king maakten kans op een goed klassement...’.
Anders, een gezinsdrama rond de moederbinding, werd gecreëerd door het Brussels Kamertoneel in 1967, en geregisseerd door Johan Van der Bracht. Na het B.K.T. studeerden ook het Augustijnertheater-Antwerpen en Atelier-theater-Deurne het stuk nog in, respectievelijk in de regie van Luc Brauwers en Jos Marchand. Het dominerende literaire element van voorheen had in dit spel de plaats geruimd voor de dramatische curve: de onderscheiden opvoeringen werden gunstig onthaald door pers en publiek.
De Maan van de Lente werd door K.N.S.-Antwerpen in première gebracht (regie Walter Claessens) en dit in het kader van het Internationaal Theaterfestival 1974.
Zijn oorsprong vond het stuk in de bijzondere uitstralingskracht die het beeld van Alfonso el Batallador, koning van Aragon, (Compostela) op de schrijfster uitoefende.
Volgens Gronon volgt De Maan van de Lente de lijn van de oudste mirakelspelen die in de kerk van Compostela zelf vertoond werden. Het tracht naar de ruwheid van het land, naar het naïeve geloof en naar de naakte brutaliteit van een lang vervlogen tijd. En ook naar de poëzie van het Hooglied waar, precies op dat ogenblik, Bernard van Clairvaux op verliefd was en waaruit hij een modelboek voor sermoenen samengesteld had. De gebeurtenissen - zoals in het leven - vond de auteur niet zo overheersend belangrijk. Wel wat achter de gebeurtenissen staat. De verwachtingen voor De Maan van de Lente waren ongetwijfeld hoog gestemd. De realisatie werd echter haast unaniem door de toneelpers ongunstig besproken, terwijl het publiek eerder positief reageerde. Het stuk werd later hernomen door de groep ‘Eenhoorn’, onder de leiding van M. Baptist in het theatercafé 't Schuurtje in Herk-de-stad. Voortgaande op de reacties die daarbij werden opgevangen, kenden de zes voorstellingen behoorlijk wat succes.
Het vierde toneelstuk van Rose Gronon Het Huis van don Joaquin werd geïnspireerd op haar eigen novelle De Man die Miguel heette.
Het gaat over Cervantes, vader van de ridder met het droeve figuur: Don Quichotte. Het Huis van don Joaquin dient gesitueerd in de 17de eeuw. Uit een fait-divers heeft Rose Gronon een conflict gepuurd dat de vragen over liefde, leven en dood niet uit de weg gaat. Twee oude kameraden ontmoeten elkaar. Don Joaquin, geslaagd ambtenaar, en Miguel, gevloerd idealist en dromer...
Op het schild van Don Quichotte staat te lezen: ‘Solo a todos’ (Alleen tegenover allen). Het kon het devies van zijn schepper Cervantes zelf zijn. Daaraan heeft Rose Gronon zeker gedacht bij het schrijven zowel van de novelle De Man die Miguel heette als van het toneelstuk. De inhoud van dit spel is immers, in zijn diepere betekenis, de transfiguratie van de man Miguel (Cervantes) tot de dwaze ridder, die niet alleen geest maar ook zijn eigen vlees, bloed en leven meekrijgt om de man te worden die ‘alleen tegenover allen’ durft te staan, al is het dan in angsten en in beven.
Een kale, enigszins tragi-komische edelman, onvermoeide vechter voor iets beters, heeft de auteur in haar Miguel gezien. Een man die door het lot in allerlei tegenslag, onbegrip, onrecht wordt beproefd maar die door het echt menselijke wordt gedreven, die het avontuur liefheeft als een geschenk van het leven: die geconfronteerd wordt met al de verleidingen van het bestaan, tot de meest platvloerse hebberigheid toe, en die er wel moeilijk maar toch manmoedig doorheen gaat. Niet zozeer ‘alleen tegenover allen’ dan wel alleen temidden van allen: een grande! Tegenover zichzelf en de anderen is hij een wereldvreemde Don Quichotte, incarnatie van menselijke integriteit: zuiver op de graat. Deze verstrengeling van de twee-eenheid Miguel-Quichotte werd reeds eerder door een hele pleiade van auteurs van allerlei origine gesuggereerd.
In het spel van Rose Gronon wordt zij reëel levend, tastbaar en blijft ver van enig maskerade-effect. Mens zijn en vrij zijn ten koste van wat ook is de drijfkracht van Miguel zowel ten overstaan van die tegen hem staan als van dezen die van hem houden, maar desondanks op allerlei manieren hem trachten te bewegen tot het verkleinende compromis. De eerste opvoering van Het Huis van don Joaquin door het R.V.T. onder mijn regie, in de zomer van 1971 op de unieke binnenplaats van het Rubenshuis te Antwerpen, werd door de toneelkritiek niet enkel gunstig onthaald maar meteen als het beste stuk van Rose Gronon geprezen. M. Kr. schreef in De Standaard van 20.7.71: ‘... Ditmaal was er een gebalde dramatische actie en een directe dialoog. De auteur heeft kunnen doen vergeten dat zij vooral romancière is... Dit zijn de pluspunten van deze (late) toneel-roeping’.
Onnodig te vermelden dat het succes van deze creatie ook mij persoonlijk een grote vreugde bezorgde. De samenwerking tussen Rose Gronon en mezelf bij de voorbereiding was zeer intens. Trouwens de hele periode van de instudering en de reeks vertoningen van
Het Huis van don Joaquin was
‘Het huis van Don Joaquin’ opgevoerd in het unieke kader van het Rubenshuis door het Reizend Volkstheater. (1971/1972). Regie Rik Jacobs.