| |
Bio- en bibliografie ‘van’ en ‘over’.
I. Biografie:
- | geboren als Paul Pieter Victor Lebeau op 29 juni (Kreeft) 1908 in Borgerhout uit een familie van leraars en handelaars met een Antwerpse moeder en een Limburgse vader; |
- | na z'n lager onderwijs in de gemeenteschool volgde hij - van 1919 tot 1926 - de voorbereidende 7de klasse en de oude humaniora aan het St.-Jan Berchmanscollege in Antwerpen; daarna studeerde hij aan de K.U. in Leuven Germaanse filologie en werd er doctor met een (onuitgegeven) proefschrift over Het dilettantisme in de Nederlandse literatuur (1930); in 1934 werd hij met een studie over Het dilettantisme als levenshouding in de Westeuropese literatuur laureaat in de interuniversitaire wedstrijd
|
| |
| |
| voor reisbeurzen van de staat, zodat hij in 1934 en 1935 in het Institut de Littérature Comparée van de Sorbonne in Parijs (waar hij contact had met o.m. S.G. Colette, H. Massis, F. Mauriac, J. Romains) en aan de Friedrich-Wilhelms-Universität in Berlijn de colleges van beroemde meesters in de vergelijkende literatuurstudie kon volgen: Fernand Baldensperger en Paul Van Tieghem, Brömse en Julius Petersen; daarna studeerde hij nog een tijd aan het City of London-College (met de buitenlandse literatuur had hij eigenlijk al in 1928 kennis gemaakt tijdens cursussen aan de universiteiten van Berlijn en Marburg); |
- | na z'n legerdienst was hij inmiddels leraar geworden: in 1931 aan de R.M.S. te Borgerhout (later gemeentelijk atheneum), in 1936 aan het K.A. te Antwerpen, in 1942 aan het atheneum te Deurne en daarna aan het K.A. te Hoboken (cf. z'n mild-ironische herinneringen in Voltooid verleden tijd, 1967); vanaf september 1958 was hij docent, later professor aan de Economische Hogeschool St.-Aloysius en - vanaf 1960 - docent aan de Facultés Universitaires St. Louis te BrusselGa naar eind(*1):; |
- | als student was Lebeau actief in het Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond (‘het Verbond’), redactiesecretaris van het studentenblad Ons Leven en secretaris van het letterlievend genootschap Met Tijd en Vlijt; onder de pseudoniemen Elckerlic (bijv. Vaarwel aan Leuven) en Van Ginderachter (bijv. Momentopnamen uit het studentenleven) publiceerde hij jeugdpoëzie (sentimentele stukjes à la Ledeganck en expressionistische verzen à la Van Ostaijen); |
- | hij debuteerde in D.W.e.B. (1934, XXXIV, blz. 276-277) met het gedicht Het leven van een mensch;
vóór de oorlog zat Lebeau volledig in de Antwerpse avant-garde van dandy's, dilettanten en ratés; na de oorlog - in 1953 - was hij samen met P. De Vree, I. Michiels en K. Vertommen betrokken bij de oprichting van De Tafelronde; een tijdlang ook was hij redacteur van het gelijknamige tijdschrift, dat o.i. van P. De Vree naar het experiment evolueerde; dat was niet de bedoeling van Paul Lebeau en toen trok hij zich stilaan terug; |
