| |
verbondsberichten
Verbondssecretaris: Danny Van den Bussche Duinenstraat 70 - bus 3, 8400 Oostende
| |
Viering dertig jaar C.V.K.V. & ‘vlaanderen’
Het eerste nummer van ons tijdschrift (toen nog ‘West-Vlaanderen’) verscheen in januari 1952... dertig jaar geleden dus. Een meer dan voldoende reden vond de Raad van Beheer van het C.V.K.V. om dat plechtig te herdenken. Dit gebeurde dan ook met een tweedaagse op 25 en 26 september 1982.
Op zaterdag 25 september werden heel wat personaliteiten en leden van het C.V.K.V. door de heer Werner Vens, voorzitter van het C.V.K.V., verwelkomd in de succursale van de Bank van Roeselare en West-Vlaanderen in Brugge. Daarop maakte de heer Vens de uitslag bekend van de Albert de Longiepoëzieprijs van het tijdschrift Vlaanderen. Van de ruim 1000 ingezonden gedichten werden er ca. negentig in de rubriek ‘Poëtisch Bericht’ van het tijdschrift ‘Vlaanderen’ gepubliceerd. Uit die gepubliceerde gedichten werden door de redactie drie gedichten bekroond. De Eerste Prijs ging naar het gedicht ‘Bezoek’ van Christina Guirlande (Grembergen), de Tweede Prijs naar ‘Dood’ van Maria Sesselle (Zomergem) en de Derde Prijs naar ‘Om niets dan geborgenheid’ van Gery Florizoone (Brugge). Deze bekroonde gedichten werden daarna door voordrachtkunstenares Marleen van Remoortere voorgedragen.
Voorzitter Vens stelde nadien het nr. 189 van het tijdschrift ‘Vlaanderen’ officieel voor. Dit nummer draagt als titel ‘In Memoriam Jozef Storme. Aspecten van het naoorlogse Cultuur- en Kunstbeleid van de Provincie West-Vlaanderen’ en belicht o.m. het belangrijke werk van wijlen Jozef Storme, eerste voorzitter van het C.V.K.V. en ere-gedeputeerde van de provincie West-Vlaanderen, in verband met kunst en cultuur in de kunstprovincie en daarbuiten. Er werden tevens een paar speciaal-voor-de-gelegenheid-luxe-ingebonden exemplaren van dit nummer uitgereikt, o.m. aan Mevrouw Jozef Storme, aan de heer Olivier Vanneste, Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen en aan de directie van de Bank van Roeselare en West-Vlaanderen.
De proclamatie van de winnaars van de Jozef Storme-prijs voor Schilderkunst 1982 was het volgende programmapunt van de bijeenkomst. De jury van de wedstrijd - bestaande uit Werner Vens, voorzitter, Robert Declerck, secretaris en de leden Marcel Duchateau, Gilbert Goos, Marcel Notebaert en Willy Otte, bekroonde drie van de negenenzestig ingezonden werken. De eerste prijs (25.000 fr.) werd toegekend aan de heer Luc De Meyer uit Brugge voor zijn inzending ‘Een veertigtal hoofden’ (reeks 3). Eenparig was de Jury van oordeel dat dit werk - artistiek gezien - zonder twijfel het meest merkwaardige is van de inzendingen. Het getuigt van een frisse en sprankelende fantasie, van een ongemene tekenvaardigheid, van een gevarieerde en geraffineerde techniek, zowel in elk figuurtje afzonderlijk, als in de combinatie van de figuurtjes als omlijsting van de centrale figuur, van het centrale motief. De tweede prijs (15.000 fr.) werd toegekend aan de heer Joris De Geest uit Londerzeel voor zijn doek ‘Confused Man’. Het doek is kloek geschilderd en getekend, met allerhande vondsten (soms te veel of minder gelukkig gecombineerd) in koloriet en compositie. De derde prijs (10.000 fr.) werd toegekend aan de heer Laurent Reypens uit Tongerlo-Westerlo voor zijn tafereel ‘Wit op wit’. De jury had oog voor de serene sfeer waarin deze compositie baadt; eveneens voor de vakkundigheid waarmee het kleine stilleven à la Morandi schier monochroom is geschilderd. Ze vroeg zich echter af of dit doek bestand is tegen de tijd, m.a.w. of het bij langer beschouwing niet een deel van zijn bekoring zou verliezen.
