[nummer 201]
Ter inleiding
Alfred Ost werd 100 jaar geleden, op 14 februari 1884, in Zwijndrecht geboren. Hij was een conflictmens. Hij heeft ten gevolge van zijn aparte opvattingen en handelingen, altijd moeilijkheden gekend, maar ondanks - of misschien dank zij zijn bij momenten egocentrische opstelling... - liet hij ons een weelde aan werken na, die door hun verbluffende verscheidenheid enerzijds en hun innerlijke verwantschap anderzijds, het oeuvre van ‘de meester’ hebben gevormd.
Momenteel is Alfred Ost nog de ondergewaardeerde kunstenaar, die thans in tal van tentoonstellingen wordt herdacht. Dit Vlaanderen-nummer wil een tastbare herinnering zijn aan een mens van goeden wil die tevens een groot kunstenaar was. Hij werd - met de Alfred Ost-monografie van Frans Mertens als leidraad - met de hulp en de raadgevingen van dezelfde auteur die ‘de meester’ zeer goed heeft gekend, op een andere manier, door andere auteurs benaderd. We volgen de kunstenaar, op de voet bijna, van Willebroek over Mechelen, naar Borgerhout, Brasschaat en Groot-Bijgaarden, met tussenin het ommetje dat hem van oktober 1914 tot in het voorjaar van 1919, naar Nederland bracht. Zowel de dierenschilder en de legendarische Ost, als het religieuze aspect in zijn werk, komen in dit nummer aan bod, alsook de vrouw in zijn leven en werk.
Alfred Ost is als kunstenaar een verslaggever van zijn tijd geweest, al schilderde hij, in tegenstelling tot de meeste tijdgenoten, in een volkomen eigen barokke stijl.
Moge dit ‘geschreven beeld’, dat dank zij de hulp van velen in dit Vlaanderen-nummer kon worden opgehangen, ertoe bijdragen, om zijn oeuvre de erkenning te geven die het verdient...
Karel De Decker
Samensteller
Alfred Ost, Zelfportret