- | sinds het najaar van 1959 tot aan z'n dood is hij bestuurslid geweest van Boekengilde De Clauwaert (een v.z.w., gesticht op 28 oktober 1948 door H. Draye, P. Rubbens en W. Vanden Eynde); op 18 maart 1970 werd Lebeau verkozen tot lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (in opvolging van Stijn Streuvels; op 24 mei 1972 werd hij tijdens z'n installatie door P.G. Buckinx voorgesteld);
sind 1978 was hij professor emeritus aan de U.F.S.A.L. te Brussel; verder was hij redacteur van D.W.e.B., oud-voorzitter van de Scriptores Catholici, lid van de Vereniging van Kempische Schrijvers, lid van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen en van het C.V.K.V., grootofficier in de Orde van Leopold I, commandeur in de Orde van Leopold I en grootofficier in de Kroonorde; |
- | Paul Lebeau kreeg voor z'n literaire werk de volgende prijzen:
• | in 1950 de driejaarlijkse Prijs voor de roman van de provincie Antwerpen voor Johanna-Maria; |
• | in 1959 de Prijs van de Scriptores Catholici voor Xanthippe; |
• | in 1960 de Literatuurprijs van HilvarenbeekGa naar eind(*2): voor Xanthippe; |
• | in hetzelfde jaar de Romanprijs van de provincie Antwerpen voor dezelfde roman (Xanthippe)Ga naar eind(*3):; |
• | in 1981 de Prijs voor letterkunde van de provincie Antwerpen voor z'n gehele oeuvre. |
|
- | Lebeau heeft vele, vele jaren in de Verzoeningstraat 32, 2200 Borgerhout gewoond; hij was getrouwd (sinds 1942) met Ida Greefs en had twee kinderen (Lili en Walter) en twee kleinkinderen: Ineke en Eefje, de kinderen van z'n dochter die getrouwd is met Walter Warmoeskerken; |
- | overleden te Brussel op 18 oktober 1982 en op zaterdag 23 oktober (na een uitvaartmis om 11 u. in de parochiekerk van O.-L.-Vrouw-ter-Sneeuw, Laar-Borgerhout) op de begraafplaats van Borgerhout (Silsburg) ter aarde besteldGa naar eind(*4):. |
| |
a) | romans:
Het experiment (1940, 19835)Ga naar eind(*6):, |
Mijn vriend Max (1942, 19513)Ga naar eind(*7):, |
De zonde(n)bok (1947, 19654)Ga naar eind(*8):, |
Johanna-Maria (1950)Ga naar eind(*9):Ga naar eind(*17):, |
De blauwe bloem (1951)Ga naar eind(*10):Ga naar eind(*17):, |
Het Siegfriedmotief, of De overbodigen (1954), |
Xanthippe (1959, 198230)Ga naar eind(*11):. |
|
b) | herinneringen:
|
c) | novellen en verhalen:
De vlek in Thomsen's Post, 1953, IV, blz. 62-65;
in Vedos, november 1951; |
De laatste roos (1956)Ga naar eind(*13):, |
De kleine Karamazow (1958), |
Zomer te Zilverberg (1962)Ga naar eind(*14):, |
De dendrofoob in D.W.e.B., 1962, CVII, blz. 614-621; |
De tijdvreter en andere verhalen (1972), waarin:
|
Het Thomaskruis en andere verhalen (1979), waarin:
*Het ThomaskruisGa naar eind(*19):, *Boppa's laatste liefde, *Inno, *De serafijn, *Het huis; |
|
De Lorelei in D.W.e.B., 1980, CXXV, blz. 490-501; |
Het ontwaken in D.W.e.B., 1982, CXXVII, blz. 405-413Ga naar eind(*20):. |
|
d) | essays, kritieken en opstellenGa naar eind(*21)::
Het Dilettantisme als levenshouding in de literatuur in D.W.e.B., 1933, XXXIII, blz. 809-820; 1934, XXXIV, blz. 6-19; |
François Mauriac in D.W.e.B., 1935, blz. 89-103; |
Renaat Verheyen en zijn Studio in Tooneelleven, 1935 en 1936, nrs. 12, 14 en 19; |
De ontwikkeling der Duitsche literatuurwetenschap. Van positivisme naar Geistesgeschichte in D.W.e.B., 1939, blz. 214-221, 271-278; |