Deze prijzen werden uitgereikt door de directie van de Bank van Roeselare en West-Vlaanderen, die de wedstrijd sponsorde.
Nadien nam de heer Olivier Vanneste, Gouverneur van West-Vlaanderen, het woord en dankte het C.V.K.V. voor de geleverde inspanningen en drukte de wens uit dat het verbond nog vele jaren zijn activiteiten ten voordele van de kunstenaars zou mogen verder zetten. Tot slot verklaarde hij de tentoonstelling van de geselecteerde werken van de Jozef Storme-prijs voor Schilderkunst voor geopend. Her en der aan de wanden van het bankgebouw prijkten de vijfentwintig geselecteerde werken. Zo zagen we werk van Ben Baerten (Hoeselt), Marie-Jeanne Bouduin (Maasmechelen), Walter Brems (Dendermonde), Miejef Callaert (St.-Amandsberg), Geert De Geyter (Lebbeke), Mia Deprez (Olsene), Desanto (Ingelmunster), Etienne De Vis (Mazenzele), Yvonne Erauw (Herzele), Magda Francot-Joosten (Antwerpen), Achiel Hutsebaut (Aalst), Marie-Christine Huybrechs (Kortrijk), Ghislain Kuyle (Poperinge), Piet Moerman (Kortrijk), Pauwels Kennes (Oostende), Freddy Petteloot (Kortrijk), Eric Roets (Zwijnaarde), Lilian Roobrouck (Desselgem), Luc Van Lent (Gent), Jan Van Saene (Roosdaal), Jo Vion (Lokeren) en Irène Wuyts (Antwerpen).
Tot besluit van de eerste dag van deze viering bood de Directie van de Bank van Roeselare en West-Vlaanderen een receptie aan.
Zondag 26 september 1982 stond geheel in het teken van de viering van het 30-jarige bestaan van het C.V.K.V. Om 10.30 u waren leden van het C.V.K.V. van heinde en verre uit het Vlaamse land samengekomen in de kapel van de abdij van Male (St.-Kruis-Brugge) om de eucharistieviering, opgedragen door Mgr. E.J. De Smedt, Bisschop van Brugge, en geassisteerd door Anton van Wilderode en Gery Florizoone, bij te wonen. Deze mis werd aan het orgel muzikaal opgeluisterd door de heer Kamiel D'Hooghe uit Brussel. Gedurende zijn homilie wees Mgr. De Smedt er o.m. op dat de wereld van vandaag meer dan ooit nood heeft aan christelijk geïnspireerde kunstenaars als tegengewicht voor de al te materialistische opvattingen uit onze huidige maatschappij.
Tijdens het mementogebed van de mis las de heer Hector Deylgat, beheerderafgevaardigde van het C.V.K.V., de namen af van leden van het C.V.K.V. die ons sedert juni 1981 ontvielen: de kunstschilders en grafici: Gilbert Vandenberghe uit Oudenaarde, Alice Frey uit Oostende, Hilaire van Biervliet uit Kortrijk, Joris Declercq uit Westouter, Marcelina Banier uit Kessel, Jos Coveliers uit Niel, Geo Langie uit Gent, Georges Lemmens uit Hasselt, Jos Meulepas uit Duffel en War van Overstraeten uit Brugge. De beeldhouwer Willy Kreitz uit Antwerpen, de glazenier Frans Steeno uit Mechelen, de tapijtkunstenaar Julien van Vlasselaer uit Antwerpen, de kunstcritici en kunsthistorici Jo du Bois uit Antwerpen en Jean de Béthune uit Kortrijk. De dichters, romanciers en essayisten: Jozef J. de Belder uit Deurle, Wies Verwaest uit Geel, Jan Lamote uit Meise, August Geldhof uit Brugge, Hervé Stalpaert uit Assebroek, Angèle de Bremaeker uit Hekelgem, Louis Roppe uit Hasselt, Albert Speekaert uit Essen, Matthea Ballings uit Hasselt. De toondichters, dirigenten en solisten: Renaat Verbruggen uit Antwerpen, Gabriël Verschraegen uit Gent, Frans Soete uit Roeselare, Prosper Goethals uit Gent, Eugeen Beeckman uit Antwerpen, Albert Vanhaute
| |
| |
uit Kortrijk en Jan Rouwet uit Hasselt. De toneelschrijvers, regisseurs en acteurs: Jo Ceulemans uit Lier, Albert Vanderleenen uit Edegem en Remi van Duyn uit Kortrijk.
