toond in zijn verhaal over een kleine industrieel, die door de tegenkanting van de machtigste fabrikant van de stad geruïneerd scheen, maar zich toch kan hervatten.
Door zijn taaiheid en werkzaamheid, rusteloze toewijding en sociale bezorgdheid om het welzijn van zijn personeel slaagt hij erin zijn bedrijf te redden, zelfs uit te breiden en het vertrouwen van zijn werklieden onverminderd te behouden. Wanneer het de grote industrieel, die hem vroeger uit wrok om zijn sociale gezindheid ten gronde heeft willen richten, zo slecht gaat dat er slechts een stootje nodig is om hem voorgoed door een faillissement uit te schakelen, overwint hij het onwillekeurig in hem ontwaakte wraakgevoel. Hij helpt zijn vroegere tegenstander en redt meteen de bestaanszekerheid van de arbeiders en hun gezin.
Die sociale bekommernis van de romancier gaat met zijn Vlaamsnationale overtuiging samen. Valère Depauw die in een Belgisch gezinde familie opgroeide, is op de middelbare school te Ronse, uit verzet tegen de anti-Vlaamse sfeer die er heerste, en later als lid van de
Christen Volksbond, waar hij innig met Leo Vindevogel bevriend raakte, radicaal Vlaamsovertuigd geworden. Hij zal dat in alle omstandigheden blijven
De kapel van de ‘Kapelhoeve’ tijdens de restauratie. De enorme haard staat er al.
en er na de bevrijding voor gestraft worden. Uit verontwaardiging om de terechtstelling van Leo, die wegens valse, uit haat afgelegde getuigenissen ter dood veroordeeld werd, zal hij in 1950
De Dood met de Kogel schrijven en het boek zelf uitgeven.
In zijn biografie Uit alle Dalen der Herinnering (1974) komt hij op dat onderwerp terug, om de meinedige beschuldigingen, die tegen zijn vriend uitgebracht werden, de hatelijke sfeer waarin het proces verliep en het genadeverzoek verworpen werd, onbewimpeld aan de kaak te stellen. Depauw is de mening toegedaan dat ieder volk het recht heeft op zelfbestuur, wat betekent het recht om volgens eigen aard en zeden, inzichten en belangen, een eigen wetgeving vast te leggen en in volle onafhankelijkheid over zijn toekomst te beslissen. Dat dynastieke sluwheid en militaire overwinningen van de sterksten de politieke kaart van Europa getekend hebben en ze in andere werelddelen nog altijd opdringen, is volgens hem en de mening van velen een schending van het volkerenrecht.
Het veroorzaakt meteen een verminking van het volkseigene, dat door zijn verscheidenheid en de wederzijdse uitwisseling van opvattingen en cultuurpatronen de rijkdom van de algemeen menselijke beschaving uitmaakt. Als men zeldzame dieren en planten wettelijk beschermt, waarom niet de volkeren die toch enig zijn en in hun voortbestaan bedreigd worden? Wat Depauw voor de Vlamingen verlangde, heeft hij in zijn romans met evenveel beslistheid voor de Bretoenen in Frankrijk en de Basken in Spanje en Frankrijk opgeëist.
Dat zijn belangstelling in het bijzonder naar die onderdrukte minderheden uitging, is te wijten aan hun tragische toestand. Zij zijn te klein in aantal en hun economische en politieke macht is te gering om zelfstandigheid af te dwingen. In die omstandigheden hoeft het niet te verwonderen dat zij over de middelen en methodes om hun vrijheid te veroveren onder elkaar verdeeld zijn. De radicalen trachten door afdreigingen en geweld af te dwingen wat door democratisch opgevatte verkiezingen onhaalbaar is. Een minderheid staat in een wanhopige positie tegenover een meerderheid van het eigen volk en de verpletterende overmacht van een vreemd staatsbestel.
Die uitzichtloze verhoudingen hebben de sfeer van Depauws bevrijdingsliteratuur bezwaard. Bitterheid en verdriet gaan samen met de beslistheid vol te houden, zelfs wanneer alles nutteloos schijnt. Daarbij aansluitend beschrijft hij in Een Handvol Aarde (1958) het leed van de ontheemden, die, uit hun vaderland verdreven, nergens meer een thuis zullen vinden. Wel zal er een verblijfplaats zijn en misschien in het gunstigste geval, een verzekerd bestaan, maar dat zal bij velen hun heimwee en onvrede niet wegnemen. Zij zijn als gewassen zonder wortels, gasten met een verleden maar zonder toekomst. Zoals in het verhaal van Depauw kan het verlangen naar hun geboorteland zo prangend worden, dat zij alles trotseren om ernaar terug te keren, wat er hun ginds ook mag te wachten staan. Het zijn slachtoffers van omstandigheden