Herman Hesse als de dichter van de zelfontbinding in Golfslag, 1947, II, blz. 4-7; |
Korte meditatie over de roman in D.W.e.B., 1950, blz. 94-99; |
|
| |
| |
|
De Boomgaardgeneratie in De Vlaamse literatuur sedert Gezelle (onder redactie van R.F. Lissens). Antwerpen, Vlaams Economisch Verbond (V.E.V.-Berichten, augustus 1950), 1950; |
Van het vitalisme naar het existentialisme in De Tafelronde, 1953, I, blz. 90-95; |
De Vlaamse auteur en zijn publiek in De Clauwaert, herfst 1960, blz. 2; |
De kunst van het essayGa naar eind(*22): in Noordgouw, 1961, I, blz. 93-101; |
Enkele bedenkingen bij de tendensen van onze jongste literatuur in D. W.e.B., 1966, CXI, blz. 220-225;
in Germania, 1964-65, XII, nr. 6, blz. 7-11; |
Hulde aan Stijn Streuvels in Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1972, blz. 188-194; |
Schrijvers langs de wegGa naar eind(*23): in Idem, 1975, blz. 255-268; |
Denkend aan Willem Melis. Ons leven in Bijdragen tot de geschiedenis van een generatie. Een liber amicorum voor Mr. Willem Melis. Samenstelling: Arthur De Bruyne. Kemzeke, Comité (W. Melis), 1978, blz. 123-131; |
P.G. Buckinx. Een indruk en een eresaluut in Een woordeloos gebed voor nu en later. Hulde aan P.G. Buckinx en F. De Boeck. 't Kofschip, 1978, VI, nrs. 1-2, blz. 22-23; |
Een leven in dienst van de letteren. In memoriam Paul Hardy in Noordgouw, 1978, XVIII, nrs. 2-3, blz. 187-192; |
Denkend aan Bert Peleman in Als de man in de Peel...: Bert Peleman. Samenstelling: Gust Wittebols. Retie, 1980, blz. 39. |
|
e) | vertaling:
Niemands land van Jozef Wiessalla (Niemands Land) (1943). |
|
| |
A. Algemeen:
a) | naslagwerken:
- | Baers J. en Hardy P., Lectuur-Repertorium. Antwerpen, A.S.K.B., 1953, 2 (H-R), blz. 1492; |
- | Demedts A. in M.E.d.W. Gent, Story-Scientia, 1968, V, blz. 27; |
- | Hardy P. en De Win X., Lectuur-Repertorium 1952-1966. Antwerpen, A.S.K.B., 1969, 2 (H-R), blz. 1156-1157; |
- | Van Aken P. in M.E.v.d.W. Haarlem, De Haan/Antwerpen, De Standaard, 1982, V, blz. 293; |
- | Waterschoot P. e.a., Lectuur-Repertorium. Antwerpen, K.C.L.B./Den Haag, N.B.L.C., 1981, 2 (H-O), blz. 1482; |
|
b) | monografie:
- | Buckinx P.G., Paul Lebeau. Antwerpen-Amsterdam, De Nederlandsche Boekhandel, 1979 (Monografieën over Vlaamse Letterkunde: 60); |
|
c) | ‘literaire portretten’ van Lebeau:
- | Buckinx P.G. in Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1972, blz. 185-188; |
- | De Smet M. in O.E., 1984, XXVII, blz. 269-271; |
- | Janssen D. in Bg., 1958, XXXVI, blz. 195-198; |
- | Janssens M. e.a. in De Vijfde Windstreek van de B.R.T., 17 november 1978 (hernomen op 28 oktober 1982); |
- | Kemp B. in Toortsen, nr. 9, z.d., blz. 29-31; |
- | Lissens R.F. in Wetenschappelijke Tijdingen, 1970, XXIX, kol. 141-142; |
- | Sel M.R., Van ‘Het experiment’ tot ‘Xanthippe’. De roman van Paul Lebeau. Antwerpen, Standaard Boekhandel, 1963 (Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding: 485); |
- | Smeyers J. in Bg., 1978, LVI, nr. 5, achterflap; |