In de tot achterin gevulde ‘Ridderzaal’ van de Abdij van Male vond na de H. Mis een Academische zitting plaats. De heer Anton van Wilderode hield er een fel opgemerkt referaat over ‘Ethiek en Kunst’ en hij werd treffend ingeleid door Prof. Dr. A. Keersmaekers, voorzitter van de Redactieraad van het tijdschrift ‘Vlaanderen’ (zie elders in dit nummer onder de rubriek ‘Kunst en Geest’, waar de volledige tekst van rede en inleiding werd afgedrukt).
Om 13 uur kwamen de feestvierende leden van het C.V.K.V. bijeen in het hotelrestaurant ‘Lodewijk van Male’ (St.-Kruis-Brugge) voor een feestbanket. Onder de aanwezigen merkten we o.m. de heer Daniël Coens, minister van Nederlandse Cultuur en Opvoeding, de heer E. De Cuyper, bestendig gedeputeerde voor Cultuur van Oost-Vlaanderen en voorzitter van de Interprovinciale Cultuurraad van Vlaanderen, de heer Herman Reuser, voorzitter van het verbond van Katholieke Kunstenaars in Nederland (N.A.K.K.) die tijdens een korte toespraak de groet overbracht van S.I.A.C., de internationale vereniging van christelijke kunstenaars. In zijn tafelrede wees minister Coens o.m. op het blijvend belang - spijts de crisistijd - van de inspanningen van kunstenaars van alle disciplines tot verheffing van het culturele peil van ons volk. Verder reikte hij een gedenkpenning uit aan de jarenlange medewerkers van het C.V.K.V.: de heren Fernand Bonneure, Hector Deylgat, Marcel Notebaert, Albert Smeets en Julien van Remoortere.
Tegen het einde van de feestviering nam Mevrouw Dominique Goos-Derveaux het woord om de jarige en bekroonde C.V.K.V.-leden letterlijk en figuurlijk in de bloemetjes te zetten. Als herinneringsgeschenk kregen de gehuldigden een speciaal voor de gelegenheid ontworpen litho van de hand van Marcel Notebaert aangeboden.
R.d
| |
Nieuwe leden
Onze Raad van Beheer aanvaardde volgende kunstenaars, die we hartelijk welkom heten.
Antwerpen: Paul de Haes (L), Mechelen - Paul Hendrix (P), ps. Pol, Merksem - Henri van Beersel (P), Willebroek - Astrid van Lierop (P), O.-L.-Vr.-Waver - Frieda Verstrepen (P), ps. Fritzky, Antwerpen.
Brabant: Josine Ghekiere (L), ps. Jessy Marijn, Kraainem - Leona Swinnen (P), wed. van den Bosch, Kessel-Lo - Simonne van Pelt (P), Kumtich.
Limburg: Marleen Maesen (M), Hasselt - Edith Oeyen (L), ps. Eden, Beringen.
Oost-Vlaanderen: Michael Vekeman (M), Rupelmonde.
West-Vlaanderen: Jeroom Buysschaert (P), Deerlijk - Luc de Coninck (Lit.-Wet.), St.-Andries - Roland de Meurisse (P), Menen - Bernard Sercu (P/L), Ieper - Trees Yserbyt (P), Wevelgem.
N.B. Ten gevolge van een zetfout werd op de lijst nieuwe leden in vorig nummer bij West-Vlaanderen niet vermeld dat ons nieuw lid André Debaveye te Kuurne-Kortrijk woont en tot de sectie Plastische kunsten (P) behoort.
| |
Kunstenaarsbelangen
• | ‘Quousque tandem’, het occasioneel blad van Frans Depeuter, bracht in zijn eerste nummer een scherpe aanklacht tegen een nieuw Vervalst beeld van de Vlaamse Literatuur, ten behoeve van de nederlanders verschenen in het uitgeversblad ‘Lezerskrant’ van de hand van Alstein. Deze onderscheidt drie groepen in de levende Vlaamse proza-literatuur.
