruimte concreet? Zij is toch abstract in onze voorstelling. Alzo begint Scholz zijn werk met kleine abstracte schetsen, zij brengen hem tot andere of nieuwe ruimtevoorstellingen, tot zijn ‘schetsen uit de ruimte’. Op de vraag van een bezoeker: ‘Waar hebt U dat gezien, Mijnheer?’ was dan ook zijn antwoord: ‘achter de melkweg, links’. Hij schildert niet wat hij ziet. Hij vertolkt zijn waarnemingen, verwerkt zijn vindingen die hem door het ontstaan van zijn schetsen ingegeven zijn en schildert wat hij denkt. Dit denken komt zo in het heelal met zijn galaxiën, zonnen en planeten terecht. Zijn werk heeft evenwel niets met surrealisme of science fiction te doen. Er komen verschillende beschouwingen naar voor: uwe wereld, mijn wereld, onze wereld. De 1ste, 2de, 3de of 4de wereld, de noord-zuid verhouding, de oostwest tegenstellingen. Hij laat aan de toeschouwers evenwel genoeg ‘vrijruimte’ dat hun denken alleen een aanstoot krijgt, zodat men zijn inhoud zelf ontdekken en interpreteren kan. Hij noemt zijn ‘Weltbilder’ essayistische wereldbeschouwingen - zijn ‘Zeitaussagen’ - uitingen waarmede zich onze tijd manifesteren kan... Scholz is geboren op 15 juni 1925 in het thans Poolse Breslau. Hij heeft er de ‘Kunstgewerbeschule’ bezocht en kreeg les bij beeldhouwer Geyer en ‘Kirchenmaler’ Liebich. Op 10 augustus 1945 kwam hij in België (Bergen) toe. Als krijgsgevangene overgebracht uit Italië werd hij mijnwerker, tewerkgesteld in Beringen. Toen hij op 22 december 1947 uit krijgsgevangenschap ontslagen werd, moest hij vaststellen dat in Duitsland voor
Zelfportret (detail).
hem geen thuis meer was. Al in februari 1948 was hij terug in Beringen.
Vanaf 1949-50 volgde hij de lessen aan de Academie in Antwerpen en werkte 's nachts in de mijn van Beringen. Graag herinnert hij zich zijn leraars, zoals Marsboom, Dolfijn, De Koninck en anderen. Vijf jaren lang gaf hij zelf les aan de Volkshogeschool in Beringen (Deken Habrakenlaan 22, 3950 Beringen).
| |
Jules van Ackere
Prijs voor het essay vanwege de Provincie West-Vlaanderen
Toen Prof. Jules van Ackere zeventig werd (o1914), verscheen geen huldeartikel, op zijn uitdrukkelijke wens. Bij een bekroning worden wensen opzij geschoven: nu mocht de erkenning van verdiensten beslist niet ontbreken. Want het CVKV en het tijdschrift ‘Vlaanderen’ hebben alle reden om de bekroonde dankbaar te zijn: als voorzitter CVKV provincie Brabant, waar dit jaar de algemene vergadering plaatsvond, en als auteur of samensteller van en medewerker aan zovele nummers van ‘Vlaanderen’. En als ‘werkend en werkzaam lid’.
Zijn rijke bibliografie - werk van bijna een halve eeuw - getuigt van een rijkbegaafd, ontvankelijk gemoed, van een veelzijdige cultuur en van een bezield kunstenaarshart, mét de gave zijn gevoeligheden, zijn artistieke ervaring en zijn levenswijsheid
mee te delen. Muziek, poëzie, plastische kunsten, genietend en beschouwend reizen zijn de levensbron, schrijven zijn levenswerkzaamheid. De enkele fragmenten ‘Uit een dagboek’, verschenen in dit tijdschrift (1983, blz. 241-243; 325-326) tekenen Jules van Ackere als een levenskunstenaar, een dankbare zoeker naar schoonheid, een fijnzinnige speurder, ontdekker en genieter, wie het bovendien gegeven is een wereld van wonderen op te toveren. Bij de lectuur van zijn werk wordt men getroffen door zijn eruditie, een belezenheid in de literatuur van en over ‘het onderwerp’, verbonden met een zin voor actualiteit, een vertrouwdheid met ‘hoe is het nu?’. De kunst van Jules van Ackere is: vanuit ruime achtergronden de kunstrijkdom verrassend ‘toegankelijk’ te maken. Wetenschap, artiesten-ontvankelijkheid en sierlijke zeggingskracht gaan samen en maken zijn werken en bijdragen tot een verrijkende weelde voor wie met hem bereid is te luisteren, te zien en te reizen door het culturele erfgoed van Europa, zijn vaderland. De levenskunstenaar Jules van Ackere is ‘Europeeër’, en Zuiderling en door en door: een Vlaming, die we hartelijk dankbaar zijn. Dankbaar zijn we ook de nobele, hoffelijke Vriend en in dit dankwoord betrekken we graag Mevrouw van Ackere, niet alleen zijn levensgezellin, maar ook reis- en schrijf-gezellin.