- | Suy V., Een schilder, dertig schrijvers. Sint-Niklaas, Danthe, 1981; |
- | Vandeghinste A., Ontmoetingen (2) met 81 Vlaamse kunstenaars. Teksten en foto's. Kortrijk, Atlas, 1977, (blz. 80-81); |
- | Verbiest F. in Noordgouw, 1972, XII, blz. 243-259; |
|
d) | interviews met de auteur:
- | Auwera F. in Mimo, 11 augustus 1974, nr. 1977, blz. 72-77; |
- | De Ceulaer J., Te gast bij Vlaamse auteurs, 1. Antwerpen, De Garve, z.d., blz. 54-60; |
- | Durnez G. in D.S., 5 en 12 juni 1970; |
| in Jullie worden later gek dan wij. Tielt. Utrecht, Lannoo, 1971, blz. 219-228; |
- | X. voor de B.R.T.-Schooltelevisie, 4 november 1974. |
|
e) | (ongepubliceerde) licentiaatsverhandelingen:
- | Deweerdt P., De Vlaamse psychologische roman na Roelants: Paul Lebeau en René Berghen. Brussel (U.L.B.), 1979; |
- | Geens M., De Ramkoning - Xanthippe. Een vergelijkende studie. Leuven, 1980. |
- | Massant P., Thematiek in de werken van Paul Lebeau. Brussel, 1968. |
- | Tummers J., De jeugd en haar problematiek bij Lebeau en Van Hoogenbemt. Brussel (U.L.B.), 1971. |
- | Vandendriessche A., De problematiek in het werk van Paul Lebeau. Leuven, 1969. |
- | Van Paemel G., De romans van Paul Lebeau. Een poging tot een psychologische benadering van de personages in zijn werken. Gent, 1973. |
|
| |
B. Bijzonder:
a) | romans:
i.v.m. Het experiment (1940):
- | Janssen E. in Bg., 1966, XLIV, blz. 375-376; |
- | Lampo H., De jeugd als inspiratiebron. De jeugd, haar wezen en problemen in de jongste Vlaamsche letteren. Brussel, A. Manteau, 1943 (Basisreeks: 18), blz. 91-102. |
- | Ranke B., Proefvluchten boven den Parnassus. Antwerpen, De Nederlandsche Boekhandel, 1941, blz. 155-169; |
|
|
| |
| |
|
i.v.m. Mijn vriend Max (1942):
- | Janssen E.M. in Streven, 1941-42, IX, blz. 434-435; |
- | Monteyne L. in De Dag, 5 april 1942; |
- | Ranke B. in D.S., 19 september 1953; |
- | Van de Velde A. in Bg., 1942, blz. 10, 86; |
- | V(an) H(erreweghen) H. in D.N.G., 17 oktober 1954; |
- | X. (J. Wx.) in H.L.N., 24 juni 1942; |
- | X. (B.E.) in Vooruit, 29 maart 1942; |
- | X. in De Vlaamse Linie, 7 augustus 1953; |
|
i.v.m. De zonde(n)bok (1947):
- | Gielen J.J. en Gielen J.G.W., Belangrijke letterkundige werken. Leidraad bij de studie der Nederlandse literatuur met bloemlezing. (Purmerend), Muusses, 196511, 3, blz. 230-235; |
- | Hardy P. in Bg., 1947, XXV, blz. 86-87, 103; |
- | Herreman R. in Vooruit, 20 november 1947; |
- | Van Aken P. in Volksgazet, 3 juli 1947; |
|
i.v.m. Johanna-Maria (1950):
- | Hardy P. in Bg., 1951, XXIX, blz. 73-74, 92; |
|
i.v.m. De blauwe bloem (1951):
- | Hardy P. in Bg., 1952, XXX, blz. 76-77, 94: |
|
i.v.m. Het Siegfriedmotief, of De overbodigen (1954):
- | Hardy P. in Bg., 1954, XXXII, blz. 217-218, 235; |
- | Taels J. in G.v.A., 13 juli 1954; |
- | Van Meer P. in Streven, 1954-55, XXII, 1, blz. 81-82; |
|
i.v.m. Xanthippe (1959):
- | Crivits A. in Filter, 1973-74, II, nr. 1, blz. 50-52; |
- | Demedts A. in Het Nieuwsblad, 26 maart 1959; |
- | Feniks in 't Pallieterke, 2 april 1959; |
- | Hardy P. in Bg., 1959, XXXVII, blz. 164-166, 183; |