1. | Als ‘coryfeeën’ van de oudere generatie vernoemt hij Boon, Claus, Geeraerts, Ruyslinck, Michiels, van Aken, Lampo, Auwera (dus uitsluitend vrijzinnigen), maar onvermeld blijven: A. Berkhof, M. Rosseels, J. Vandeloo, D. Verboven, J. Veulemans, J. van den Weghe, H. Vos, J. van Remoortere, evenals de nestoren: Walschap, Gijsen, Demedts, Lebeau, Gilliams, Duribreux. |
2. | De ‘achtenzestig-groep’ waarvoor Alstein een zestal auteurs noemt om hen een veeg uit de pan te geven. Blijven de ‘grrroten’: Robberechts, Koeck (wegens één als meesterstuk beschouwd minderwaardig werk) en van den Broek (wegens drie minderwaardige debuutwerken): ook hier uitsluitend vrijzinnigen. Al de rest wordt genegeerd en verzwegen. |
3. | Waardevol zijn in de ‘Nieuwe generatie’: Mijnheer Alstein zelf, L. Pleysier, G. Seghers en Lou Zvonik (wederom uitsluitend vrijzinnigen). Maar L. van Campenhout, E. Marain, R. van Hekken, H. Waterschoot en vele anderen worden doodgezwegen. Meneer Alstein schrijft bovendien meer regels over zichzelf dan over tien andere figuren... |
Dat Alstein eenzelfde informatiemanier hanteert voor de prozaïsten als de bloemlezer van Riet voor de poëzie zal de lezers van het weekblad ‘Spectator’ niet verwonderen. Hij gaat in dat ACW-blad precies op dezelfde wijze te werk bij het selecteren van de auteurs voor interviews.
N.B.: De vermelding van vrijzinnigheid komt niet voor in de tekst van Depeuter. |
| |
• | Veel christelijke dragers van gezag van alle aard vertonen graag op cultureel en artistiek vlak een Pluralisme, bij zover dat christelijke auteurs en kunstenaars er helaas de dupe van zijn: zij worden door eigen mensen voorbij gezien bij opdrachten, bekroningen, benoemingen e.a. Dergelijk pluralisme is soms zuiver naïviteit vanwege lieden die zich een image van breeddenkendheid en tolerantie wensen te verschaffen, omdat het mode is. Soms gaat het om ‘berekend’ pluralisme van sommigen die weten dat het hen geen windeieren zal bezorgen: bv. in
|
| |
| |
| de politiek of waar men voor een aanstelling, een prijs, een beurs e.d. linkse steun nodig heeft. Het echte pluralisme, dat elke christen moet bezitten, was in Vlaanderen tot voor dertig jaar heldhaftig, omdat het christelijke milieu vrij algemeen erg onverdraagzaam was, vaak als reactie op in het verleden geleden onrecht. De tijd van de beschamende christelijke intolerantie is gelukkig voorbij: sommige oude strijders voor de tolerantie in het christelijke midden schijnen het nog niet te beseffen, maar men moet daarvoor begrip opbrengen. De hoop dat, als antwoord op het christelijk pluralisme, een vrijzinnig pluralisme zou groeien is spijtig genoeg een illusie gebleken. Nergens wordt dit beter geïllustreerd dan in de wereld van de literatuur en de literaire bladen.
Men kan zich afvragen of een goed deel van het huidig christelijk pluralisme - eerder dan uit de christelijke deugd van verdraagzaamheid - voortkomt uit een verwaterd christendom, dat meer op indifferentisme lijkt dan op christendom, zoals onlangs nog op sarcastische manier uitgebeeld door Johan Taels: ‘Kierkegaard zou veel plezier beleven aan het christendom van onze tijd. Er valt ook aardig wat af te lachen. Of is het soms niet biezonder grappig dat de geestelijken gepromoveerd zijn tot joviale sociale werkers, en God tot de hoogste sociale Voorziening, en dat we nog maar één stap verwijderd zijn van de Totale Bevrijding: vrij van alle overjaarse taboes, inclusief die van het ongeboren leven. En wie kan een glimlach onderdrukken bij het horen van het blijde nieuws dat onze eigen Moeder Aarde de nieuwe hemel wordt: een oaze van groen en vrede - zelfs academici trekken voor die lieve vrede een dagje uit. En wat gezegd van de recente ontdekking - na twintig eeuwen christelijke kultuur - over de diepste zin van Goede Vrijdag: Kristus weten we nu, is gestorven uit solidariteit met de werklozen...’ |
| |
