Radio-Film-Televisie
1. Toelatingsvoorwaarden
Cfr. Foto-Film.
Iedereen dient daarenboven deel te nemen aan door de instelling ingerichte testproeven. Een wetenschappelijke A en een Latijnswiskunde-afdeling bieden de beste vooropleiding.
2. Studie-inhoud
Gemeenschappelijke vakken (enkel eerste twee jaren): hedendaagse geschiedenis, kunst-, muziek-, film- en toneelgeschiedenis, hedendaagse literatuur, begrippen van moderne industriële vormgeving, geschiedenis van de filmtechniek, recht, film-, televisie-, radioklankvormgeving, filmproduktie, tekenen en vlakverdeling, optica, studie en uitvoering van de eindproef.
Afdeling Beeld-geluid-montage: toegepaste wiskunde, elektriciteit, fotografische scheikunde, sensitometriek, akoestiek en elektroakoestiek, radio: ontvangst-, zend- en studiotechniek, theorie en praktijk van de fotografie, film- en geluidsopname, sonorisatie en mixage van films en filmmontage, televisie: belichtings-, ontvangst-, zend- en studiotechniek, bijzondere beeldopnamen, perspectief en kleurenleer, vrije oefeningen, audio-visuele spreidingstechnieken.
Afdeling Animatie: begrippen van animatiefilm, van filmen en geluidsopnamen, van film-, klank- en beeldmontage, theorie en praktijk van animatie, teken- en vrije oefeningen.
Afdeling Assistentie: steno- en dactylografie, assistentie-oefeningen, vrije oefeningen, eenvoudige begrippen van radio- en televisietechniek, filmen en filmmontage, geluidsopname en fotografie.
3. Beroepsbeschrijving
Beeld-geluid-montage: dit zijn mensen met een technische en artistieke bekwaamheid op gebied van film, radio en televisie. ‘Beeld’ is het werk met en rond de film- en T.V.-camera. ‘Geluid’ is radio-opnamen en klankopnamen bij T.V.- en filmprodukties. ‘Montage’ betekent zowel beeldmontage (bij films), geluidmontage (bij radio), filmmontage (beeld en klank samen).
Animatie: het zijn specialisten op gebied van reclamefilms, generieken, tekenfilms en filmtrucage.
Assistentie: dit zijn script-girls (bij de film) en regieassistenten (bij de televisie). Deze staan in voor secretariaatswerk, rond het draaiboek (bij de film) en het regieschema bij de televisie. Zij zijn bij opname en uitzending aanwezig. Zij ‘assisteren’ de regisseur.
4. Uitwegen
Beeld-geluid-montage: monteur bij de televisie (labo, telecinema, cameraman, switcher), assistent bij een cineast.
Animatie: bij de televisie, in opdracht van reclamebureaus, als zelfstandige.
Assistentie: als script-girl bij de film, als regieassistent bij de televisie.