- | Kemp B. in De Linie, 1 mei 1959; |
- | Lampo H. in Volksgazet, 19 maart 1959; |
- | R(osseels) M. in S.d.L., 28 mei 1959; |
- | Snyders J. in De Periscoop, 1958-59, IX, nr. 7; |
- | Van de Moortel R. in De Gentenaar, 3 januari 1960; |
- | Van de Voorde U. in S.d.L., 18 juni 1959; |
- | Van Vlierden B.F. in Streven, 1958-59, XII, blz. 950-954; 1960-61, XIV, blz. 870-877; |
- | Westerlinck A. in D.W.e.B., 1959, CIV, blz. 446-447; |
|
|
b) | herinneringen:
i.v.m. Voltooid verleden tijd (1967):
- | Hardy P. in Bg., 1967, XLV, blz. 262-263, 298; |
- | Janssens M. in D. W.e.B., 1968, CXIII, blz. 72-73; |
|
|
c) | novellen en verhalen:
i.v.m. De laatste roos (1956):
- | Hardy P. in Bg., 1956, XXXIV, blz. 290-291, 315; |
- | Van de Voorde U. in S.d.L., 3 november 1956; |
- | Van Herreweghen H. in D.N.G., 25 november 1956; |
|
i.v.m. De kleine Karamazow (1958):
- | Hardy P. in Bg., XXXVI, blz. 60, 77; |
|
i.v.m. Zomer te Zilverberg (1962):
- | Demedts A. in Het Nieuwsblad,?; |
- | Hardy P. in Bg., 1962, XL, blz. 252-253, 269; |
- | Thomassen H. in D.N.G., 15 september 1962; |
- | X. in S.d.L., 6 oktober 1962; |
|
i.v.m. De tijdvreter en andere verhalen (1972):
- | Bousset H. in Spectator, 3 februari 1973, nr. 5, blz. 26; |
- | Demedts A. in S.d.L., 26 januari 1973; |
- | D(emedts) A. in De Periscoop, 1972-73, XXIII, nr. 4, blz. 3; |
- | Duym J. in 't Pallieterke, 27 juli 1972; |
- | Hardy P. in Bg., 1973, LI, blz. 12-13, 22; |
- | Roggeman W.M. in H.L.N., 8 juni 1973; |
- | Schouwenaars C. in De Nieuwe Gazet, 12 september 1972; |
- | V(an) A(ken) P. in Volksgazet, 17 augustus 1972; |
- | Van Ryssel D. in Vooruit, 19 oktober 1972; |
- | X. in Wij, 11 november 1972; |
|
i.v.m. Het Thomaskruis en andere verhalen (1979):
- | Decorte L. in Argus, 1980, III, nr. 17, blz. 467-468; |
- | De Keyser F. in H.L.N., 29 september 1979; |
- | Demedts A. in S.d.L., 14 september 1979; |
| in Knipselatuur, 1979, I, blz. 352 (356); |
- | Flanders C. in Boek en Bibliotheek, 1979, nr. 5, blz. 116; |
- | Geerts L. in De Nieuwe, 7 december 1979, nr. 17, blz. 9-10; |
| in Knipselatuur, 1979, I, blz. 354-355; |
- | Van de Moortel R. in Bg., 1980, LVIII, blz. 2, 19; |
| in Knipselatuur, 1979, I, blz. 353; |
- | Van Hulle J. in De Bond, 9 mei 1980; |
- | Westerlinck A. in D. W.e.B., 1979, CXXIV, blz. 781-782. |
|
|
Luc Decorte
|
-
eind(*1):
- Volgens Paul Lebeau zelf een te late aanstelling.
-
eind(*2):
- Juryleden waren: J. Naaijkens, A. Van Duinkerken en E. Van Hemeldonck. Cf. Brabantia, 1960, nr. 5, blz. 153.
-
eind(*3):
- Cf. Noordgouw, 1961, I, blz. 111-112.
-
eind(*4):
- Bij gelegenheid van het overlijden van Lebeau werden o.m. volgende in memoriams gepubliceerd:
D(urnez) G. in D.S., 20 oktober 1982;
Geerts L. in De Nieuwe/Boeken, 4 november 1982, nr. 80, blz. 13-14;
Smeyers J. in Clauwaert-Info, 25 oktober 1978, nr. 78;
X. in D.W.e.B., 1982, CXXVII, blz. 641-642.
-
eind(*5):
- Deze primaire bibliografie streeft naar volledigheid wat het zuiver creatieve werk van Lebeau betreft. Cf. voetnoot 21.