• | De onrechtvaardige bejegening der literaire tijdschriften door de Staat bestaat vooral hierin dat drie zogezegd grote tijdschriften van enorme privilegies genieten. Het zijn het Nieuw Vlaams Tijdschrift (soc.), De Vlaamse Gids (lib.) en Dietsche Warande (plural.). Hun privilegies zijn o.m.: 1. Het Ministerie van Cultuur betaalt hun auteurskosten nagenoeg geheel en betaalt bovendien nog honderden abonnementen ten gunste o.m. van de openbare bibliotheken. - 2. Het Ministerie van Nationale Opvoeding neemt eveneens honderden abonnementen voor de rijksscholen. Ongeacht de abonnementen die door nog andere staatsbudgetten worden geschonken, krijgen de drie tds. aldus meer dan de helft van hun oplage door die twee ministeries betaald (te noteren dat van de ‘Vlaamse Gids’ het aantal vrije abonnees zo was geslonken dat men het blad verplichtend moest maken voor alle Willemsfondsers). Vooral het NVT is ervan geschrokken dat vanaf 1983-84 de rijksscholen zelf zullen mogen bepalen aan welke tijdschriften zij hun budget voor tijdschriften zullen besteden. Een beslissing die puur door het gezond verstand is ingegeven en die trouwens slechts zeer gedeeltelijk de ongewettigde privilegies der drie tds. zal ongedaan maken. Voor ‘Vlaanderen’ zal die beslissing natuurlijk niets veranderen, vermits ons tds. het grotendeels hebben moet van vrije abonnees en trouwens een oplage-cijfer bezit dat dit der ‘groten’ ver overtreft. |
| |
• | Uit een overzicht van de toneelstukken van Vlaamse auteurs, die gespeeld werden door officiële theaters van 1975 tot 1980, vernemen we dat: de K.N.S. 47 stukken bracht waarvan 12 van Vlaamse auteurs; de K.V.S. bracht 50 stukken, waarvan 10 Vlaamse; het N.T.G. bracht 44 stukken waarvan slechts 3 Vlaamse. Percentsgewijze uitgedrukt dus respectievelijk 25%, 20% en 7%.
Ook vermeldt men dat vertalingen en bewerkingen door eigen mensen uit die schouwburg werden gemaakt (percentsgewijze uitgedrukt): K.N.S. 30%, K.V.S. 50% en N.T.G. 32% bedragen.
Wat vertalingen van buitenlandse stukken gedurende de periode 75-80 betreft: het grootste aantal opvoeringen in één der drie schouwburgen staat op naam van ene Frans Redant: tien!
Het is verheugend integendeel te mogen vaststellen dat meer en meer amateurstoneelgezelschappen naar het Vlaams repertoire grijpen. De (slechte) gewoonte van uitsluitend buitenlands toneel te brengen schijnt af te nemen, de Vlaamse stukken worden meer en meer gewaardeerd en verwerven de plaats die zij verdienen (medegedeeld door de Ver. v. Vl. Toneelauteurs). |
| |
• | Met het thema Materie en Mysterie wilde het 4de Europees Poëziefestival de hedendaagse ‘metafysische’ of transcendentie poëzie in Europa belichten. Hierbij ging de aandacht in de eerste plaats naar belangrijke religieuze stromingen als het jodendom, het christendom en de islam. Nu begrippen als het onstoffelijke, het ongekende, het mysterie opnieuw hun plaats krijgen in het hedendaagse exactwetenschappelijke denken, krijgt ook de poëzie voeling met de intellectuele stromingen uit de tweede helft van deze eeuw. Bovendien groeit er in de geïndustrialiseerde wereld, onder invloed van de verhoogde vertechnisering van de westerse samenleving, een algemene behoefte aan waarden als het absolute of het mysterie. Uitingen daarvan zijn de terugkeer naar de natuur, de heropbloei van godsdienstige secten, de grote rol van de muziek, de herontdekking van het individu. Hiervan zijn ook sporen terug te vinden in de poëzie. Bij de uitwerking van het thema van het 4de Festival werd vooral de klemtoon gelegd op het religieuze. In dat verband zijn er, naast de nationale poëtische tradities, duidelijke verschillen waar te nemen tussen de benadering van het religieuze in het Noorden en het Zuiden van Europa. Ten Noorden is de invloed van de nieuwe theologie en een sterkere betrokkenheid op het maatschappelijke groter dan in Zuiderse landen als Frankrijk en Spanje. In die landen of taalgebieden worden een zuiverdere ‘metafysische’ of zelfs mystieke poëzie geschreven.
