Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 26(1977)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] het gedicht Toen ik, die avond in Santillana, liep met de donswoorden van een gedicht ging in een kamer een fata morgana een luchter aan als een boom van licht. (Er was niets van de huizen buiten dan een donker gesloten verbond, mijn stappen vluchtten omhoog in de ruiten naar een raam toe dat openstond.) Ik wist de woorden in mijn geheugen trage bewegers zijn naar elkaar een volzin vol in twee diepe teugen, een versregel inééns regelrecht klaar. (De straat liep haastig wég van mijn voeten naar portalen vol oponthoud waar de echo mij kwam begroeten groeten met een hijgstem van holten en hout.) Ik voelde de woorden mij omringen tot een waaiende groene haag en vanuit tastbare daagse dingen lagen beelden in hinderlaag. (De nacht was begonnen te dalen uit een hemel vol zilveren gruis waar de sterren zich vurig herhalen in gestalten van driehoek en kruis.) Toen zag ik de luchterboom vóór me doven een onbereikbaar gebleven geheim, - plotseling stonden mij zeven strofen in het fonkellicht van het rijm. Anton van Wilderode (Santillana-del-Mar 1968; ongepubliceerd.) De dichter. IJzersculptuur van Albert Setola. Vorige Volgende