Een bladzijde handschrift van Paul Lebeau en een grafologische ontleding door Andrée Mertens vindt de lezer in K. Jonckheeres Toon mij hoe je schrijft. 50 auteurs grafologisch ontleed. Tielt-Utrecht, Lannoo, 1972, blz. 109-112.
-
eind(*6):
- In 1983 bracht De Clauwaert een 5de druk van Lebeaus debuutroman (geschreven in 1934-35 in Parijs, pas in 1940 gepubliceerd) ‘als een blijvende blijk van waardering voor zijn trouw aan de Vereniging’. Het boek werd ingeleid door Marcel Janssens onder de titel: Paul Lebeau, het bedwongen experiment (blz. 5-20). Die inleiding bevat de bijgewerkte tekst van een lezing bij de viering van Lebeaus 70ste verjaardag in Antwerpen (Osterrieth-huis, 14 oktober 1978) i.a.v. minister R. De Backer en de voorzitter van de Nederlandse Cultuurraad M. Coppieters. Bij die gelegenheid kreeg Lebeau een bibliofiele (25ste) uitgave van z'n roman Xanthippe aangeboden.
(De 5de druk van Het experiment werd tevens verlucht met een aantal opnamen ‘uit het foto-album van Paul Lebeau’.) Er weze aan toegevoegd dat de inleiding van Marcel Janssens tot de 5de druk van Het experiment in ietwat afwijkende vorm verscheen - b.g.v. Lebeaus 70ste verjaardag - in D.W.e.B., 1978, CXXIII, blz. 765-776 (tevens in: M. Janssens, Woorden en waarden. Essays over literatuur. Brugge, Orion/Nijmegen, Gottmer, 1980, blz. 298-313).
-
eind(*7):
- Van Mijn vriend Max verscheen in 1957 in de reeks Bibliotheek van Vlaamse Letteren (Ontwikkeling, Antwerpen) een schooluitgave met aantekeningen door F. Verbiest. Een derde, herziene uitgave ervan verscheen in 1970.
-
eind(*8):
- Oorspronkelijk heette het boek: De zondenbok.
De zondebok werd in 1980 opgenomen in de reeks Vlaamse Auteurs van de Antwerpse uitgeverij Beckers, ingeleid door H.F. Jespers onder de titel: Een schone ziel tussen hemel en aarde.
De zondebok verscheen als feuilleton in D.S. van 12 december 1980 tot 6 februari 1981.
-
eind(*9):
-
Johanna-Maria is net als Mijn vriend Max vertaald. Nauwkeurige informatie hieromtrent is mij niet bekend. In de Bibliografie van het Nederlandstalige boek in vertaling, die O.E. sinds 1964 publiceert, heb ik i.v.m. werk van Lebeau niets aangetroffen.
-
eind(*17):
- Eerst gepubliceerd in D.W.e.B., 1948, blz. 144-157.
Het weerzien werd samen met Joanna-Maria en De blauwe bloem opgenomen in een Paul Lebeau Omnibus, die in 1963 bij D.A.P. Reinaert Uitgaven in Brussel verscheen.
-
eind(*10):
-
De blauwe bloem is een vervolg op Johanna-Maria.
-
eind(*17):
- Eerst gepubliceerd in D.W.e.B., 1948, blz. 144-157.
Het weerzien werd samen met Joanna-Maria en De blauwe bloem opgenomen in een Paul Lebeau Omnibus, die in 1963 bij D.A.P. Reinaert Uitgaven in Brussel verscheen.
-
eind(*11):
- In de serie Caleidoscoop der Nederlandse Letteren bezorgden P. Govaerts en B.F. Van Vlierden in 1969 een schooluitgave van Xanthippe met uitvoerige aantekeningen. (Nog verkrijgbaar bij de Clauwaert in Leuven).
Xanthippe werd in het Duits vertaald onder de oorspronkelijke titel, door Georg Hermanowski (Bonn am Rhein, Bibliotheca Christiana, z.d.).
In De spiegel der vrouw. Gedichten, romanfragmenten en een essay in verband met het thema van de vrouw (keuze en opgaven door M. Sharmin-Vanagtmaal), gepubliceerd door De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen-Utrecht, 1973 (Het Zilveren Kompas: 15), is een uittreksel uit Xanthippe opgenomen, blz. 24-29). Paul Lebeau leidt de voordracht (door Ria Scarphout) van een fragment uit Xanthippe in op plaat 6b van Charles Dumolins Microfonie van Zuidnederlandse schrijvers (Moere-Gistel, Discus, 1979).
