Christelijke arbeidersbeweging en cultuur in West-Vlaanderen
Kannunik Achiel Logghe, de meest prominente figuur van de, door wijlen Pater Scholl genoemde ‘West-Vlaamse proostenschool’ heeft zeer dikwijls verklaard dat de Christelijke Arbeidersbeweging in West-Vlaanderen een dam heeft opgeworpen tegen het uit Frankrijk aanspoelend socialisme. Met dat socialisme werd dan bedoeld het goddeloos materialisme dat het toendertijd belichaamde, uitgedrukt in de beefstukkenpolitiek van Eedje Anseele. Wanneer zowel aan de socialistische als aan de Christelijke Arbeidersbeweging de historische verdienste moet toegekend dat zij een begin hebben gemaakt met de materiële bevrijding van de arbeiders uit hun onverdiende ellende, dan dient van meet af aan gesteld dat het streven van de Christelijke Arbeidersbeweging van in den beginne breder was dan het materiële.
Wij vinden daarvan sprekende voorbeelden in de beginnende werking van vóór wereldoorlog I. E.H. Honoré Maes, proost van de Christelijke beweging te Wevelgem, ging bij de vlasbazen met de vuist op tafel slaan voor betere lonen en werkvoorwaarden voor de vlaswerkers, maar stichtte tevens met deze vlaswerkers de eerste studiekringen - voorlopers van de K.W.B. - tot zelfvorming van de leden. Honoré Maes was een pedagoog. Later te Kortrijk - Arrondissementsproost en Directeur van de Zusters van O.-L.-Vrouw van Bijstand - stichtte hij er het eerste vrij meisjes-lyceum: O.-L.-Vr. van Vlaanderen.
Deze zelfvorming, beoogd door de bonden, was rechtstreeks gericht op de bestreving naar politieke mondigheid en volwassenheid. De werkliedenbonden moesten, naast de verdediging van de loon- en werkvoorwaarden door het syndicaat, de geestelijke en zedelijke optilling waarmaken. Wevelgem met Honoré Maes was een voorloper. In 1913 mochten zij er een eerste Congres bijeenroepen.
De eerste syndicalisten waren begaan met de beroepsopleiding, noodzakelijke basis voor de ontvoogding van de arbeiders. Aan de oorsprong van de bloeiende vrije technische scholen in West-Vlaanderen vinden wij de avondlessen, na de lange dagtaak, gegeven door de beste stielmannen onder de gesyndikeerden. De christen-democraat Henri D'Artois, lange jaren bestendig-afgevaardigde, heeft door een aangepaste politiek de nodige uitbreiding van deze scholen, die in ruime mate hebben bijgedragen tot de industrialisatie van West-Vlaanderen, mogelijk gemaakt.
Ter zelfder tijd en gelijklopend ontstond bij een kern van intellectuelen, in samenwerking met enkele leiders uit de Christelijke Arbeidersbeweging, de aandacht voor de pers ter verdediging van de democratische opvattingen tegen de conservatieve franssprekende burgerij en het goddeloos materialistisch socialisme.
E.H. Frans Dewitte was leraar aan het St.-Amandscollege te Kortrijk. Hij verenigde er op zijn ‘kamer’ rethorica-studenten, jonge universitairen en leiders van de beginnende Christelijke Arbeidersbeweging. Dewitte had een vlotte pen, schreef eenvoudig en volks.
A.C.V.-Congres 1960. Men herkent op de eerste rij Mgr. Broeckx (helemaal links) promotor van de Christelijke Arbeidersbeweging in Limburg.
Zij zorgden voor artikels in het in 1905 gestichte ‘Kortrijkse Volk’, ‘Izegemse Volk’, ‘Tieltse Volk’, de ‘Dageraad van Roeselare’, alle zowat voorlopers van ‘De Volksmacht’, opgericht in december 1918, die tot 1940 het orgaan was van de Christelijke Arbeidersbeweging van West-Vlaanderen, enig in het land.
Na de eerste wereldoorlog heeft de Christelijke Arbeidersbeweging zich in West-Vlaanderen vlug herpakt. De vloedgolf van het aanrukkend socialisme werd te Menen tot staangebracht. Het is wel kenmerkend dat midden de zorg voor het materiële - lonen (1 fr. per uur), werkduur (3 × 8) - de aandacht voor culturele actie onverminderd doorgetrokken werd.
Bij het Stichtingscongres van de ‘Christene Werkersinrichtingen van West-Vlaanderen’ op 13 juni 1920 in ‘Ons Gildenhuis’ te Izegem, ging de bijzondere aandacht naar het onderwijs: schoolplicht - vakonderwijs tot 18 jaar - vervlaamsing van het leger - vermindering van de werkduur ‘om de ontwikkeling van het volk mogelijk te maken’ - vervlaamsing van de Gentse hogeschool en de openbare besturen. Tevens werden de doelstellingen van de ‘werkliedenbond’ nader uitgewerkt en aangepast.
Zulks was een aansporing tot een sterke culturele en vormingsactiviteit in alle bestaande bonden van de belangrijkste steden en gemeenten van West-Vlaanderen: oprichting van muziekmaatschappijen, toneelbonden, zangverenigingen, bibliotheken enz.