Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 34
(1985)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 123]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe ledenDe Raad van Beheer van het C.V.K.V. aanvaardde op zijn vergadering van 30 maart jl., in het A. Demedtshuis in St.-Baafs-Vijve, volgende leden-kunstenaars, die we hierbij van harte welkom heten in onze grote kunstenaarsfamilie.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De sociale toestand van de jonge kunstenaarEen jong kunstenaar uit Kapellen stuurde ons op 19 maart jl. volgende brief. Het is een zeer revelerend schrijven voor wat de moeilijkheden betreft, waarmee een jong kunstenaar op sociaal en fiscaal gebied te kampen heeft in deze crisistijd:
Geachte Heer, Mag ik zo vrij zijn U langs deze weg te vragen of U op de hoogte is van de daadwerkelijke jonge kunstenaarsproblematiek? Ikzelf als beroepskunstenaar (steenbeeldhouwer) ben onderworpen aan het stelsel van zelfstandige en alzo verplicht sociale bijdragen te betalen. Doch als jonge kunstenaar (34 en mijn debuut begonnen in 1981) heb ik niet de geldelijke middelen om mijn driemaandelijkse minimumbijdrage van 11.547 Bfr. te betalen. Deze bijdrage is een grote druk op ons gezinsinkomen van 29.000 Bfr. (voor 3 personen). De verkoop van beelden is te gering (ik moet mijn naam nog waarmaken). De Commissie voor Vrijstelling van Bijdragen te Brussel weigert overwegend vrijstelling van deze bedragen te geven niettegenstaande mijn beroep reeds 4 jaar verlieslatend is, aldus geredeneerd in de geest van ‘zelfstandige’, een benaming mij opgedrongen door deze Commissie. Door deze administratieve mallemolen, onbegrip, gebrek aan een bredere kijk op kunst en kunstenaar vanwege de nationale voogdij-over-heid, voel ik me dan ook geremd in mijn geestelijke artistieke ontplooiingen. Ik moet dan ook vaststellen dat geen enkele instantie, vereniging of wat dan ook maar één enkele moeite doet, aktie onderneemt om daadwerkelijk enige verbetering te brengen in het kunstenaarsbestaan. Bepaalde instanties kennen zelfs het bestaan niet van de aanbevelingen van de Algemene Conferentie van Organisatie der Verenigde Naties voor onderwijs, wetenschap en kultuur van 23 september tot 28 oktober 1980 in haar 21ste zitting te Belgrado (aanbevelingen betreffende het statuut van de kunstenaar). Laat ik enkele voorbeelden geven: Ik stel me de vraag indien ik bijvoorbeeld een bruto-inkomen heb van 100.000 Bfr. per jaar en ik daarvan 46.188 Bfr. sociale lasten moet betalen, hoe ik dan in godsnaam moet leven van 53.812 Bfr., waarvan dan nog mijn onkosten moeten afgetrokken worden (aankoop materialen, steen, gereedschap, sokkels, e.d.). Indien ik een gans jaar geen enkel werk heb verkocht, waarvan kan ik dan deze bijdrage betalen of indien ik een gans jaar aan één beeld werk? Ik vraag me dan ook af waarin schuilt dan het begrip, de logika en de eerlijkheid? Op welke gronden is de redenering gestoeld om zulke maatregelen te treffen? Waarom hebben beroepsplastische kunstenaars geen statuut? Ik vind het dan ook een grove belediging, een onrechtvaardigheid dat jonge beginnende kunstenaars zomaar direkt onderworpen worden - of gelijkgesteld - met zelfstandige. Wil of kan men dan niet inzien dat een kunstenaar niet zomaar synoniem is voor wat algemeen gelijkluidend en overeenkomstig begrepen moet worden onder zelfstandige, handelaar? (bakker, melkboer, beenhouwer, aannemer, e.d.). Dit schrijven kan U gerust integraal publiceren zonder enig bezwaar van mijnentwege. In de hoop, dat inderdaad, dit schrijven veel mensen zal doen nadenken, bereid ik me nog steeds voor op het grote offensief tegen deze grote onrechtvaardigheid. Ik bedoel hiermede o.m. dat er een statuut moet komen voor beroepskunstenaars. Graag had ik dan ook Uw mening vernomen waarvoor ik U reeds bij voorbaat dank. Met vriendelijke groeten, Jan Pieter Van Der Krieken, Bessemstraat 6, 2080 Kapellen
N.B. Is het U ook opgevallen dat men als vrouw-kunstenaar deze problematiek niet kent, daar het hoofdberoep wordt gelijkgesteld met een bijberoep met beperkte geldelijke inkomsten en de sociale bijdrage dan terugvalt van 11.457 Bfr. naar ± 1.500 Bfr. per kwartaal. Deze regeling geldt echter niet voor mannen. Van diskriminatie gesproken...
Wij hebben dit schrijven voorgelegd aan de specialist sociale zaken van onze redactie, de heer Daan Rau, directeur van ‘Amarant’. Hij is de auteur van het zeer bekende ‘Vademecum Beeldende Kunst’, waarnaar we voortdurend verwijzen moeten voor duizend en één gevallen die zich in de praktijk van het kunstenaarsleven stellen. Ziehier zijn commentaar: De steller van deze brief brengt heel terecht deze problematiek aan de orde. Hij is overigens niet de enige die met deze nijpende kwestie wordt geconfronteerd. Van diverse zijden is hier al tegen gereageerd (ook via gerechterlijke weg). Zowel SABAM als de Dienst Beeldende Kunst en Musea (Willy Juwet) hebben stappen ondernomen, zo ook heel wat individuele kunstenaars. Het probleem blijft mee bestaan omdat kunstenaars in onze westerse context bijna per definitie individualisten zijn. Het is evenwel slechts een gezamenlijk en gecoördineerd optreden dat aan de toestand iets zal kunnen veranderen. Ondergetekende leidt een dienst die zich o.m. met het sociaal statuut van de kunstenaar inlaat. Deze dienst, Amarant - Centrum voor Artistieke Confrontatie, wil samen met de kunstenaars zoeken naar oplossingen. Hiervoor wordt momenteel een BTK-project aangevraagd. Wellicht zal hiervoor veel inzet en vooral veel geduld noodzakelijk zijn... Kunstenaars en kunstenaarsverenigingen die willen meewerken en helpen zoeken naar mogelijke oplossingen voor de grote diversiteit aan problemen waar kunstenaars binnen hun sociaal statuut mee te maken hebben (o.m. kunstenaars en de werkloosheidsregelingen) worden hierbij opgeroepen om contact op te nemen met Amarant, Eedverbondkaai 267, 9000 Gent, tel. 091/21.79.52. Daan Rau UITNODIGING | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BELANGRIJK BERICHT | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kunstenaarsbelangen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zij rusten in vrede bij de heer
Kunstenaarsverbond en Tijdschrift bieden aan de naastbestaanden van deze CVKV-leden hun christelijke deelneming aan. |
|