Aansluitend werd een tentoonstelling ‘Mysterie en Materie’ gehouden. De voorkeur ging uit naar beeldhouwwerk, omdat hier aan het mysterie of het ongekende de sterkste materiële uitdrukking wordt gegeven. Bovendien sluit de natuurlijke materie of het gesteente het mysterie in. De aandacht was vooral gericht op de kunstenaars van het licht of de zogenaamde ‘luministen’ van de groep ‘lumen numen’. Dat gold evenzeer voor de kunstschilders en het grafisch werk. Samensteller was de Leuvense kunstschilder Marcel Rademakers. |
| |
• | Het Congres van Cambridge (8-12 sept. 82), werd door de Internationale Vereniging van Christelijke Kunstenaars SIAC georganiseerd in het Kings College. Thema was: ‘Nadat God de wereld, met alles erop en eraan, geschapen had in 6 dagen, rustte hij de 7e dag. Daarna, de 8e dag, die nog voortduurt, is het aan ons de Schepping in zijn Geest voort te zetten en te vervolmaken’. Door al de voordrachten, de expositie van deelnemers, de gesprekken, enz. speelde dit thema. Er waren deelnemers uit Engeland, Frankrijk, Nederland, Oostenrijk, Duitsland, Italië en Zwitserland. Ik herinner met name vooral aan de referaten met dia's van P. Robert Ombres uit Napels, Dr. Robert Th. Stoll uit Basel, Dr. Erich Widder uit Linze, Mgr. Luigi Pagnoni uit Bergamo. Het volgend congres zal vermoedelijk in Frankrijk plaats hebben (Arch. Herman Reuser). |
| |
• | Het Davidsfond protesteert tegen het Cultuurbeleid van Poma, de nieuwe minister van Ned. Cultuur. Het D.F. maakt zich ongerust over de beleidsopties van cultuurminister Poma o.m. inzake samenlevingsopbouw: zijn voorstellen komen er op neer dat van staatswege een structuur in het leven wordt geroepen waarin de eigenheid van de bestaande initiatieven dreigt te verstikken. Het Davidsfonds verwerpt het ‘pluralisme’ dat Poma voorstaat: het komt op verstaatsing neer. Echt pluralisme bestaat er volgens het DF in dat verschillende meningen en initiatieven vrij met elkaar kunnen leven en samenwerken.
Voorts begrijpt het Davidsfonds niet dat precies een liberaal minister etatiseert in plaats van het vrij initiatief te stimuleren. Hopelijk zal de minister zich niet laten leiden door zijn persoonlijke anti-christelijke opinie: als minister van de hele Vlaamse gemeenschap moet hij met de wensen van de hele Vlaamse bevolking rekening houden, aldus het Davidsfonds.
Ook de wereld van de literatuur is geschokt n.a.v. de toespraak van de minister bij de viering van 75 jaar VVL. |
| |
• | Het Alg. Ned. Congres publiceerde een Jaarboek en organiseert op 24/2/83 te Antwerpen een colloquium over de integratie van Nederlands en Vlaams cultuurbeleid in het buitenland i.v.m.: 1. Bestaande internationaal cultuurbeleid (cult. attachés en culturele centra in het buitenland). 2. Rol der particuliere organisaties i.v.m. internationaal cultuurbeleid.
Vooral dit laatste punt is belangrijk voor ons Kunstenaarsverbond dat reeds zeer veel presteerde op dit terrein ten voordele van de Vlaamse kunstenaars. |
| |
• | Ook dit jaar werd op de Boekenbeurs in Antwerpen een dag van de literatuur gehouden op zaterdag 6 november. De organisatoren hebben een plaats gratis ter beschikking gesteld voor auteurs die een of meer boeken in eigen beheer hebben uitgegeven. Op de middag werd er door uitgevers een gesprek gevoerd over het probleem ‘debuut’ en ‘uitgegeven in eigen beheer’. Wij verheugen er ons over dat de BB zich eindelijk ontfermt over de uitgaven in eigen beheer. Daarmede geeft zij gevolg aan een eis die ons tds. reeds herhaaldelijk heeft uitgesproken, vóór bvb. de VVL er aandacht aan gaf.