-
eind(*12):
- Door De Clauwaert lange tijd aangekondigd (cf. het uitgavenprogramma van herfst 1960) als De studentenjaren gaan voorbij.
Het hoofdstuk Daniël in de leeuwekuil uit Voltooid verleden tijd werd door R. Turkry en J. Van Dyck opgenomen in de bloemlezing Staalkaart. Novelle, kortverhaal, vertelling, cursiefje in onze moderne letteren. Antwerpen, De Nederlandsche Boekhandel, 1969 (Het Zilveren Kompas: 9), blz. 72-77.
-
eind(*13):
-
De laatste roos werd ook opgenomen in de door het Davidsfonds (Leuven) uitgebrachte bundel Meer suers dan soets. Verhalen rondom lief en leed (1977), blz. 45-103.
-
eind(*14):
- Naar de novelle Zomer te Zilverberg werd een t.v.-film gemaakt in een bewerking van Walter Merhottein en in een regie van Peter Simons, met o.m. Sien Eggers (het stadsmeisje Louise), Gella Allaert (Emilie Valckens), Cara Van Wersch (Clara Valckens), Julienne De Bruyn (Fanny Valckens), Yvonne Mertens (het meisje Justine), Theo Hijzen (de buurjongen Jean), Jenny Tanghe (de moeder van Jean).
Uitgezonden door de B.R.T. op 26 april 1979 (hernomen op 1 oktober 1980). Bij de VARA te zien op 10 juli 1979.
-
eind(*15):
- Eerst gepubliceerd in D.W.e.B., 1971, CXVI, blz. 324-336;
-
eind(*16):
- Eerst gepubliceerd in De Tafelronde, 1953, I, blz. 273-279. De achtbare overledene was Lebeaus bijdrage tot de viering van het 10-jarig bestaan van W. Soethoudts uitgeverij in de bundel: De kortste verhalen en gedichten van... (1974, blz. 57-164).
-
eind(*17):
- Eerst gepubliceerd in D.W.e.B., 1948, blz. 144-157.
Het weerzien werd samen met Joanna-Maria en De blauwe bloem opgenomen in een Paul Lebeau Omnibus, die in 1963 bij D.A.P. Reinaert Uitgaven in Brussel verscheen.
-
eind(*18):
- Eerst gepubliceerd in D.W.e.B., 1972, CXVII, blz. 407-416.
-
eind(*19):
- Eerst gepubliceerd in D. W.e.B., 1979, CXXIV, blz. 86-110.
-
eind(*20):
- In 1979 bracht De Clauwaert de meeste novellen en verhalen van Lebeau uit in z'n Verzamelde verhalen. Naast de met een * gemerkte titels bevat de bundel ook: Herr Letnant (dat in D. W.e.B., 1967, CXII, blz. 259-270 verscheen), Pilsoedski en De wensstudent uit Voltooid verleden tijd (1967).
-
eind(*21):
- Onvolledig. Bevat bijv. niet zijn recensies (‘Vlaamsche letteren’) in D. W.e.B. De bibliografische overzichtjes van Paul Lebeau, her en der gepubliceerd (P.G. Buckinx, P. Govaerts, F. Verbiest e.a.), krioelen trouwens van de fouten.
-
eind(*22):
- Tekst van een feestrede bij de huldiging van de laureaten van de Prijs voor letterkunde van de Vlaamse Provincies op 1 maart 1961. In het uitgavenprogramma 1961-62 van De Clauwaert als extra premie aangekondigd, later evenwel niet verschenen.
-
eind(*23):
- Tekst van een lezing die Lebeau hield op de openbare vergadering van de K.A.N.T.L. in het kasteel Beauvoorde te Wulveringem op 16 juli 1975.
-
eind(*24):
- Onvolledig. Deze secundaire bibliografie noemt slechts de belangrijkste portretten van en interviews met Paul Lebeau, én de in mijn documentatie aanwezige recensies en kritieken over z'n werk.
|