Teresa Stankiewicz en Erich Widder.
individuele vrijheid nergens en bij niemand willen behoren, kan een overtuiging die met anderen gedeeld wordt een belemmering van hun creativiteit toeschijnen. Toeschijnen zonder grond. Want ook zij worden door hun opvatting gedetermineerd, zelfs waar zij het recht opeisen om alle overtuigingen af te breken, door een destructieve bezetenheid die een nog knellender dwingelandij oplegt, dan om het even welke wereldbeschouwing. Want voor hen mag er niets overeind blijven. Fout is om het even welke, en dus ook een christelijke schrijver, die niet vanuit zijn wezenswaarheid, zijn existentie spreekt, en daardoor de waardigheid en meteen de scheppende gaafheid van zijn kunstwerk verminkt.
Er bestaat ons inziens niettemin een gladde, technisch berekende letterkunde, waarin de veelzijdige betekenis en oproepingskracht van woorden en zinnen minder belang heeft dan sommige uit het geheel der taalwaarden afgezonderde eigenschappen als haar klankenspel, ritmische bewogenheid of beeldend vermogen. Zulk werk kan boeiend zijn en binnen bepaalde grenzen een geslaagde poging opleveren om de literaire, de poëtische schoonheid uit het taalerts te bevrijden.
Góngora, Rimbaud, Marinetti, bij ons Gezelle in enkele kleengedichtjes of Van Ostaijen uit de twintiger jaren, hebben daarmede enig succes behaald.
Maar een heel oeuvre, ver van een hele literatuur in die vorm, zou ongenietbaar worden. Toen hij te Roeselare leraar was, heeft Gezelle op de rugkant van de dichtoefening van een poësisleerling geschreven dat zo'n dichtkunst als een ideale literaire schepping denkbaar is, maar er onmiddellijk aan toegevoegd dat zij in de praktijk ondoelmatig blijkt. De lezer kan wel even door een meesterlijk bouwwerk van woorden om de woorden geboeid, maar niet een heel boek lang aan zo'n tekst gebonden worden. De literatuur is meer dan een louter individuele uitdrukking, ook een mededeling aan anderen. Zij bezit naast haar belijdeniskarakter een sociale bestemming, die niet mag of kan voorbij gezien worden.
Reeds een vluchtig overschouwen van het belangrijke literaire werk uit alle eeuwen en landen overtuigt ervan dat het woord om het woord, de klank om de welluidendheid, het ritme om zijn bewogenheid zonder meer en het beeld alleen om zijn plastische eigenaardigheid onbevredigd laten. De literatuur is onlosmakelijk van de bewuste mens in zijn algeheelheid van zijn, wat betekent van zijn ervaringen en waarnemingen, herinneringen en verbeeldingen, dromen en kennis, irrationele aandrangen en mysterieus aanvoelen van bovenzinnelijke werkelijkheid, de mens vrucht van een verleden en toekomstgericht, omringd door een omgeving, beïnvloed door zijn tijd, maar meer dan een som van dat alles. Want een enig en onvervangbaar persoonlijk wezen. Christelijke schrijvers zijn evengoed als dragers van andere wereldbeschouwingen voortdurend en noodgedwongen, daar het niet anders kan, in betrekking met alle werkelijkheden, alle verschijnsvormen van het zijnde om hen heen en in zich zelf. Alleen als zij zich daarvan afsluiten, zoals een schildpad die zich ingraaft om haar winterslaap door te maken, veroordelen zij zich zelf tot een beperking van hun talenten. Vandaar dat wij moeten opkomen voor een literatuur geschreven door een christen, die in en met de wereld, de actualiteit in haar vele uitzichten beleeft. Beleeft en beoordeelt, niet zo zeer door lofspraak of verbale verwerping, als wel door zijn kijk op de dingen. Zijn werk zou de neerslag kunnen en moeten zijn van wat mensen en stromingen in deze tijd vertegenwoordigen, wat verheugt of beangstigt, wat hij erbij denkt en voelt, hoe hij er tegenover staat, dat alles uitgedrukt in eigentijdse taal, bezield en gemeend, eerlijk tot op het bot. Daarbij zal zijn christelijke overtuiging niet remmend inwerken, als het hem gelukt er zijn hele wezen mee te doordesemen.
