Een ‘nieuwe’ oude techniek
Het is verheugend vast te stellen dat de grafiek tegenwoordig een zekere herwaardering geniet. Na een periode waarin minimaal aan kunst en nog minder aan vakontplooiing werd gedaan, is deze heropleving enig bewijs daarvoor dat men nu eindelijk eens bewezen wil zien of de man, die beweert met een zak mosselen de kunst te hebben gediend, met zijn hersenen en zijn talent ook nog evenveel kan presteren als onze voorouders de holbewoners. Naast de taaie volharding van enkele idealistische vakmensen die de oude tradities in nieuwe maar zuivere vormen gieten zijn er nu, hoe kan het ook anders, haaien op de markt verschenen die door doorgedreven mechanische experimenten resultaten verkrijgen die de manuele weergave en vermenigvuldiging zodanig perfect imiteren dat men, althans de niet-ingewijde, gewoon niet meer weet wat men voorgeschoteld krijgt.
Experimenteren is steeds alle lof waardig en wij weten dat de techniek niet stil te leggen valt. Zo zitten we nu midden in een rage van werken die machinaal en op grote schaal worden verspreid tegen - op het eerste gezicht - aannemelijke prijzen. Gezien het aantal onderwerpen en het aantal afdrukken daarvan (gecontroleerd of niet) die op de markt worden gegooid, vormen zij, samengerekend, voor de auteur en de uitgever, een astronomisch bedrag.
Dit is ten enenmale onbekend voor de koper die een exemplaar heeft bemachtigd en die voor zijn goede geld een soort poster krijgt (want anders kan men dit niet noemen), evenwel voorzien van de handtekening van een of andere kunstenaar.
Daarom is het m.i. de moeite waard eens de aandacht te vestigen op een grafische techniek waarmee slechts één afdruk kan worden gemaakt, die altijd een beetje stiefmoederlijk werd behandeld en tamelijk weinig door kunstenaars werd beoefend, namelijk de monotype. Dit procédé wordt hoogstens eens sporadisch op school toegepast, maar op zo'n eenzijdige manier dat men er al rap op uitgekeken is en men er niet verder op in gaat. Het is een techniek die door geen enkele andere te evenaren valt, want ze is eerst en vooral combineerbaar en bergt verder vele andere technieken in zich. Zo kan daarmee een pentekening, potloodtekening, steendruk of linosnede weergegeven worden, of alles tezamen en in verschillende kleuren. Er bestaat om te beginnen de rechtstreekse manier nl. door op een niet-zuigende drager (koperplaat, zink, mika, formica, aluminium e.a.) door middel van olieverf of drukkersinkt een tekening aan te brengen waarna de plaat met papier bedekt onder de etspers verdwijnt of manueel wordt afgedrukt.
Onuitputtelijk aan expressiemogelijkheden is echter de indirecte manier:
a. | Krabben. Men overdekt een ontvette drager niet te dik met Japanse blokjesinkt die met water aangemaakt wordt. Wanneer deze laag droog is kan men met elk hard maar nietkwetsend voorwerp (want de plaat kan steeds opnieuw gebruikt worden) fijnere of bredere lijnen of vlakken wegnemen. Deze weggenomen delen vormen later uiteindelijk de bedoelde tekening in positief. Het geheel wordt met een dunne laag drukkersinkt overrold waarna alles met een sterke waterstraal of onder water met een zwabberend vodje wordt klaargeveegd. De drukinkt heeft zich op de blank gebleven delen vastgezet en is met water niet te verwijderen; deze die echter op de blokjesinkt is terechtgekomen spoelt er gewoon af in de mate die men zelf wenst. De plaat kan dan nat bedekt met een droog papier onder de pers verdwijnen. In plaats van te krabben kan men ook de tekening met grafietpotlood aanbrengen. Om een zuiver zwart-witafdruk te krijgen kan men de blokjesinkt vervangen door plakkaatverf. |
b. | Negatief aanbrengen van de tekening. Hier wordt de tekening niet blankgekrabd maar op de blanke plaat uitgespaard. Met een penseel worden alleen die delen met blokjesinkt aangegeven die later wit moeten blijven, want ze zullen weggespoeld worden. In de overblijvende delen kunnen met pen, penseel of ander structuurgevend materiaal eventueel details aangebracht worden die later natuurlijk wit zullen worden. |
Verschillende kleuren kunnen over elkaar verwerkt worden, daarvoor kan dezelfde plaat gebruikt worden wanneer ze gezuiverd en ontvet is. Er wordt droog papier gebruikt omdat nat papier nooit meer zijn juiste vorm aanneemt bij het drogen, dit bij het over elkaar drukken van verschillende platen.
Alle bewerkingen kunnen vanzelfsprekend onder elkaar gemengd worden. Op de plaat kunnen delen bijgevoegd of weggenomen worden, met een vod of met vingers worden bewerkt, of afgezwakt met talk (dit na de druk). De hier verzamelde illustratie geeft een paar mogelijkheden en ook verrassingen die steeds om het hoekje komen kijken.
Ik reken dit procédé bij de vlakdruk maar het is mogelijk om er b.v. een hoogdrukbewerking aan toe te voegen. Men kan dus alle kanten uit en wie wil experimenteren kan nog veel andere mogelijkheden ontdekken.
Waarom nu dit prijsgeven van een beroepstruc? Het bekend maken van technieken die door iedere graficus kunnen toegepast worden ziet er na dertig jaar onderwijs heel normaal uit. Het kan er zeker toe bijdragen, en vooral dan voor de jeugd, opnieuw lust tot de zuiver grafische uitbeelding te wekken buiten de klassieke schoolse technieken om als steendruk, ets of houtsnede. En verder willen we de herwaardering van de echte grafiek helpen bevorderen zodat ook de kunstliefhebber zich zou gaan interesseren voor unieke en bijgevolg waardevolle manuele drukken, eerder dan voor de machinale reproduktie op ontelbare exemplaren die het ambacht degraderen tot het niveau van de leurhandel.
Albert Setola
Negatief aanbrengen van de tekening met lineair effect.
Negatief aanbrengen van linoachtig effect.
Negatief aanbrengen plus negatieve detaillering.
Negatief aanbrengen achtergrond minder afgespoten.