A. Keersmaekers
| |
Frank van Doorne - Hans Melen 70
Ofschoon sindsdien vele jaren verlopen zijn die ons gescheiden hebben gehouden bewaar ik nog de herinnering uit mijn studentenjaren in Gent van de eerste ontmoeting met Frank Van Doorne. De uitzonderlijk begaafde Frank verwierf twee adelbrieven die weinigen kunnen voorleggen: tegelijk een licenciaat in de klassieke filologie en een virtuositeitsdiploma van piano. Zo kon hij als drieëntwintigjarige reeds concerten geven waarin hij als solist optrad en samen met een violist sonaten van Brahms en Debussy vertolkte (het programma ligt hier voor mij, gedateerd 6 februari 1937)!
Ondertussen is uit Frank Van Doorne de dichter Hans Melen gegroeid: een dichter van het zuivere karaat. Niet de man van het woord ernaast, de zin omver, de dubbel(zinnig)e bodem, maar een die uit de discipline van rijm en ritme een authentieke toonaard wist te laten horen, een poëzie waarin romantische fijngevoeligheid en eigentijds meebeleven elkaar doordrenken, een poëzie waarin de dichter niet enkel naar de
| |
| |
grote musici heeft geluisterd maar waarin hij ook aan de grote levensmysteries vragen stelt.
Frank Van Doorne - Hans Melen was meer dan een dromer. Hij was lid van verschillende letterkundige verenigingen en zette zich actief in voor de verbreiding van de goede muziek en de culturele opleiding van zijn volk, als leraar, als voordrachtgever, als beheerder van de Academie voor Schone Kunsten te Deinze en meer.
De bibliografie van Hans Melen, die we hier niet kunnen opnemen, is indrukwekkend. Hij was ook essayist, vertaler, samensteller en blijft nog steeds bedrijvig. We hopen hartsgrondig dat hij de huidige gezondheidszorgen moge te boven komen en nog een lange tijd blijven, voor zijn familie, echtgenote en vier kinderen, aan wie hij zo gehecht is, voor zijn vrienden, onder wie hij ons heeft willen tellen, voor de velen die aan de bronnen van zijn poëzie drinken. (G. Gezellelaan 54, Deinze)
J.v.A.
| |
Kunstschilder Lucien Verhavert 60
Lucien Verhavert werd op 30 november 1925 in Willebroek geboren.
Hij kreeg zijn eerste vorming aan de academie te Boom. Na de bevrijding kwam hij in de Mechelse Academie en veel later in deze van Sint-Niklaas terecht.
Mechelen bezorgde hem, in 1948, een eerste prijs in protretschilderen, alsmede de staatsmedaille, terwijl Sint-Niklaas hem jaren later, op een sublieme manier, tot een bekwaam portret- en figuurschilder zag openbloeien, wat later resulteerde in een eerste prijs voor figuratieve schilderkunst, die hij in 1977 in Lier wist te winnen. Lucien Verhavert schildert met heemverbonden gevoel zijn Vaartland, ook al zijn er, als spitse uitschieters, zowel Mechelse als Brabantse accenten in zijn geschilderd verleden aanwezig, met doorheen heel zijn oeuvre, een sfeervolle lijn, die ons van de Willebroekse vaart, langs de Rupelboorden, naar de Schelde voert, om ergens rond Dendermonde te eindigen.
Lucien Verhavert is heemverbonden en sociaal geëngageerd. Hij schilderde tijdens de jaren zestig, de langzaam wegstervende steenbakkerijen van de Rupelstreek, in tientallen aangrijpende, geschiedenisgeworden doeken.
De grote bescheidenheid die deze kunstenaar siert, grendelt hem af van zijn publiek. Pas in 1962 trad hij voor het eerst naar buiten met een individuele tentoonstelling in Hekelgem en slechts in oktober 12984 noteerde men zijn tweede in Willebroek.