Er waren 96 standen van uitgevers en importeurs met boeken uit 300 Vlaamse en Nederlandse fondsen. Aansluitend op het 75-jarig bestaan van de VVL was het BB-thema ‘Literatuur uit eigen land’. Ook gaf de VBVB de publikatie ‘Vlaamse schrijvers - 25 portretten’ uit, samen met de uitgeverij Manteau en dus met sterk vrijzinnig overwicht in de selectie. De BB-uitgave ‘Het boek in Vlaanderen’ verschijnt voor de 51e maal, op 415 blz. en op 60.000 exemplaren (50 fr.).
De Vlaamse uitgevers aangesloten bij de VBVB publiceren ca. 2500 nieuwe uitgaven en herdrukken per jaar. Maar ca. 300 Nederlandse uitgevers zijn door 40 gevestigde alleenvertegenwoordigers aanwezig of door eigen vestigingen (90% van de Nederlandse boekenproduktie). Ook zijn er Vlaamse uitgevers die werken met Nederlands kapitaal of met Nederlandse uitgevers zijn geassocieerd. De omzet van de boekhandel is in het verlopen jaar in Vlaanderen licht gestegen, maar de onkosten zijn sterk toegenomen. In Nederland is er een daling voor het geheel maar een relatieve stijging van de goedkopere boeken. Hetzelfde gebeurde in Frankrijk, in de BRD en Groot-Brittannië.
De boekenmarkt in Vlaanderen bestaat voor ca. 90% (± 51.000 titels) uit boeken in het Nederlands. Daarvan is 60% afkomstig uit Nederland, dat jaarlijks ca. 13.000 nieuwe uitgaven of herdrukken brengt. In Vlaanderen zijn er, van de ca. 51.000 titels, 23.000 in Vlaanderen verschenen en ca. 28.000 in Nederland. Van deze titels hebben 45% betrekking op wetenschap en techniek, 26% op taal- en letterkunde, 21,8% op jeugdliteratuur. Er is nog een derde van de bevolking, dat nooit een boek koopt of leest. |
| |
• | De Internationale Raad voor Letterkunde (CIAL) keurde een type-contract
|
| |
| |
| voor literaire werken goed op de vergadering van Kiev op 21 juni '81. Men vindt de volledige tekst ervan in het Mededelingsblad der auteursvereniging nr. 4/1982, blz. 220-224.
Dezelfde raad, voorgezeten door Fred Germonprez, vergaderde op 22 april 11. te Genève. De problematiek omtrent leenrecht en reprografie werd besproken en vooral de illegale video-opnamen, die thans ook op grote schaal gebeuren: slechts 5% der cassettes worden gekocht; 95% wordt uitgeleend zonder eerbiediging der auteursrechten. |
| |
• | Op 23/10 had in de Kortrijkse Hallen het Colloquium ‘Visie 82’ plaats over Vernieuwing in het Kunstambacht. Georganiseerd door de dienst Kreatief Ambacht van het Economisch en Sociaal Instituut van de Middenstand, in het kader van de 8ste Internationale Biënnale ‘Interieur’. Rapporten van Harry Verwiel (‘Vrijheid, vernieuwend aspect van het creatieve ambacht’), Jan Walgrave (‘Glas, een helder probleem’), Hilde D'Haeseleer (‘Textiel in beweging, een analyse van vormbeginselen en vormconcepten’), Marc van de Steen (‘Ontwerpen: tussen originaliteit en varianten’), Dirk Pruuost (‘Vlaamse sculpturale keramiek: Europese top, bestendigd of bedreigd’) en Johan Valcke (‘Een aparte weg in het hedendaags juweel’). Een project werd gepresenteerd door Chantal de Jaeger, Marguerite Everaerts, Marie-Jo Lafontaine, Jo Noorbergen, Veerle Pinckers en Marc van Hoe. |
| |
• | Het Centrum voor Wetenschappelijke Studie van Meubel en Interieur is in samenwerking met de Academie voor Meubel en Interieur begonnen met het verzamelen van oude ontwerptekeningen en mallen voor meubelen en binnenhuisdecoratie. Deze documentatie wordt onder leiding van prof. Ellegiers bijeengebracht in de Centrale Bibliotheek van de Rijksuniversiteit te Gent.
