Een beiaardconcert
Wat er in Antwerpen op maandagavond tijdens de zomer gebeurt is voor velen een raadsel. De wekelijkse beiaardconcerten vanuit de Onze-Lieve-Vrouwetoren zijn een aantrekkingspunt geworden voor honderden Antwerpenaars en toeristen. Als de weersomstandigheden gunstig zijn, en dat is gelukkig meestal zo, verzamelen zich voor de kathedraal, in de Vlaeykensgang, in het Sint-Annagodshuis, den Bellaert, de Groote Witte Arend, de Spaansche Brabander en in de omliggende straten en pleinen twee- tot drieduizend luisteraars. Het is als een groot feest waar jong en oud, arm en rijk, links en rechts zich verenigd voelen onder de verzoenende tonen van het klokkenspel. De zitplaatsen die door het Stadsbestuur ter beschikking worden gesteld zijn vaak een uur op voorhand reeds bezet.
Programma's gaan als broodjes van de hand. De terrassen in de buurt lopen overvol. De binnenkoertjes puilen uit van het volk.
Tieners en twintigers zetten zich neer op de grond, tegen de huizen, op de stoep of in het midden van de Handschoenmarkt, terwijl de kinderen het smeedwerk van de waterput van Quinten Metsijs inklauteren. Het is een waar spektakel. Hier vallen alle menings- en generatieverschillen weg. Om eenentwintig uur stipt dwarrelen de eerste klokkentonen naar beneden. Zij verspreiden zich over de menigte die alsmaar stiller wordt. De eeuwige lucht verandert van kleur terwijl de avond valt en als een gloeiende toorts rijst de goudgeel verlichte toren omhoog: een onvergetelijke metamorfose. De beiaardier geeft het beste van zijn kunnen. Hij slaat en beukt met handen en voeten op zijn stokkenklavier. Samen met de stormklok ‘Gabriël’ (1459), met de historische Hemonyklokken (1655-58) en de kleine Eysboutsklokken (1972), voelt hij zich spoedig verenigd met de aanwezigen daar beneden, wiens geestdriftig applaus hem niet onberoerd laat.
Zo strooit de beiaard te Antwerpen zijn tonen uit. Een uur lang zwijgen zelfs de juke-boxen om plaats te maken voor preludes, improvisaties, bewerkingen allerhande en volksliederen. Iedereen beleeft het op zijn eigen manier, stil en ingetogen, wandelend, etend, drinkend of pratend. Het is een echte ontmoetingsplaats geworden voor vele mensen, een plaats waar de sfeer primeert en waar de tijd als het ware even stilstaat. Misschien is dat wel de oorzaak van het succes van deze concerten. Het is een ‘rustpunt’, een antwoord op onze bikkelharde en overgeorganiseerde maatschappij. Geen kaartenverkoop van achter onbeleefde zeefglazen-loketten en geen frustrerende zitplaatsen tussen overpropere akoestische wanden. Hier voelt men zich ‘vrij’ in de beste betekenis van het woord. Je moet het zelf maar eens uitmaken...
De mystieke gotische toren van de Onze-Lieve-Vrouwe-Kathedraal te Antwerpen is misschien wel het mooiste en meest verfijnde bouwwerk in zijn soort uit de middeleeuwen. Het is een merkwaardige kristalisatie van onzichtbare krachten welke zich veruiterlijken in een kantspel van doorluchtige details, in wezen steeds hogerop gedreven als door geheimzinnige vuren. Het is een dynamisch spel van ranke takken en bladeren die een kunstzinnige getuigenis afleggen van een hoog geestelijk streven van de toenmalige bouwmeesters.
In deze toren, het belfort van de stad dat steeds het middelpunt was van de Antwerpse gemeenschap, bevonden zich op het einde van de vorige eeuw bijna tachtig klokken, waaronder de huidige overgebleven beiaard. Hij werd vervaardigd in de jaren 1655-58 door de befaamde klokkengieters Frans en Pieter Hemony, op basis van de stormklok ‘Gabriël’ (5.000 kg) die gegoten werd in 1459 door Jan en Willem Hoerken.
Door de eeuwen heen deed deze beiaard haast onophoudelijk dienst als concertinstrument en als automatisch spel. Tussen 1970 en 1972 vond een grondig herstel plaats door restaurateur André Lehr en door de Koninklijke Klokkengieters Eysbouts uit Asten, Nederland.
Het instrument wordt bespeeld met vuisten en voeten, op houten stoktoetsen en pedalen. Een ingenieus systeem van draden, hefbomen, klepels en hamers verbindt het klavier met de 47 klokken die een totaal gewicht uitmaken van ca. 25 ton brons.