Lucien Verhavert is momenteel de draaischijf van het Willebroeks Kunstatelier. Hij tekende in 1980 het embleem ‘Willebroek 800’ en onlangs dat van V.V.V. Vaartland. IJzerenwegstraat 34, 2660 Willebroek)
Karel De Decker
| |
Kunstschildergraficus Germain Verhelst 60
Pr. Beeld. Kunsten Seoul
Hij begon litho's en etsen te maken in 1968 als liefhebber. Na 5 jaar kunstonderwijs en 5 jaar fotografiek in de academie te Roeselare kon hij een eerste echte opleiding beginnen van originele litho's. Vanaf 1974 volgde hij regelmatig cursussen in het Rijkscentrum Masereel in litho's en etsen onder leiding van Raveel.
Sedertdien heeft hij diverse tentoonstellingen gehouden o.m. in Kasterlee, Brugge, Antwerpen en Santa Cruz in Tenerife. In totaal reeds meer dan 40.
In 1981 kwam een dokter samen met zijn echtgenote uit Zuid-Korea naar België. Deze vrouw was lid van de beheerraad van de P.A.A., Aziatische organizatie ter bevordering van
de kunst. Zij poogde een uitwisseling tot stand te brengen tussen België en de Aziatische kunstwereld. Vooral litho's en etsen hadden bij hen interesse, gezien deze er niet gekend zijn. In 1984 ontving Germain vanuit Zuid-Korea een affiche tot deelname aan een wedstrijd in plastische kunst. Hij zond 3 werken in (2 litho's en één ets). Tot zijn verbazing vernam hij dat hij de derde prijs had gewonnen. Een zilveren penning van 200 gram samen met een officiële oorkonde. Deze prijs kwam onlangs toe per aangetekend schrijven. De wedstrijd vond plaats in Seoul op 15.12.1984.
Zijn bekroond werk werd geëxposeerd in Seoul tot 18.01.1985, en thans over het gehele land (Schildersstraat, Roeselare)
H.B.
| |
In memoriam Josette Janssens
Josette Janssens, de veelzijdige kunstenares, is ons op de leeftijd van 36 jaar in een tragisch verkeersongeval ontvallen.
Ze was lid van het C.V.K.V. en werd in ons tijdschrift herhaalde malen gehuldigd n.a.v. enkele van haar vele bekroningen (Vlaanderen 151, 161 en 168). In 1980 maakte ze speciaal voor ons tijdschrift een prachtige litho, waarvoor we haar dankbaar zullen blijven. Josette Janssens (Antwerpen, 15.02.49) heeft sculpturen, schilderijen, cartoons, decors, covers, kostumes, juwelen gemaakt en was zelfs als scenariste bedrijvig. Ze realiseerde de tekenfilm ‘Het Landhuis’, waarmee ze in 1980 in Ottawa (Canada) de grote prijs behaalde. Ze studeerde grafiek aan het St.-Lucaspaviljoen in Antwerpen, waar ze nadien zelf les gaf. Ze was verder als professor voltijds verbonden aan de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Haar palmares van bekroningen is ellenlang, zodat we ons tot een overzichtje moeten beperken: 1973, Eerste Prijs Humorfestival Hoeilaart; 1975, Grand Prix op het internationaal salon ‘Terre des Hommes’ in Montreal; 1976, Casino Prijs op wereldcartoenale in Knokke-Heist; 1978, laureate ‘Premio Schacchiera’ in Marostica; 1978, Gouden Medaille en Raoul Servaisprijs voor haar animatiefilm ‘De Tuin’ in Brussel; 1979, Prix Spécial du Jury voor grafisch werk in Istanbul; 1981 Yomiuri Shimbun-prijs in Tokyo; 1981 Eerste Prijs R.T.B.F. - Media 10/10 in Namen. Uit haar werk straalt persoonlijkheid. In wat zij tekende, lag een lieve toets. Ze maakte geen échte kartoens, maar grafische gedachtengroepjes, die van alle tijden en van alle volkeren zijn. De laatste jaren legde ze zich toe op portretten in olieverf.
Josette Janssens, eindbeeld van de animatiefilm ‘Het Landhuis’ (detail).
Josette Janssens was in een mum van tijd een grote dame in de wereld van de beeldende kunst geworden... in Kerkhove werd haar levensdraad voortijdig afgebroken.
Karel De Decker
|
|