Waar wij voor pleiten is een veelzijdige menselijkheid, niet een voltooide; een literatuur die niet een ideaalbeeld van het leven, waarin niemand gelooft, te bewonderen biedt, maar een bestaan, een leven, dat zoals in de Bijbel beschreven, ondanks alle dwaalwegen waarop het rondzwerft, tot een voltooiing geroepen is. Er hoeft vooraf geen enkel gegeven uitgesloten te worden en geen uitkomst bij gefantaseerd, die niet met de innerlijke logika van het kunstwerk in eenspraak is. Het werk dat kwaliteit mist, bij gebrek aan eerlijkheid tegenover het eigen geweten, bij gebrek aan begaafdheid, taalbeheersing of zelfkritiek, mag om zijn goede bedoelingen niet boven zijn literaire waarde opgetild worden.
Ver van ons de spontane schepping van een natuurtalenten te willen wantrouwen! Niettemin achten wij het wenselijk dat christelijke auteurs een open belangstelling betonen voor waardevol werk dat hier of elders, uit deze tijd of vroegere eeuwen tot ons komt of bewaard bleef. Die voortbrengst is een concrete waardemeter die zelfoverschatting meer bescheidenheid kan leren. Sommigen kunnen hierbij opwerpen dat zo'n belangstelling tot een betreurenswaardige beïnvloeding kan leiden. Akkoord dat het gevaar niet helemaal denkbeeldig is, maar het verliest veel van zijn dreigend karakter, als de belangstelling niet tot één auteur of één bepaalde periode beperkt blijft.
Waarachtig bezielde literatuur kan in de letterlijke zin van het woord strekkingskunst, of om het nog scherper uit te drukken, propagandakunst zijn. Er bestaat zo'n katholieke letterkunde, van Dante tot Manzoni, van Bourget tot Marshall en Merton. Maar sinds de doorbraak van de romantiek is het normaler dat er geen didactische opzet achter een kunstwerk komt kijken en alleen het verlangen voorzit zich uit te spreken zoals men is. Het zal dikwijls aan ruimdenkendheid schorten of aan inzicht in het wezen der kunst, wanneer kunstenaars elkaar om een andere schakering in hun denken onheus bejegenen of verdacht willen maken. Die ketterjacht heeft ons dikwijls kwaad gedaan. Laat ieders geweten over zijn existentiële eerlijkheid beslissen. Hetzelfde geldt waar het, en die verschillen mochten geen belang opleveren, alleen om artistieke opvattingen of scholen gaat. Niet alleen de rozen hebben bloeiensrecht, maar alle bloemen in alle kleuren en geuren, soorten en vormen. Slechts dan zal in rijke veelzijdigheid de literatuur een beeld kunnen tonen van wat ons katholiek christendom in zijn essenties, als godsdienst en wereldbeschouwing betekent.
Op dit congres pleiten voor een goede verstandhouding onder de katholieke en christelijke auteurs in het algemeen, lijkt me overbodig, gezien de bedoeling achter de organisatie van deze ontmoetingsdagen. Niettemin mag ik misschien toch even de wenselijkheid van meer overleg tussen schrijvers en verenigingen over de grenzen heen beklemtonen? Ook op het concrete, praktische terrein van de uitgave, verspreiding en bekendmaking van hun werk. Een initiatief als dit hier, zou best ieder jaar, zo mogelijk telkens in een ander land of taalgebied hernomen worden.
Laten wij vooral overwegen of er geen blijvende samenwerking tussen de bestaande organisaties, uitgeverijen, tijdschriften, t.v. en radio-uitzendingen mogelijk is, waardoor meer internationale bekendheid en uitstraling zou ontstaan. Ik leg nadruk op bestàànde verenigingen en verspreidingsmogelijkheden, omdat het doorgaans niet wenselijk is nieuwe initiatieven, tot nadeel van reeds gevestigde te ontplooien, wat alleen maar tot misverstanden kan leiden en tweedracht zaaien. Een verstandige, ruim opgevatte en geduldig volgehouden activiteit vergt in de onderscheiden landen een vaste kern van enkele toegewijde overtuigden. Die zijn er wel, maar zij moeten elkander vinden. Moge dit congres daartoe leiden, in een vriendschap en vertrouwen, die binden en bemoedigen.
André Demedts.