Personen die dergelijke dokumenten bezitten of van het bestaan afweten, kunnen zich schriftelijk wenden tot het Centrum, Blandijnberg 2, 9000 Gent. |
| |
• | Tien Gentse en Oostvlaamse Theaters verbonden zich in de coöperatieve GENOT: Arca, Arena, De Sluipende Armoede, Poëzien, Speelteater, Stekelbees, Symptoom, Taptoe, Vertikaal en Vuile Mong. De tien hebben in het seizoen '81-'82 samen, in België en buitenland, 1.200 voorstellingen op hun actief, samen goed voor ei zo na 300.000 toeschouwers, 112 vaste medewerkers en 114 losse. Zij mochten daartoe uit drie kassen putten - ruim 48 miljoen vanwege de staat, 400.000 frank vanwege de Provincie en 470.000 frank van de Stad Gent. Zij werken gezamenlijk bij deze instanties voor verdere uitbouw en subsidiëring van de theaters. |
| |
• | Een v.z.w. Middagconcerten in Oost- en West-Vlaanderen werd gesticht m.m.v. bestuurslichamen en privé-sponsors met het doel deze concerten te bevorderen en onderlinge samenwerking tussen de verschillende initiatiefnemers te bezorgen, vooral ook om het optreden van jonge musici te bevorderen. Het betreft de Middagconcerten van Gent, Brugge, Kortrijk en Aalst, de aperitiefconcerten van Oostende en Tielt, de kasteelconcerten van Laarne. Een jubileumconcert voor 10 jaar Middagconcerten wordt op 24/3 te Gent gehouden met tentoonstelling: eveneens in abdij van Male op 25/3. Men steunt de Middagconcerten hetzij plaatselijk, hetzij door stortingen op BBL Gent (390-0952353) of KB Gent (440-0789331-17); stortingen van 100, 250, 500 en 1.000 fr. of meer. |
| |
• | Ook het Fonds Jonge Musici werkt samen met de vzw Middagconcerten, en wordt voorgezeten door dirigent Herman Streulens en steunde nu reeds 10 jaar jonge Vlaamse musici en componisten. Het wil jonge, veelbelovende musici steunen in hun opleiding, hen helpen bij het aankopen van instrumenten, partituren e.d., voor hen kansen creëren te concerteren op privé-concerten, kerkconcerten, schoolconcerten, wedstrijden, enz. Hiervoor zijn echter financiële middelen nodig. Stortingen, naar eigen vermogen, kunnen gebeuren op het rekeningnummer 671-1482231-45 van het ‘Fonds Jonge Musici’ Onderbergen 29 te 9000 Gent. |
| |
• | De Pianoleraars aangesloten bij de ‘European Pianoteachers Association’ hielden een tweedaags congres in de Antwerpse Singel. Er werd o.m. gehandeld over de Belgische pianomethode van Edgard Willems en de ontwikkeling van de creativiteit bij kinderen. Verder kwamen ook eigentijdse en avantgardistische pianomuziek aan de beurt met de pedagogische problemen eraan verbonden. Geïllustreerde voordrachten handelden over Messiaen, Bach, Beethoven, Chopin en Schumann, met voorbeeldige vertolkingen. |
| |
• | De cataloog Werken over muziek door de Centrale Bibliotheek verworven sinds 1970 werd gepubliceerd; gratis te bestellen op adres Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, Dienst Pedagogische Documentatie en voorlichting, Centrale Bibliotheek, Leuvenseweg 27, 1000 Brussel. De cataloog bevat 2560 werken van zeer diverse aard in kwaliteit (65,2% musicologie; 11,7% psycho-pedagogisch; 13,7% muzikaaltechnisch; 9,4% onbeduidend). Kunnen geconsulteerd worden ter plaatse of besteld via uw school of bibliotheek. |
| |
Zij rusten in vrede bij de heer
† | Letterkundige baron Maurice Gilliams (o20.7.1900 Antwerpen) overleed op 18.10 in zijn vaderstad. Auteur van hooggestemd proza en poëzie, Grote Prijs der Nederlandse Letteren en tot de adelstand verheven. Ere-secretaris van de Vlaamse Academie. |
| |
† | Letterkundige Paul Lebeau (o28.6.1908 Borgerhout) overleed op 19.10 te Antwerpen. Auteur van ideeënrijke romans en novellen. Ere-professor aan de UFSAL, lid van de Vlaamse Academie, gewezen voorzitter van de Scriptores Catholici, medestichter van ‘De Tafelronde’. Herhaaldelijk bekroond. |
Tijdschrift en Kunstenaarsverbond bieden de naastbestaanden van onze overledenen hun christelijke deelneming aan.
|
|